|  Na de koude van de Alpen te hebben getrotseerd 
                                 zwenkt onze carnavalsgondel weer om zijn as, om 
                                 aan de andere kant van die bergen terecht te 
                                 komen in het lichtroze decor van La Bella 
                                 Italia. Het is een relatief kleine maar wel 
                                 erg volle scène, met veel verticaal 
                                 georiënteerde elementen. In een kleine boog 
                                 draaien we om een laag podium heen, waarop we 
                                 het tafereel uit de repubblica kunnen 
                                 bewonderen.
 Jokie valt meteen op. In deze scène is hij 
                                 tussen een ballonnen- en strohoedjesverkoper, 
                                 direct vooraan op het plateau, te vinden. 
                                 Waarom het jochie dat verlegen een ballon heeft 
                                 gekocht blond is, is ons een raadsel. Zo veel 
                                 blonde Italianen zijn er immers ook weer niet. 
                                 Maar goed: hij vertegenwoordigt in elk geval de 
                                 nationale trots van het land: de “bambini”. 
                                 Iets verderop zien we een excentriek geklede 
                                 Italiaan angstig een poging doen één der 
                                 nationale symbolen in stand te houden: de toren 
                                 van Pisa. Wat meer naar achteren ontdekken we 
                                 naast Pisa een andere vertegenwoordigde 
                                 renaissancestad: Venetië. Een gondelier toont 
                                 zijn kunsten onder de Rialtobrug. We missen 
                                 zelfs de typisch beschilderde 
                                 gondeliersmeerpaal niet. Zelfs een kardinaal 
                                 uit het Vaticaan achterin het tafereel lijkt er 
                                 zin in te hebben; logisch natuurlijk, met 
                                 Carnaval.  
                                  De gekke bekken van clowns, plingelende (voor 
                                 ons overigens tussen Ruud Bos’ mandolines door 
                                 onhoorbare) renaissancemuziek van een 
                                 luitspeler en een vreemdsoortige figuur met een 
                                 gestippelde kegel over z’n hoofd vullen de 
                                 Italiaanse potpourri aan. Twee carabinieri 
                                 houden het hele tafereel nauwlettend in de 
                                 gaten, terwijl hun normaal zo onbeweeglijke 
                                 voetjes vrolijk meedoen op het ritme van de 
                                 steeds maar doorgaande deun. 
                                  
 
                                 
                                  Na Italië verlaten we Europa, om meteen de 
                                 halve wereld over te reizen. Pas in het Verre 
                                 Oosten houden we weer halt op onze reis door de 
                                 wereld vol prrret.
 
                                 Terwijl we de drang onderdrukken mee te tappen 
                                 met de aanstekelijke nieuwe arrangementen van 
                                 de hoofdmelodie, rijdt ons wagentje een gapende 
                                 muil tegemoet. Met Italië nog half in ons 
                                 achterhoofd heeft het geheel wel wat weg van de 
                                 monsterkop in de tuinen van de Villa Orsini te 
                                 Bomarzo. Het is echter hét mythische dier van 
                                 Azië dat ons opslokt: de draak. We zullen dit 
                                 dier nog vaker tegenkomen tijdens de rit. 
                                 Vaandels met karakters en de kenmerkende rode, 
                                 rijzende zon van het Keizerrijk duiden aan dat 
                                 we volgens Geesink nu in Japan zijn beland. Erg 
                                 stijlvast bij het onderscheiden van Aziatische 
                                 culturen blijkt Joop niet geweest te zijn, maar vooruit: de eerste zaken die we tegenkomen 
                                 kloppen. Dit zijn namelijk, aan de linkerkant 
                                 van het traject, drie merkwaardig uitziende 
                                 maskers die voor zich uit staren. Dit zijn 
                                 Japanse “Noh”-toneelmaskers, gebruikt in 
                                 uitermate slaapverwekkend traditioneel Japans 
                                 toneel.  
                                 Wanneer de gong klinkt en we een draai naar 
                                 rechts maken zien we drie Japanners met 
                                 dikbemontuurde brillen, spleetogen en 
                                 vooruitstekende tandjes een diepe buiging voor 
                                 ons maken. Konnichi wa, iedereen! 
                                 Vrijwel direct worden de buigzame figuren 
                                 opgevolgd door ondeugend giechelende geisha’s 
                                 die ons toezwaaien vanaf een boogbruggetje, 
                                 omgeven door kersenbloesems als decor.
                                 Zijdelings voortrijdend bezoeken we een 
                                 op-en-top Japanse sport: het Sumo-worstelen. De 
                                 twee zwaargewichten duwen en trekken er op los 
                                 tegen een achtergrond vol kleine Noh-maskers, 
                                 waarvan we de grotere variant eerder al tegen kwamen. 
                                 Het is tijd voor een scène waarvan we de 
                                 geschiedenis bijna “turbulent” kunnen noemen, 
                                 want nergens in het Carnaval Festival is zo 
                                 veel veranderd sinds 1984 als hier. In wat we 
                                 kunnen zien als een gestileerde torii (de poort 
                                 van een Japanse Shintotempel) zien we kleurige 
                                 maar ook enigszins angstaanjagende maskers 
                                 elkaar afwisselen. Als de ene zakt, verschijnt 
                                 de volgende, en omgekeerd. Tijdens de eerste jaren dat het Carnaval 
                                 Festival geopend was bestond het tafereel in de 
                                 torii uit leeuwen aan touwtjes die een samen 
                                 Japans poppenspel uitbeeldden. Waarschijnlijk 
                                 is de technische dienst van het park na 
                                 nachtenlang doorhalen om steeds maar weer de 
                                 touwtjes uit de knoop te krijgen in een 
                                 dwangbuis afgevoerd, en is toen het poppenspel 
                                 vervangen door de minder onderhoudsgevoelige 
                                 maskers van nu.
 
                                  
                                 Gelukkig maakt het eveneens met touwtjes 
                                 werkende Chinese schimmenspel nog wel deel uit 
                                 van de wereldreis door het Festival. Dit is 
                                 namelijk meteen de volgende scène die we aan 
                                 doen, en vast en zeker één van de origineelste. 
                                 Centraal zien we binnen een in ruiten verdeeld 
                                 vlak twee kinderen spelen met vliegers. De 
                                 projectie gebeurt van achter het paneel. Aan de 
                                 muren zijn vreemde vissen opgehangen (ook al 
                                 zo’n Aziatische obsessie). 
                                 Tijdens het bekijken van al deze scènes uit 
                                 Azië zijn we langzaamaan flink wat omhoog 
                                 gereden in onze Carnavalswagentjes. Waarom zal 
                                 duidelijk zijn wanneer we de Chinese sectie 
                                 onder ogen krijgen. 
                                 China is een land van mysteriën en contrasten, 
                                 een schitterende poel van culturele thematiek 
                                 om uit te putten. Dat Joop Geesink ook onder de 
                                 indruk was van het land van de Verboden Stad, 
                                 draken, karakters, eetstokjes en porselein is 
                                 meteen duidelijk wanneer we de enorme scène van 
                                 dit land onder ogen krijgen, direct na het 
                                 schimmenspel. 
                                 In een donkere en diepgelegen omgeving, 
                                 sierlijk geaccentueerd met grote karakters op 
                                 de licht gebogen achtergrond, bevindt zich een 
                                 enorme Chinese draak. Het voor de Chinezen 
                                 heilige dier schudt zijn kop (met vervaarlijk 
                                 ogende tanden) zachtjes heen en weer, en blaast 
                                 rook uit zijn neusgaten. Dit effect is 
                                 gedurende nogal wat jaren defect geweest, maar 
                                 is enige tijd geleden gelukkig weer 
                                 teruggekeerd. Twee lichtgevende bolle ogen 
                                 kijken ons ietwat sullig aan. Op de trapsgewijs 
                                 oplopende rotsen van het ravijn met de draak is 
                                 een groep met borden draaiende Chineesjes (weggelopen 
                                 uit het Staatscircus?) te zien. De populatie is 
                                 hier, in tegenstelling tot het échte China, 
                                 niet echt meer wat het geweest is. Steeds meer 
                                 Chineesjes verdwenen de laatste jaren uit de 
                                 scène. De toeristen aan de linkerkant van het 
                                 decor, in een met gouden draken gedecoreerde 
                                 nis, vinden het tafereel desondanks nog zeer de 
                                 moeite van het fotograferen waard. Lustig 
                                 kieken ze er op los. Onder hen bevinden zich 
                                 een indiaan, een cowboy en een Amerikaan met 
                                 grote snor en hoed, die met de vlag van zijn 
                                 land zwaait. De continentale Verenigde Staten 
                                 zijn dus niet compleet afwezig in het Festival 
                                 van Geesink.  
                                  
                                   
                                     |  Loeki als samurai, 
                                     Guusje als karateka 
 
  Locatie: voor de torii met de bewegende 
                                     maskers, in Japan. 
 
  Uitbeelding: Loeki is in volledige samurai-uitrusting 
                                     te vinden in de hoek van de scène. Onder 
                                     zijn helm bewegen zijn ogen spiedend heen 
                                     en weer. Hij draagt ook een vaandel bij 
                                     zich, met daarop in een aan Japanse 
                                     karakters herinnerend lettertype zijn 
                                     strijdkreet: “Asjemenou”. Guusje staat 
                                     naast Loeki-san in karatepak. Venijnig 
                                     kijkt onze powerrreend strak voor zich uit, 
                                     terwijl hij een grote bamboestok beethoudt 
                                     als wapen. Voor extra effect heeft hij een 
                                     witte band om zijn hoofd heen geknoopt. 
                                     Centraal in de kleine scène zien we een 
                                     Zentuintje met fraai geharkte zandpatronen. 
 
  Veranderingen: zoals we iets eerder al 
                                     schreven: deze sectie is nogal overhoop 
                                     gehaald. Vroeger werd deze bevolkt door 
                                     clowns, matrozen en een groene Jokie. De 
                                     twee giechelende geisha’s zijn gebleven, 
                                     maar de andere figuren zijn bij de ombouw 
                                     gesneuveld. We moeten eerlijk zijn: de 
                                     aanpassingen zijn al met al een hele 
                                     verbetering; de associatie tussen het Land van de 
                                     Rijzende Zon en clowns was niet bijster 
                                     sterk. Deze figuren leken eerder 
                                     “overblijvertjes” van andere secties dan 
                                     specifieke ontwerpen voor Japan; de clowns deden ons altijd al 
                                     meer aan het stijlpalet van Italië denken. Jokie was 
                                     natuurlijk als gastheer wél duidelijk op 
                                     zijn plaats; ooit had hij immers een plekje 
                                     in elk land. De Jokie van Japan bewoog in 
                                     een kwartcirkel om zijn as. Onze nar was 
                                     echter danig aan vervanging toe; helaas 
                                     stond hij namelijk op een nogal 
                                     vandalismegevoelige plek. 
 
  Loeki als jongleur 
 
  Locatie: in de Chinese scène met de draak 
                                     en bordenjongleurs. 
 
  Uitbeelding: Loeki doet een poging tot 
                                     jongleren met borden, maar echt lukken wil 
                                     het (uiteraard, we hebben het hier immers 
                                     over Loeki!) niet. Rondom de in een 
                                     kimonoachtig gewaad geklede leeuw ligt het 
                                     bezaaid met scherven. Nee, dan gaat het de 
                                     Chinezen om hem heen beter af. Maar die 
                                     oefenen dan ook al sinds 1984. 
 
  Veranderingen: één oorspronkelijke jongleur 
                                     heeft plaats moeten maken voor de leeuw. |  
                                  
                                 
                                  In Joops wereld is de stap van China naar de 
                                 ijzigste plekjes van de wereld niet groot. Met 
                                 een soepele zijdelingse beweging rijden we de 
                                 wereld van witter-dan-wit en sneeuw binnen. 
                                 Hier zien we extatische Eskimo’s (vooruit: 
                                 Inuit voor de politiek-correcten onder ons), 
                                 indrukwekkende iglo’s, ijverig musicerende 
                                 ijsberen, parmantige pinguïns en pret makende 
                                 piraten (ja heus, ja heus!) in harmonie met 
                                 elkaar leven en feesten. Het lijkt wel een 
                                 ideaalbeeld op Animal Planet, maar dan met de 
                                 blender bewerkt. De winterscène heeft, net als 
                                 die van China, een behoorlijke diepte, wat het 
                                 geheel prachtig driedimensionaal maakt. Hoe 
                                 heet het soms ook zijn kan in de loods van het 
                                 festival: de hier gebruikte kleurschema’s vol 
                                 blauw en wit doen het altijd tenminste een paar 
                                 graden kouder lijken dan het werkelijk is. We 
                                 ontdekken de nar Jokie bij een ijsverkopende 
                                 walrus, terwijl geprojecteerde sneeuw op het 
                                 decor neerdaalt. Een enorme kop vol ijspegels, 
                                 welhaast eerder een speling van de natuur dan 
                                 een figuur, neemt op de achtergrond het 
                                 schouwspel in zich op. Koning Winter wellicht? 
                                 Onder begeleiding van het neutrale muzikale 
                                 thema van de attractie glijdt ons karretje 
                                 achteruit en licht gekanteld van een helling 
                                 af. Onze blik dwaalt naar boven, en niet 
                                 onterecht. Sneeuwventjes met kleurige mutsjes 
                                 stuiteren op en neer in een hoek van het 
                                 traject. Wat verderop duiken we onder het ijs, 
                                 en worden, in een smalle gang, van bovenaf door 
                                 grote wakken in het bevroren water gadegeslagen 
                                 door meer van dat soort ventjes. Dit is ook, in 
                                 elk geval in de collectieve WWCW-herinnering, 
                                 dé plek waar we de grootste kans hebben om even 
                                 tot stilstand te komen in onze voertuigen. Een 
                                 volkomen ongefundeerde opmerking, natuurlijk, 
                                 maar ach: in deze attractie is wel meer 
                                 ongefundeerd.
 
                                  
                                   
                                     |  Loeki en Guusje 
                                     bevriezen 
 
  Locatie: poolscène, Loeki in de iglo, 
                                     Guusje net erbuiten. 
 
  Uitbeelding: de beide STER-wereldreizigers 
                                     hebben in deze contreien een dik poolpak 
                                     aangetrokken, maar voor de aan Afrikaanse 
                                     zonneschijn gewende Loeki is dit duidelijk 
                                     onvoldoende. Klappertandend en blauw van de 
                                     kou heeft hij zich teruggetrokken in de 
                                     iglo. De leeuw heeft de tanden stijf op 
                                     elkaar en zelfs zijn snorharen zijn 
                                     bevroren. Guusje daarentegen lijkt het hier 
                                     wél naar z’n zin te hebben. De kleine eend heeft 
                                     net een ijs(je) gekocht bij de walrus. 
                                     Totaal gebiologeerd kijkt Guusje naar zijn 
                                     negen bolletjes tellende hoorntje. Jum! 
 
  Veranderingen: de iglo was vroeger 
                                     onbewoond; wel was deze ook toen al van 
                                     binnen uitgelicht. Vóór de iglo is een 
                                     groepje ronddraaiende pinguïns weggehaald. 
                                     Ook is één van de twee eskimopaartjes 
                                     verplaatst. Op deze manier is ruimte 
                                     gemaakt voor Guusje, en is er  gezorgd 
                                     voor een goed zicht op Loeki. 
 
  Guusje 
                                     in een (k)wak 
 
  Locatie: de gang met de door ijswakken naar 
                                     beneden glurende sneeuwventjes. 
 
  Uitbeelding: Guusje kijkt, samen met twee 
                                     sneeuwmannetjes, door een groot wak naar de 
                                     bezoekers die onder het ijs voorbij rijden. 
                                     De eend heeft hierbij een blauwe muts op en 
                                     draagt een sjaaltje. 
 
  Veranderingen: één sneeuwventje heeft 
                                     plaats moeten maken voor Guusje. |  
                                 
                                  Diepe lage drums klinken in de diepte. Doem... 
                                 Doem doem... Ja, wij hebben een lichtelijke 
                                 Tolkien-obsessie inderdaad. Het zijn echter 
                                 niet de met mithril gevulde spelonken van 
                                 Khazad-dûm (boek II, hoofdstuk V) die dit 
                                 geluid voortbrengen, maar jungletrommels uit 
                                 Afrika. Geschreeuw vanuit het oerwoud komt ons 
                                 tegemoet nog voordat ons wagentje draait van de 
                                 polen naar de volgende scène. Een kletterende 
                                 waterval haalt ons definitief uit onze ijzige 
                                 dromen; in een oogwenk reisden we van de 
                                 vrieskou in Alaska naar warm en donker Afrika. 
                                 De scène is duister maar fraai. Enorme bomen 
                                 met ogen rijzen op uit de grond (bomen met ogen? 
                                 – waargh! Ents!). Ertussen leeft een 
                                 gigantische aap. Deze Geesinkversie van King 
                                 Kong (regie: Peter Jackson – aaargh! Houden die 
                                 Tolkienreferenties nu nooit eens op?) heeft een 
                                 vacht van bruine sliertjes en buigt zich 
                                 vervaarlijk en onder luid gegrom voorover. 
                                 Tussen zijn vingers laat hij een bovenmaatse 
                                 spin bungelen (plaats Shelobinkoppertje hier), 
                                 waarmee hij menig krijger (en jonge bezoeker) 
                                 de stuipen op het lijf jaagt. Deze bosjesmannen, 
                                 compleet met schild en speer, houden zich 
                                 tussen de wilde begroeiing op de voorgrond op, 
                                 en duiken regelmatig verschrikt (en onder 
                                 begeleiding van de nodige lawaaierige 
                                 pneumatiek) tussen het struweel.
 Een Brit in survivaloutfit, dr. Livingstone, 
                                 naar wij aannemen, beschouwt van achter zijn 
                                 krant het geheel zonder veel opwinding te tonen. 
                                 Tsja, je bent Brit of niet natuurlijk. Een 
                                 kereltje met een verdacht snorretje heeft een 
                                 plek gevonden in de bek van één van de 
                                 reuzenbomen.  We bedwingen de jungle uiteindelijk, en 
                                 belanden via een mysterieus artefact — een 
                                 beeld dat provocerend zijn tong naar ons 
                                 uitsteekt en qua stijl al wat vooruitwijst naar 
                                 het land dat komen gaat — weer op veiliger 
                                 terrein. 
                                  
                                   
                                     |  Loeki in de jungle 
 
  Locatie: net als we de draai maken van 
                                     Alaska naar Afrika komen we Loeki al tegen, 
                                     bungelend boven een junglewaterval. 
 
  Uitbeelding: Loeki draagt een Tarzanhemd 
                                     met panterprint en slingert aan een slang 
                                     heen en weer boven de waterval. Onze 
                                     STER-leeuw kijkt daarbij weer typisch 
                                     sullig. “Hoe ben ik nu weer in deze vreemde 
                                     situatie terechtgekomen” lijkt hij zich af 
                                     te vragen. De cartooneske slang heeft nogal 
                                     wat weg van Kaa uit Disneys “Jungle Book”. 
 
  Veranderingen: deze uitbreiding van de 
                                     verder nogal sobere watervalscène heeft 
                                     geen veranderingen behelst; alleen een 
                                     toevoeging. |  
                                 
                                  
  We hebben al heel wat af gefeest. Na een bezoek 
                                 aan indrukwekkende geografische locaties als de 
                                 polen en Afrika is het tijd aan het worden voor 
                                 wat rust; een beetje eenvoudige ontspanning, zo 
                                 tegen het einde van de rit. Hoog tijd dus voor 
                                 Mexico en Hawaï. Terwijl het junglethema van 
                                 Afrika wegsterft en wordt overgenomen door 
                                 Mexicaanse trompetklanken, maracas en 
                                 Hawaïgitaar, rijden we de kleine scène binnen 
                                 die zowel de vijftigste staat van de Verenigde 
                                 Staten als de zuiderbuur van de Amerikanen 
                                 vertegenwoordigt. Rechts van het traject van 
                                 het transportsysteem zien we, namens Mexico, 
                                 een grote cilindrische figuur. Compleet met 
                                 sombrero en sambaballen is dit een carrousel 
                                 waarop enkele Mexicaantjes, gezeten op grappige 
                                 kleine ezels, ronddraaien. Links hiervan staat 
                                 een totempaal met lichtgevende rode neuzen. Wat 
                                 deze precies in Mexico doet is ons een raadsel, 
                                 aangezien totempalen toch meestal worden 
                                 geassocieerd met meer noordelijke stammen dan 
                                 met de in Mexico endemische Maya’s en Azteken. 
                                 Laten we het er maar op houden dat Geesink een 
                                 beetje in de war was, na al dat ontwerpwerk. 
                                 Een kleine draai gunt ons een blik op het 
                                 laatste land, of beter gezegd, eiland: Hawaï. 
                                 We zien in “The Aloha State” een met een 
                                 tropisch dakje afgeschermd decortje, alwaar 
                                 twee maskerdragende figuren (in een 
                                 Polynesische stijl), die rustig op en neer 
                                 bewegen, een eilandritme trommelen. Drie 
                                 zongebruinde Hoelameisjes met rieten rokjes en 
                                 obligate bloemenkransen zwaaien ons al 
                                 heupenwiegend vaarwel. "Ã hui hou kãkou!” 
                                   
                                     |  Loeki en Guusje dansen de 
                                     Hoela 
 
  Locatie: naast de Hoeladanseressen in 
                                     Hawaï. 
 
  Uitbeelding: voor de laatste keer tijdens 
                                     onze reis zien we het eendje Guusje. Hij is 
                                     in deze scène samen met z’n vriend Loeki te 
                                     vinden. Beide staan in Hoelahouding, 
                                     gekleed in een palmbladerenrokje en met een 
                                     bloemenkrans om de nek. Loeki is al 
                                     heupwiegend met z’n rokje aan het schudden, 
                                     terwijl Guusje zijn uiterste best doet dit 
                                     typisch Hawaiiaanse gedrag na te doen. 
                                     Inderdaad: enorm komisch, maar eigenlijk 
                                     ook behoorlijk absurd, een Hoeladansende 
                                     leeuw en eend. Nouja, we zijn er bijna, 
                                     zullen we maar denken. 
 
  Veranderingen: de trommelende figuur met 
                                     het Polynesisch masker is verplaatst van óp 
                                     het decor naar een plekje er naast, om 
                                     plaats te maken voor de STER-helden. |  
                                 
                                  Loeki’s concurrent Jokie waarschuwt ons middels 
                                 een bordje nog nét op tijd voor de actiefoto 
                                 die om de hoek gemaakt zal gaan worden. Oh 
                                 jolly, we mogen op de foto! We nemen een 
                                 interessante pose in (desnoods met de 
                                 Volkskrant bij de hand), zetten een grijs op en 
                                 *flits* we zijn digitaal vereeuwigd in de 
                                 prrretigste attractie van het park. Nadat onze 
                                 ogen weer een beetje bijgekomen zijn van het 
                                 licht krijgen we de laatste groteske scène 
                                 onder ogen. Geesink ging voor het adieu van 
                                 zijn attractie helemaal los. In een behoorlijk 
                                 grote ronde ruimte draaien we om een groot, 
                                 roterend plateau vol poppen. Uit hun midden 
                                 rijst een gigantische dame op. Op haar hoofd 
                                 draagt ze een carnavalskroon, in haar hand 
                                 draagt ze een feestscepter, compleet met een 
                                 vergulde Jokiekop. De poppen hier hebben 
                                 gezamenlijk één doel: ons uitzwaaien, en 
                                 middels een “tot ziens!” aanzetten tot gewoon 
                                 nóg een bezoek aan de Wereld Vol Prrret. We 
                                 zien een parade van vertegenwoordigers van de 
                                 verschillende landen die we op onze reis door 
                                 de attractie bezochten. De meeste van hen 
                                 dragen een bord bij zich met afscheidstekst. 
                                 Een Nederlander in boerenkiel draagt de 
                                 legendarische tekst: “Groeten aan de buren”; de 
                                 Fransman daarnaast in driekleur eet wat van z’n 
                                 baguette en wenst ons met “Au Revoir”. Een Belg 
                                 met een narrenkap (“Tot Ziens”), een Duits 
                                 mädchen met een madeliefje in haar hand (“Auf 
                                 Wiedersehen”) en een Japanner (met wazige 
                                 Japanse tekens op zijn bordje) volgen hierna. 
                                 Tot slot worden we nog uitgewuifd door een 
                                 Hawaïdanseresje (“Aloha”, uiteraard), een 
                                 Mexicaan met gitaar en een heuse piraat 
                                 (“Cheerio”) namens de Britten. Een heel comité 
                                 al met al, dat moge duidelijk zijn. De wanden 
                                 van de laatste ruimte van de rit zijn overigens 
                                 bekleed met silhouetten die we eerder ook 
                                 tegenkwamen in de wachtruimte (en aldaar later 
                                 vervangen zijn door de Loeki-ansichtkaarten). Full circle,
                                 dus.
 
                                  
                                   
                                     |  Loeki zwaait ons uit 
 
  Locatie: op de eindcarrousel, tussen de 
                                     Mexicaan en de piraat. 
 
  Uitbeelding: Loeki draagt, bijna als op een 
                                     Casual Friday dit keer, een blauwe broek en 
                                     een wit t-shirt met een grote rode “L”. De 
                                     leeuw duikt op tussen de piraat en de 
                                     Mexicaan, en zwaait vrolijk alle bezoekers 
                                     uit. Een terechte vrolijkheid, want alleen 
                                     de manisch depressieven zullen na al 
                                     Geesinks scènes vol grijnzen, glimlachen en 
                                     schaterbuien nog bedrukt kijken. Wie is nu 
                                     níet blij deze reis rond de wereld met 
                                     Loeki, Jokie en kornuiten te hebben 
                                     ondernomen. Asjemenou! 
 
  Veranderingen: Loeki is toegevoegd zonder 
                                     verdere mutaties op het poppenbestand van 
                                     de eindcarrousel. |  | 
              
                | 
                                   
                                     |  Via de instaphal, een trap, een loopbrug, 
                                     en nog een trap (oh zeker, legio 
                                     mogelijkheden om kleuters zelfstandig te 
                                     laten lopen!) komen we daar waar de ultieme 
                                     herinnering aan onze reis door de attractie 
                                     te koop is: het actiefotoverkooppunt. Een 
                                     bord boven de trap legt ons alvast uit dat 
                                     het printen van zo’n aandenken tachtig 
                                     seconden duurt. Flatscreen monitoren boven 
                                     de balie van het verkooppunt tonen 
                                     bezoekers hoe zij zelf of hun kroost door 
                                     het gele vogeltje in de eindscène gekiekt 
                                     zijn. De actiefoto is vanaf het begin af 
                                     aan een erg gewild 
                                     Carnaval-Festivalsouvenir geweest. Mede 
                                     hierdoor hebben inmiddels ook veel andere 
                                     attracties een fotoinstallatie en 
                                     afhaalbalie gekregen. Hofleverancier van 
                                     deze dienst is het externe bedrijf 
                                     Maxifoto, wat er door haar makkelijk 
                                     bekkende naam al jaren voor zorgt dat veel 
                                     bezoekers hun actiefoto ‘Maxifoto’ 
                                     noemen.
 
 
  Laat ons hier, bij de hiervoor meest 
                                     typerende attractie van het park, het 
                                     fenomeen actiefoto in combinatie met het 
                                     sprookjespark eens wat nader beschouwen. 
                                     
                                      Het Carnaval Festival had in 1984 de 
                                     actiefotoprimeur binnen het park. Al snel 
                                     volgde de Bob, in 1985. Deze attracties 
                                     boden de service dus al direct vanaf hun 
                                     opening aan, terwijl de Piraña en de Pyton 
                                     pas jaren later voorzien werden van een 
                                     actiefotopunt; respectievelijk in 19?? en 
                                     1994. In 1998 volgde de Maxifotobalie bij 
                                     Vogel Rok, waar bezoeker volgens het bordje 
                                     bij de uitgang nog slechts zestig seconden 
                                     hoefden te wachten op het afdrukken van de 
                                     foto. Nieuwste telg aan het Maxifoto-front 
                                     is De Vliegende Hollander, waar men vanaf 
                                     2006 als onverschrokken avonturier der VOC 
                                     op de foto kan.
 
                                     Deze attracties zijn overigens niet de 
                                     enige plaatsen in de Efteling waar men zich 
                                     als bezoeker ― uiteraard tegen genereuze 
                                     vergoeding ― kan laten vastleggen op de 
                                     gevoelige plaat. In 2000 opende in een 
                                     afgeschermd deel van de vernieuwde 
                                     Marskramer een fotostudio, alwaar het 
                                     personeel foto’s maakte van voor de 
                                     gelegenheid als heks, kabouter, prins of 
                                     prinses verklede bezoekers. De kostuums 
                                     werden uiteraard, evenals de 
                                     sprookjesachtig lelijke achtergrond, 
                                     verzorgd door het park. In 2002 verhuisde 
                                     deze studio ― tot frustratie van menig 
                                     Efteling-liefhebber ― naar het voormalige 
                                     Sprookjesmuseum op het Herautenplein. 
                                     Bij de Bob en de Python is het 
                                     fotomoment nooit van plek veranderd; bij de 
                                     Piraña en Vogel Rok echter wel. In de 
                                     Piraña werd de foto de eerste jaren genomen 
                                     bij het rechte deel van het traject, vlak 
                                     voor het einde van de rivier. Deze locatie 
                                     verschoof toen naar vlak voor de geknoopte 
                                     brug over het water, en werd voortaan 
                                     duidelijk aangekondigd door middel van een 
                                     enorm, in het oog springend bord op de 
                                     oever. In 2002 keerde de Piraña-actiefoto 
                                     weer terug op zijn oude plek. Bij Vogel Rok 
                                     werd de fotocamera al een jaar na de 
                                     opening verplaatst, tegelijk met de overige 
                                     veranderingen in de attractie (zoals de 
                                     lasers, de slangentunnel en de ramen in de 
                                     wachtrij). 
                                      
 
                                     Ook binnen het Carnaval Festival heeft 
                                     het actiefotomoment niet altijd dezelfde 
                                     plek gehad. In de beginjaren werd de foto 
                                     genomen bij de eerste draai die de 
                                     wagentjes maken; de fotoinstallatie was 
                                     namelijk onder de 
                                     huisvree-met-deegrollerscène gemonteerd. De 
                                     foto werd toen ook nog in portretrichting 
                                     genomen. Ter decoratie van het plaatje 
                                     stond hier een bord met daarop de naam van 
                                     het park; erbovenuit staken Jokie, een 
                                     ander roodgeneusd mannetje en een 
                                     vogelverschrikker. In 1986 verhuisde het 
                                     fototoestel naar het eind van de rit, en 
                                     daar staat het nu nog. Waarschijnlijk was 
                                     de oude locatie minder geschikt om een 
                                     combinatie van redenen: te vroeg in de rit, 
                                     lastig gepositioneerd in een bocht en te 
                                     opvallend midden in een tafereel. Op de 
                                     huidige actiefotolocatie verbergt een grote 
                                     nepcamera compleet met vogeltje de 
                                     eigenlijke apparatuur. 
                                      In de loop der tijd is er ook heel wat aan 
                                     de actiefoto zélf veranderd. Zo zijn 
                                     bijvoorbeeld de voorgronden ― de platte 
                                     borden die tussen de kar en het toestel 
                                     stonden ― aan nogal wat aanpassingen 
                                     onderhevig geweest. Het eerste bord met de 
                                     vogelverschrikker verdween bij het 
                                     verplaatsen van de actiefoto in 1986. 
                                     Hiervoor in de plaats kwam een niet al te 
                                     degelijk bord waarop van links naar rechts 
                                     een mannetje met stropdas en twee hoedjes, 
                                     een politieagent met knuppel, een boef aan 
                                     de ketting, een fotograaf, een Eskimo en 
                                     Jokie zelf te vinden waren. Deze laatste 
                                     twee figuren hielden een bord vast met 
                                     hierop de tekst “De Efteling”, uitgevoerd 
                                     in rode blokletters op een gele 
                                     achtergrond.
 Een jaar later werd het bordje met de 
                                     naam van het park vervangen door een rode 
                                     versie met het toenmalige logo er op. Het 
                                     bord stond dicht bij het transportsysteem 
                                     en was dan ook onderhevig aan nogal wat 
                                     vandalisme. Het gehavende bord werd een 
                                     jaar later alweer vervangen door een nieuw 
                                     exemplaar. Hierop nam een Chineesje de oude 
                                     plek van Jokie in, die hiermee naar de 
                                     linkerkant schoof en voortaan een wit 
                                     bordje vasthield waarop het 
                                     attractiepersoneel handmatig zelfklevende 
                                     maandindicators kon plakken. 
                                      
  
  
 In 1990 werd besloten om het opgelapte 
                                     maar nog altijd gammele bord te vervangen 
                                     door een steviger bord, inclusief wat 
                                     fatsoenlijker ogende bordjes voor jaar en 
                                     maand. Tevens werd het voorzien van het nieuwe 
                                     (twinkelige) parklogo. Dit exemplaar heeft 
                                     het tamelijk lang uitgehouden; tot er in 
                                     het midden van de jaren negentig werd 
                                     overgesprongen op modernere, bordloze 
                                     actiefoto’s. Technisch was dit voor 
                                     Maxifoto een hele stap. In plaats van het 
                                     gebruik van voorzetborden werden de 
                                     decoraties voortaan digitaal in het plaatje 
                                     geplakt. In eerste instantie was dit een 
                                     fotocollage van figuren uit de attractie, 
                                     weer later omlijstten getekende poppetjes 
                                     en rode gordijnen de actiefoto. 
                                      De lezer die tot op heden dacht dat de 
                                     Maxifoto’s al vanaf de opening van Carnaval 
                                     Festival kunnen worden afgehaald ín de 
                                     attractie zelf, heeft het mis; in vroeger 
                                     jaren kreeg men hier slechts een bonnetje 
                                     mee dat kon worden ingeleverd bij de 
                                     Marskramer, een heel stuk verderop in het 
                                     park. Deze winkel (met onoverdekte 
                                     binnenplaats) was destijds nog 
                                     informatiepunt, gastenservice, 
                                     cameraverhuur en meetingpoint. Daarnaast 
                                     verkocht men er wat kleine souvenirs. 
                                     Belangrijk was destijds dus de grote 
                                     afhaalbalie, alwaar de actiefoto’s uit het 
                                     Carnaval Festival en de Bob konden worden 
                                     gekocht en bijbesteld.
 De kwaliteit van de foto’s was indertijd 
                                     prima. De op chemische wijze afgedrukte 
                                     foto’s waren groot, glanzend en zo scherp 
                                     dat zelfs kleine details goed zichtbaar 
                                     waren. Toen Maxifoto in de jaren negentig 
                                     in het kader van de “vooruitgang” 
                                     overstapte op digitaal printen, had dit 
                                     naast voordelen als de snelheid van het 
                                     afdrukken ook een keerzijde. De kwaliteit 
                                     van de actiefoto’s nam namelijk behoorlijk 
                                     af. De kiekjes zijn lang flets en onscherp 
                                     geweest. Gelukkig is de techniek inmiddels 
                                     weer wat verder, zodat men op eenvoudige 
                                     wijze én razendsnel foto’s kan leveren die 
                                     van behoorlijke kwaliteit zijn. 
                                      
 Wat ook met de jaren veranderde is de 
                                     verpakking van de Maxifoto’s. Moesten we 
                                     het in de jaren tachtig nog doen met een 
                                     losse foto in een bruine enveloppe (sommige 
                                     lezers kennen dat vast ook wel van de 
                                     schoolfotograaf uit die tijd), in de jaren 
                                     negentig veranderde dit in een aardig 
                                     kartonnen fotolijstje. Tegenwoordig doet 
                                     het bekende insteekhoesje dienst. Niet zo 
                                     robuust, een beetje slap, maar gelukkig 
                                     weer per attractie anders; tot 2004 is het 
                                     hoesje namelijk een aantal jaren parkbreed 
                                     het zelfde geweest, met daarop de 
                                     clichématige en voor het Carnaval Festival 
                                     nogal overdreven “I Survived...”-tekst. Rest ons in dit Maxifoto-kader u nog te 
                                     berichten over een experiment dat een 
                                     tijdelijke exponent bleek te zijn van de 
                                     internethype rond de millenniumwisseling. 
                                     In de winter van 2000-2001 konden via 
                                     Efteling.nl alle actiefoto’s van het 
                                     Carnaval Festival over een langere periode 
                                     nog eens nagezien worden. De bedoeling was, 
                                     zoals Olaf Vugts destijds het Wondere 
                                     Wereld Web vertelde, “...om de 
                                     verkoopperiode van de Maxifoto's te 
                                     verlengen.” Gezocht kon worden op het 
                                     tijdstip van de foto, dat de bezoeker dan 
                                     wel ongeveer moest onthouden natuurlijk. 
                                     Hoewel in opzet vooruitstrevend bleek het 
                                     systeem toch niet zo’n succes. De website 
                                     was ook nogal “lek”, in die zin dat door 
                                     het zomaar invullen van tijdstippen 
                                     iedereen alle actiefoto’s kon bekijken. Een 
                                     weinig privacyvriendelijke mogelijkheid. 
                                     Vugts merkte hierover op: “Bezoekers weten 
                                     dat ze tijdens hun bezoek aan het park 
                                     gefilmd kunnen worden. De bedoeling is dat 
                                     de website aangepast zal worden zodat elke 
                                     bezoeker alleen zijn eigen foto te zien 
                                     krijgt. Voorlopig gaat het om een 
                                     proefproject.” Enfin, daar bleef het dan 
                                     ook bij. In januari 2001 ging het systeem 
                                     offline om tot op heden niet terug te 
                                     keren. 
                                      
 |  |