Ton van de Ven en de Wonderbaarlijke Geschiedenis van de Efteling - 13

 

 

- pagina 13 van 18 -
Ga direct naar:
      1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  11       
12  13  14  15  16  17  18

 

 

 
n het bos was het duidelijk dat Efteling helemaal opging in zijn rol. Het viel me op hoe statig de kabouters alle bewoners die we tijdens het wandelenPirana -|- Tekening: Ton van de Ven - De Efteling tegenkwamen groette en hoe hij ook vaak een buiginkje maakte. Voor de dames nam hij zelfs zijn mutsje even af. Wanneer men een praatje met hem wilden maken wuifde hij hen echter weg.
‘Nee, nee, geen tijd. Urgente zaken.’, zei op een toon die ik zou verwachten bij een bankdirecteur of een minister.
We bekeken alle lege en bruikbare plekken en bespraken wat we waar wilden hebben. Het bos was door de jaren heen best volgebouwd, maar toch vonden we hier en daar nog een leuk plaatsje. Zelf was ik was na alle opschudding wel wat moe geworden en besloot dat het tijd was om terug naar huis te gaan. Efteling ging niet met me mee, hij had nog ‘zaken’ die hij ‘af moest werken’.

Helemaal uitgeput van mijn dag moest ik thuis tijdens het avondeten het gekibbel aanhoren van Raponsje en twee heksen. Zij waren met zijn drieën bij ons gebleven en de rest was al vertrokken. Vrouwen zijn soms niet te begrijpen. De Stiefmoeder van Sneeuwwitje had gezegd dat Raponsje eens moest proberen haar haar wat af te knippen, een vlecht zou haar immers niet staan. Ze zag het meisje liever met een opgewerkt permanentje. Dit was niet helemaal in goede aarde gevallen bij de andere heks, die er fel tegenin was gegaan en gezegd had dat RaponsUru Bamba -|- Tekening: Ton van de Ven - De Eftelingjes haar een zeer effectieve functie had die de Stiefmoeder haar niet mocht ontzeggen. Raponsje op haar beurt zag wel weer wat in dat wat de Stiefmoeder zei. U begrijpt wel wat ik bedoel. De discussie duurde voort en voort en ik en mijn vrouw hoorden het stilzwijgend aan, terwijl we ons eten aten. Ondertussen vertelde ik mijn vrouw wat er die dag allemaal was gebeurd. Ik vertelde haar van de vergadering en hoe we allemaal bezig waren om er het beste van te maken. We waren allebei blij dat het allemaal zo goed aan het aflopen was. Tegen de tijd dat we bij de koffie kwamen waren de geschillen tussen onze gasten gelukkig weer bijgelegd. Om het goed te maken had de heks van Raponsje de Stiefmoeder zelfs een poetsmiddeltje voor haar spiegel gegeven, zodat die extra goed zou gaan blinken. Ik zonk terug in mijn stoel en dacht aan Chinese paleizen, aan herbergen en torens en aan hoeveel geld mijn collega van de techniek nu wel niet kwijt zou zijn aan eten voor de reus nu die bij hem in huis zat…

Langzaam maar zeker begonnen de plannen vorm te krijgen. Ik en Efteling werkten de hele dag door en vaak ging de kleine kabouter zelfs met mij mee naar huis, zodat we daar nog verder konden werken. Hij verhuisde een deel van zijn huisraad naar mijn huis zodat hij altijd alles bij de hand Kon Tiki -|- Tekening: Ton van de Ven - De Eftelinghad. Zijn ontwerpen begonnen langzaam het formaat te krijgen waarop ze toch enigszins te realiseren waren en ik ‘werkte ze verder uit’, zo noemde ik het althans tegenover hem. In feite draaide ik zijn ontwerpen op een dusdanige manier dat ze weliswaar naar zijn zin waren, maar in principe helemaal door mijzelf ontworpen waren. Om de bestaande stijl van het sprookjesbos te handhaven zou er gewerkt moeten worden met oude materialen. De ontwerpen, die zoals altijd begonnen met de idiote schetsen (ruwe schetsen aan de hand waarvan de uiteindelijke attracties worden gebouwd) kwamen vrij vlot en gecontroleerd op papier te staan en binnen de kortste keren waren de nieuwe huisjes op papier al zo goed als af. Bij de realisatie in het echt verwachtte ik niet zo’n problemen, want alle leden van mijn creatieve team waren gedreven om er het beste van te maken. Bij mijzelf was al die tijd het besef aanwezig dat we goed werk moesten leveren. Het sprookjesbos heb ik altijd gezien als de wieg van de Efteling. En nu gingen we weer terug naar dat allereerste begin.
 

  
   

 

 

Tekst: Jorn van de Wetering. Tekeningen: Ton van de Ven. Foto's en Scans: Friso Geerlings en Bram Elstak