Attracties - Carnaval Festival - Volg Jokie door deze Wereld Vol Prrret!
 
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6
    Jokie-aanwijzer -|- Graphic: Bram Elstak © het WWCW 2006      
 

Een Chinese vliegeraar in Het Valies  -|- Foto: Friso Geerlings, © het WWCW 2006Na de komst van succesattracties in alle andere uithoeken van het park, werd midden jaren negentig besloten dat de grote attractie van 1998 in het noorden van het park moest komen. Het Noorderpark was op dat moment namelijk veruit het rustigste parkdeel van de Efteling. “Vogel Rok” moest daar verandering in gaan brengen, en wel in de vorm van een grote coaster die de bezoeker een adembenemende vlucht door de duisternis zou moeten gaan bieden. Helaas lag de ingang van Jokies pretpaleis hiervoor danig in de weg, en deze werd dan ook al snel rigoureus gesloopt om zo plaats te maken voor de overweldigende entree van de Sindbadattractie. Het voorheen nogal rommelige, geasfalteerde plein in Noord werd een keurig betegelde vlakte (met rode en gele klinkers gelegd in een schaakbordpatroon), voorzien van grote lantaarnpalen en splinternieuwe afvalcontainers. De karakteristieke hoge bloemkegels werden vervangen door minder zicht belemmerende lage exemplaren.

De souvenirshop van Jokie veranderde mee. Deze werd verbouwd tot een veel grotere winkel met de naam “Het Valies”. De nieuwe merchandiselocatie werd helemaal ontworpen door grafisch ontwerper Robert-Jaap Jansen en kreeg een eclectische thematisering mee waarin motieven zijn te herkennen uit Vogel Rok, de wat algemenere thema’s ‘reizen’ en ‘sprookjes’, maar natuurlijk ook uit het Carnaval Festival. Veel rekwisieten uit de attractie vonden hier dan ook een plaatsje, zoals bijvoorbeeld enkele polyester Jokies en twee Chinese bordendraaiers, maar ook compleet nieuwe decoraties in de winkel pasten prima in het palet van Joop Geesink. Erg degelijk was alles helaas niet uitgevoerd: achter de “raampjes” in het midden van de winkel waren bijvoorbeeld initieel schilderingen van gekleurde vogeltjes te zien die op een soort “rol” ronddraaiden. Het mechaniek hiervan ging al erg snel stuk en is sinds 1999 helemaal niet meer in gebruik. Wel in tact bleef de geweldige gevelversiering die ook de voorganger van Het Valies al sierde. Zo bleef het meest in het oog springende onderdeel van de winkel “behouden voor het nageslacht”.

Vogel Rok bouwbord -|- Foto: Jaap van WijkDe komst van Vogel Rok veranderde vooral veel aan het exterieur van het Carnaval Festival. Zoals gezegd kwam de ingang van de overdekte achtbaan op de plek waar we voorheen het theaterdoek met de circusdirecteur aantroffen. Gelukkig voor de feestneuzen keerde dit element van de ingang gewoon terug, maar wel op een heel andere plek, namelijk net rechts van de winkel en toiletten, op de locatie die jarenlang dienst had gedaan als Ingang Noord. Het theaterdoek met de twee clowneske figuren was op de nieuwe plek wat hoger geplaatst, waardoor een deel van de techniek van directeur hoeddrager opeens zichtbaar bleek te zijn. Dit euvel werd al snel verholpen door een eenvoudige maar enorme overhemdsboord van beschilderd spaanplaat te plaatsen.

Jammer genoeg verdween met deze transformatie ook de Joop-Geesinkpromenade (in de vorm van de oude meandering) en daarmee eveneens Café De Feestneus. Alles dat ook maar neigde naar blauw, grijs, zwart of gestippeld golfmetaal verdween, en daarmee verloor het Festival ontegenzeggelijk een deel van haar obscure “karakter”. De zijde van het gebouw die te zien is vanaf het plein werd geheel onttrokken aan het oog door een muur; gestuukt, en met oosterse boogvormen opgesierd. Dit alles uiteraard in een poging het geheel meer bij het thema van de nieuwe achtbaan te laten passen. De huidige wachtruimte van Carnaval Festival was in 1998 nog een volledig kale, en bovenal beige ruimte met niet veel meer dan een flink aantal meanderingshekken. Een jaar later werd er dan toch maar iets van decoratie aangebracht; naast de welbekende monitoren met Fruittella-spotjes werden er witte bollampen (nog over van Droomvlucht?) met ogen en rode neuzen aan het plafond gehangen. Tevens werden er grote witte silhouetten (bekend van de eindcarrouselscène van de attractie) tegen de muren gemonteerd. Dit alles werd nog eens rijkelijk voorzien van veel grote, gekleurde confettistippen. Zoals vroeger, in de tijd van donkerblauw plaatstaal, werd het echter nooit meer...

Aanvang van de bouwwerkzaamheden op het plein i.v.m. de komst van Vogel Rok -|- Foto: Jaap van Wijk
o In 1997 werd hard gewerkt aan de verbouwing van het plein.


Eind 2004, precies één dag voor de zesde Winter-Efteling zou beginnen met de eerste publieksvoorstelling van “Het Meisje met de Zwavelstokjes”, bracht de Efteling-liefhebbersmailinglist “Eftelist” nieuws naar buiten dat de gemoederen van alle betrokkenen en geïnteresseerden nog maanden bezig zou houden. Het Carnaval Festival zou voor het seizoen 2005 een grote verandering ondergaan, en wel in de vorm van de toevoeging van een overbekend karakter: Loeki de Leeuw. De reclameleeuw, net als de rest van het Festival een ontwerp van Geesink, figureerde tot 2004 maar liefst 32 jaar lang in verschillende stop-motionfilmpjes tussen de commercials van de STER door. Dit icoon van de publieke omroep, in het buitenland beter bekend is als stripfiguur, zou op een veertiental plaatsen in de attractie een rol krijgen als nieuwe “mascotte” van de rit. Daarnaast meldden de eerste berichten dat Loeki tevens een plek zou krijgen op de entree van de attractie.

Folders en persberichten van het park brachten lange tijd geen bevestiging van dit vreemde nieuws. Het was mede hierdoor dat de spanning onder liefhebbers om te snijden was. Het “gerucht” wist de duizenden fans van de Efteling effectief in drie kampen te verdelen: voorstanders van de komst van Loeki argumenteerden dat Carnaval Festival wel een update kon gebruiken, en dat Loeki een goed passend figuur zou kunnen zijn. Tegenstanders waren er echter ook. De meesten hiervan zagen niets in de toevoeging van een prominente figuur van buiten de parkgrenzen. En dan waren er natuurlijk ook nog de ontelbare lieden die het hele verhaal niet geloofden. Al met al kreeg de wellicht tot voorkort wat ondergewaardeerde attractie opeens weer alle aandacht.

Zicht op het zojuist vernieuwde plein in 1998 -|- Foto: Ramon Heeren, © het WWCW 2006
o Het centrale plein in Noord, nu beter bekend als het Reizenrijkplein, was tegelijk met de komst van Vogel Rok flink aangepakt. Op deze foto uit april 1998 is heel wat te zien: de nieuwe schaakbordachtige bestrating, de verplaatste entree van Carnaval Festival en de stucwerkmuur die het nieuwe exterieur van de attractieloods vormt.

Naarmate de Winter Efteling ten einde liep en de start van het nieuwe zomerseizoen naderde, werden de gebruikelijke persberichten over nieuwe zaken voor het aanstaande seizoen gepubliceerd door het park. Geen woord echter over Loeki; het park schreef niets dat ook maar zou kunnen duiden op de komst van de STER-leeuw. Totdat, op 16 maart 2005, een klein persbericht in de landelijke media de aandacht trok:
 

Loeki de Leeuw -|- illustratie: Geesink Studios, © GeesinkHILVERSUM - Loeki de Leeuw is woensdag verdwenen uit het gebouw van de STER in Hilversum.

Een nog onbekende studentenvereniging uit Utrecht heeft hem naar eigen zeggen "gered" uit het stoffige archief, waar het leeuwtje na meer dan dertig jaar trouwe dienst dreigde weg te kwijnen. Een
woordvoerder van de STER bevestigde woensdagmiddag dat Loeki zoek is.

Nog geen dag later kwam het vervolgbericht al naar buiten:
 
Loeki de Leeuw -|- illustratie: Geesink Studios, © GeesinkLoeki de Leeuw heeft een nieuwe verblijfplaats gevonden. Vanaf vrijdag 25 maart a.s. is hij één van de nieuwkomers van het Efteling-seizoen 2005. Op de openingsdag van het kersverse seizoen van het Kaatsheuvels attractiepark zal de bekende STER-leeuw te zien zijn in de attractie Carnaval Festival. Gisteren ´verdween´ Loeki nog spoorloos uit het kantoor van de STER in Hilversum. Naar verluidt om zich elders te gaan vestigen. De Efteling zal zich de komende jaren ontfermen over deze aardige leeuw, die tot eind 2004 op de Nederlandse televisie te zien was.

De PR-stunt behaalde maximaal resultaat. Zelfs de landelijke radio (in de vorm van Radio 3) trapte er met open ogen in. Een vertegenwoordiging van deze zender klom zelfs over het hek van het park om de “ontvoering” van Loeki tegen te gaan. De Efteling haalde rond Carnaval Festival al eens eerder een dergelijke truc uit. In de jaren ’80, onder leiding van de latere Land-van-Ooit-directeur Marc Taminiau, stuntte het park onder andere door een ‘ongeluk’ met een vrachtwagen vol ronde rode neuzen in scène te zetten. Natuurlijk vlak voor de openLoeki de Leeuw in de etalage van Het Valies -|- Foto: Friso Geerlings, © het WWCW 2006ing van de attractie in 1984. Ook toen was er media-aandacht in overvloed. In aanvulling op de persberichten publiceerde de Efteling in de week voor de seizoensstart van 2005 een huis-aan-huisfoldertje, waarop een foto van Loeki in boerenkostuum was te vinden. Het welhaast eeuwige “gerucht” rond zijn komst was daarmee voorgoed realiteit geworden.

Op de openingsdag van het seizoen 2005 was het dan zover. Om 11.11 uur (twee maal het gekkengetal) werd het vernieuwde Carnaval Festival officieel heropend. De opening werd opgefleurd met een ballonnenwedstrijd en een speciaal optreden van de “Rode Neuzen Reis” vol met leeuwenliedjes (deze act werd tijdens de seizoenen 2004 en 2005 voor de ingang van het Festival opgevoerd, waarbij drie naar voorbeeld van figuren uit de attractie geklede entertainers verschillende meelalliedjes ten gehore brachten. Dit attractie-entertainment had echter al snel de twijfelachtige eer meer serieuze Efteling-liefhebbers wèg te jagen van het Reizenrijkplein dan te verleiden tot een bezoekje...). De plechtigheid vond zijn letterlijke en figuurlijke hoogtepunt in een toespraak van parkdirecteur Olaf Vugts en Geesinkdochter Louise, hoog vanuit een hoogwerker boven de attractie-entree. Met tien kloppen op de hoed van de Circusdirecteur boven de ingang kwam de eerste fonkelnieuwe Loeki — Asjemenou! — te voorschijn. Het gele vogeltje dat twintig seizoenen lang uit de hoed piepte, was gevlogen. Het lint dat de attractieingang afsloot werd plechtig doorgeknipt en alle aanwezigen (waaronder zo’n beetje de voltallige Internetfanpopulatie van het park) konden aanschuiven om de vernieuwde attractie te bezoeken. Er wachtten heel wat Loeki’s en Guusje-het-eendjes op een nadere beschouwing. Volledig volgens traditie, en dus net als bij de opening in 1984 (en het jubelseizoen 2002), voorzag de Efteling ook dit maal in rode feestneuzen voor de bezoeker. De mand met de rode carnavaleske begeerlijkheden was in mum van tijd leeg.

Loeki verscheen overigens op deze dag niet alleen ín de attractie, maar ook daarbuiten. “Het Valies” werd als dé winkel van Carnaval Festival natuurlijk flink verloekied: in de etalage dook de leeuw op, en een mand in de souvenirshop bood ook plaats aan de STER-leeuw. Deze twee figuren waren overigens erg vergelijkbaar met die uit de attractie zelf: ongeveer even groot en van het zelfde materiaal gemaakt. De beide figuren leken dan ook eerder misplaatste attractiefiguren dan specifieke winkeldecoraties, zeker de “Franse” Loekie met baret.
 
Vertelden wij van het WWCW je al...
...dat je geen tijdmachine nodig hebt om met je eigen ogen te zien hoe vroeger de buitenkant van het Festival er uit zag? De achterkant van het gebouw, grenzende aan het dienstenterrein, is in 1998 namelijk niet meegenomen bij het bouwen van de stucwerkmuur en bestaat nog altijd uit de oorspronkelijke blauw-grijze golfplaten met hun typerende ruitvorm langs de dakrand.

 

 


In het Carnaval Festival worden bezoekers meegenomen op wereldreis. Onder begeleiding van de nar Jokie de Prrretneus én ― sinds 2005 ― Loeki de Leeuw & Co, maakt men een reis door een zorgvuldig geconstrueerd universum van eenvoud en plezier. De reis is opgesplitst in een twintigtal scènes die voorbijtrekken als op zichzelf staande taferelen. Hierin zijn in totaal vijftien “landen” te herkennen. Door middel van typische, clichématige kenmerken ― gepresenteerd in de vorm van het uiterlijk van de figuren, hun kleding en de decors waarin ze figureren ― worden de verschillende plaatsten op aarde uitgebeeld. Ook de muziek speelt hierbij een prominente rol; aan de variaties op de hoofdmelodie en de instrumentatie is duidelijk te horen welke cultuur in dat deel van de attractie centraal staat. Laten we de hele trip (in de situatie van eind 2005) eens bekijken: van Holland tot Hawaï, of, zo u wilt, van Harmonie de Kwakers tot de hoelahoepdanseressen.

Het oude kuikentje in de hoed -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006
o Decoraties boven de attractie-ingang, onder andere in de vorm van een grote gele Jokie en de circusdirecteur (hier nog met het pre-Loekiaanse kuikentje in z'n hoed).

We betreden de attractie via de ingang aan het ruime Reizenrijkplein en komen zo via een trapje terecht in de wachtruimte. Het is niet bepaald de mooiste wachtruimte van het park, maar aangenaam wachten is sowieso geen Efteling-prioriteit. Aan de crèmekleurige wanden hangen oversized ansichtkaarten die Loeki de Leeuw van over heel de wereld naar het park stuurde. Ze vormen een voorproefje op de scènes die we tijdens de rit zullen zien. Een flinke plataan die al lang voor de bouw van deze wachthal in 1998 hier z’n plek had, steekt met zijn stam door het dak om met zijn kruin het dak tegen de zon te beschermen. De bollampen met vrolijke gezichten baden het geheel ’s avonds in een witte weerschijn. Confettistippen beginnen hier een decoratieprincipe dat ons tot de uitgang van de rit niet meer los zal laten.

Aankondiging opening van "Loeki de Leeuw" -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006Via een steile trap (ouders, laat uw peuters NIET zelf naar boven klimmen!) komen we in de donkere, min of meer ronde instaphal van de attractie, waar we over een brug en via weer een trap uitkomen op een plateau midden in de draaischijf van de attractie. Voordat we de trap afdaalden keken we nog even achterom naar de wand achter de loopbrug: hier bevond zich namelijk de vroegere ingang naar het instapperron, en deze oude situatie is nog goed te herkennen.

Het plafond van de instaphal is gedecoreerd met een tiental cilindrische lampen waarop de vlaggen van een aantal ― in de attractie uitgebeelde ― landen zijn afgebeeld. Vanaf de plaats waar de wagentjes van het transportsysteem de hal binnenkomen, zijn dit met de klok mee: Zwitserland, Alaska, Frankrijk, Mexico, België, Groot-Brittannië, Japan, China, Oostenrijk en Italië. Tussen het “begin- en eindpunt” van de tocht door de attractie is een groot paneel van Loeki de Leeuw in een luchtballon te vinden. Voor de komst van Loeki in 2005 had Jokie de Prrretneus hier zijn plekje. Zijn paneel was met meer reliëf uitgevoerd, waardoor het wat professioneler (en vooral) mooier overkwam. In de instaphal worden de confettistippen aan de wanden uitgelicht met blacklight. Nadat we vanaf het midden van de draaischijf naar een karretje zijn gelopen (vaak onder begeleiding van een door de eindeloos herhalende muziek enigszins mentaal verstoorde medewerker), plaats hebben genomen op een bankje, en de beugel zich heeft gesloten, kan de werkelijke prrret eindelijk beginnen...

n.b.: tijdens de rit zullen we op een vijftiental plekken Loeki en/of z’n eendenvrindje Guusje tegenkomen. Deze bespreken we ieder in een apart kadertje, om zo de verschillen tussen de pre- en post-Loeki-tijd duidelijk te maken. Foto's van Loeki zijn op de grote versie van de plattegrond (zie direct hieronder) te vinden.


Voor we werkelijk de rit door de attractie gaan maken (of eigenlijk lezen, dat is natuurlijk wat correcter op het WWCW), is het interessant een blik te werpen op de plattegrond van het geheel. Het Carnaval Festival steekt ingenieus in elkaar. Het is lastig om tijdens de tocht het "richtingsgevoel" binnen het gebouw niet kwijt te raken. De wagentjes draaien en kantelen dan ook wat af. Onderstaande kaart geeft precies weer hoe de baan door het gebouw loopt, en hoe de decors in elkaar passen. Een muisklik op de kaart doet een grotere versie verschijnen, waarin alle Jokies, Loeki's en scènenamen zijn aangegeven. Tevens zijn op de vergroting foto's van alle Loeki's en Guusjes te vinden.

Klik voor een grotere versie van deze plattegrond -|- Plattegrond: Ramon Heeren, © het WWCW 2006
o Klik op de plattegrond voor een vergroting met meer details en alle Jokie- en Loeki-locaties.


Het eerste land van het Carnaval Festival dat we met een simpele draai naar links binnen rollen is ons eigen koude kikkerland. Een reis door de wereld thuis beginnen is natuurlijk wel zo logisch. Het schept meteen een duidelijk referentiekader waaraan de andere landen getoetst kunnen worden. Nederland wordt goed, ja zelfs uitstekend vertegenwoordigd door drie ruime scènes waarin tientallen clichés rond ons koninkrijk aan onze (rode) neus voorbij trekken.

De eerste scène die we aan de linkerkant van de baan kunnen bekijken is meteen een speciale. Deze beschikt namelijk over een heel eigen “muzikale” variatie op het hoofdthema van de attractie. Het hier te horen kwakend repertoire wordt gezongen door de kikkermusici van Harmonie de Kwakers. Deze amfibische vertegenwoordigers van de Nederlanden laten tussen de waterlelies en rietstengels vrolijk hun “Kwaak! Kwaak!” en af en toe “Wribbit!” horen; daarbij de hoofdmelodie losjes volgend. Op de achtergrond van dit tableau zien we vissen in het water spartelen. Rechts van de kikkerharmonie staan enkele wat onnozele figuren. Opvallend is vooral de reus in klederdracht, met aan zijn neus een molen met tulpen als wieken. Drie Hollandse clichés in één figuur: zo komen we de rit wel door.

Harmonie de Kwakers -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Nadat ons wagentje een draai van honderdtachtig graden naar rechts maakt komen we aan bij een volgend tafereel uit eigen land: een Hollands visserijdecor. Uiterst rechts zien we een man die er met de deegroller van langs krijgt, terwijl hij in de waslijn (van zijn vrouw?) hangt. In de beginjaren van de attractie was op deze plek (net onder de deegroller) het actiefotopunt van de rit te vinden. Hierover meer verderop in deze bespreking. Links van dit huiselijk geweld, naast een kittig boerinneke met bril, staat een opvallend figuur met hoge hoed die qua formaat net iets boven de gemiddeld Carnaval Festival-figuur uitsteekt. Breed lachend en zwaaiend met zijn vlaggetje verwelkomt hij iedere bezoeker. Hoe gastvrij! Delfts Blauwe tegels in reuzenformaat tonen wat karakteristieke taferelen die we vaker tegenkomen op dergelijke wandbekledingen. Veel tijd hebben we niet om ze te bekijken, want onze blik wordt reeds getrokken door wat zich hier achter afspeelt: een visser die met zijn netten juist een flinke vangst heeft binnengehaald, met daarachter weer een reusachtige en uitermate curieuze boerin (de landbouw is goed vertegenwoordigd) die als plat decorstuk druk met haar handen en vlechten staat te zwaaien. Op de meerpaal die zich ook in het visserijtafereel bevindt zat vroeger een kraai; deze is tegenwoordig weggepromoveerd tot museumstuk in de collectie van het Efteling-museum (te vinden op een van de bovenste planken van het Wonderdepot).

Boerin en vlechten -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Achter ons bevinden zich inmiddels enorme, kleurige tulpen. We maken een grote draai om een rond podium dat zich op ooghoogte bevind. Hierop zien we een aantal in klederdracht gehulde paartjes rondjes zwieren op de vrolijke muziek. Een oud souvenirboekje van het park verklapt ons in een fotocommentaar bij deze scène wat we nu eigenlijk zien: een heuse klompendans, ook weer zo’n typisch Oudhollandse volkstraditie. Wie kent immers niet, zelfs in deze moderne tijd, de klompendansklassiekers die nu als kinderliedjes te boek staan? “Schipper mag ik overvaren”, “De Zevensprong”, “Zeg ken jij de Mosselman” en “Jan Huigen in een Ton”: noem maar op. De dansmuziek wordt in dit tafereel echter niet uitgevoerd door een perfect bij de klompendans horende oude, kreupele accordeonist, maar middels een grote verschCentrale figuur in Nederland -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006eidenheid aan polyester instrumenten. Althans, zo moet het lijken natuurlijk. De instrumenten (onder andere een trompet, de bekkens, de trommel en de trombone) worden bespeeld door figuren die op vreemde wijze vastzitten aan het “lichaam” van een gigantische carnavalspop die in het midden van het podium op een verhoging staat. Het is een Zuid-Nederlands carnavalsoptochtontwerp ten top: volslagen idioot en toch absoluut honderd procent feestelijk.

Het wagentje maakt nu een draai in tegenovergestelde richting, en zo komen we aan bij een scène die zó op zichzelf staat, dat je je afvraagt of deze eigenlijk nog wel bij de sectie Nederland hoort. We zien hier een veldje met daarop een vogelverschrikker van reusachtig formaat. Rond de verschrikker (die z’n werk dus niet erg goed doet), tsjilpen gekleurde vogeltjes dat het een lieve lust is. Hoe meer ons wagentje zijdelings verder rijdt, hoe meer vreemde zaken we in deze scène onder ogen krijgen: een koe met melkbus, een varken met strohoed, een vreemdsoortige draaimolen vol met groentefiguren, een hooiberg waar twee doerakken af en toe onder vandaan komen, en een boer die voor zijn kippen graan strooit. Eén van de kippen bevindt zich overigens in een soort tobbe vlak langs het traject van het transportsysteem. De tobbe doet tevens dienst als opvangbak voor de plasjes van het beeldje van een kleine jongen dat aan de wand bevestigd is; een duidelijke hint naar het volgende land op onze wereldreis.

Loeki in de tuba

Locatie: het duurt wat langer dan we wellicht zouden verwachten, maar daar is hij dan toch: de eerste Loeki van de rit. Onze STER-leeuw heeft zich verstopt in de tuba van de gigantische carnavalspop met muzikanten, in het midden van het klompendanstafereel op het ronde podium.

Uitbeelding: Loeki draagt een boers petje en kijkt van tijd tot tijd stiekempjes, middels een eenvoudig mechaniek, over de rand van de tuba. Te missen is hij nauwelijks.

Veranderingen: voor de komst van De Leeuw bezette een klein blauw vogeltje de plek in de tuba. Net als de vogel uit de hoge hoed van de Circusdirecteur (boven de ingang van de attractie) is deze nu gevlogen danwel verorberd. Op zich toepasselijk gedrag natuurlijk, voor een katachtige.

Loeki als boer

Locatie: al vrij snel komt de volgende Loeki in beeld. Deze keer staat de leeuw prominent in de boerderijscène, vlak naast de bovenmaatse vogelverschrikker.

Uitbeelding: Loeki is uitgedost in een boeren kiel, aangevuld met bijpassende klompen en zakdoek. Op zijn rug draagt hij een zak graan, waar (klunzig als de leeuw nu eenmaal is) een scheur in zit. Goudgele korrels vallen op de grond, tot genoegen van een groepje gekleurde vogeltjes, die deze oppikken. Ook op Loeki’s pet en op de zak zelf is een bijpassend vogeltje te vinden. Deze nieuwe vogeltjes zien er behoorlijk anders uit dan de uit 1984 stammende soortgenoten iets verderop in de scène. Deze laatste dragen een bolhoedje en een streepjesshirt.

Veranderingen: voorheen stond hier een zenuwachtig heen en weer wiebelend meisje, met in haar hand een portretje van Jokie. Deze stille bewonderaarster had eigenlijk verder niets met het tafereel waar ze zich in bevond te maken; boer Loeki is hier daarom duidelijk beter op z’n plaats.


Na de poort met het “Manneken Pis” volgt een lange bocht die ons langs een drietal Francofone landen voert. Allereerst brengen we een bezoek aan de zuiderburen: België. Wanden bedekt met spiegels, gekleurde bollen die lijken te zweven in de lucht, een klassieke fontein: het zijn allemaal nogal vreemde beeldelementen die niet iedereen direct met dit land zal associëren. De kleurstelling van de vier dwaze figuren in deze sectie geeft wat meer over het uitgebeelde land weg. De linker van de figuren in deze sectie springt het meest in het oog: door zijn borstelsnor, fototoestel (waar een plaatje van Jokie uit tevoorschijn springt) en uitbundige carnavalshoed —een verwijzing naar de Waalse haan— wijkt hij behoorlijk af.

Monaco -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Direct na de kleine Belgische spiegelscène krijgen we een klein podium onder ogen waarop verschillende figuren in avond- of zomerkleding hun rondjes draaien. Boven de feestvierders straalt een grote goudgele zon er lustig op los. Op de achtergrond van het enigszins afgeschermde tafereel zien we een soort havendecor. We lijken, als we de puzzelstukjes met wat vrijheid aaneen passen, hier te maken te hebben met een rijke stad aan de Middellandse zee. Als we dan toch moeten raden welke geografische locatie dit dan wel niet mag zijn, lijkt Monaco ons de meest logische keuze. Wie goed kijkt ziet vreemde snuiters tussen het rijkeluisvolk. We ontdekken ook typische Monagasten; een aantal topmodellen in bikini, één met een exorbitante hoed van een duur merk (waar een zwarte kat overheen spiekt) en een ondefinieerbare groene figuur met een roze puntmuts. Tja. Een beetje meer absurdistisch dan de rest van de attractie is deze scène eigenlijk wel te noemen.

Na de verwarring van Monaco is de volgende scène gelukkig weer een toonbeeld van herkenbaarheid: alle clichés werden ingezet door Geesink voor zijn weergave van de hoofdstad der Fransen: Parijs. In een zuurstokachtig rozerood belicht decor maken we kennis met haar bewoners, terwijl op de achtergrond een typisch Frans arrangement klinkt van de attractiemelodie. We zien een bistro waar obers af en aan lopen om hun gasten van wijn te voorzien. Even verderop leunt een dame van lichte zeden tegen een lantaarnpaal, en knipoogt verleidelijk naar ons. Meer verleiding (Parijs is niet voor niets la cité de l'amour, tenslotte): in het midden van de scène dansen drie danseressen onder een weergave van de befaamde “Moulin Rouge” de Can-Can. Ook vinden we in Frankrijk/Parijs een grote schilder met kwast en palet, twee kleinere tekenaars zoals we die kennen uit Montmartre, en vinden we nog drie figuren op de eerste verhoging aan de linkerkant. Op de voorgrond, vlak bij het traject van het transportsysteem, zien we een fotograaf (tel die gerust eens tijdens een hele rit – het zijn er meer dan je zou denken!), een agent met zwaaiende knuppel, een boef aan een stalen bal, en natuurlijk de overbekende bloemiste die in de loop der jaren aardig door haar flora heen is geraakt.

Parijs, overzicht -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Loeki als toerist

Locatie: op de fontein in België.

Uitbeelding: Loeki draagt z’n “casual” outfit: een t-shirt en een spijkerbroek, heeft een zonnebril op zijn hoofd en draagt een fototoestel. Het is meer dan duidelijk dat hij als toerist op bezoek is bij de zuiderburen. Met de voeten en handen fier in de lucht, spettert Loeki olijk op de waterstraal in het midden van de fontein.

Veranderingen: voorheen was op de fontein een Jokie te vinden met een uitzonderlijke narrenkap (met drie in plaats van twee punten). Deze was echter nogal klein uitgevallen; de Loeki die er nu is te vinden weet dan ook heel wat meer de aandacht te trekken.

Loeki als romanticus

Locatie: In een raampje achterin het decor van de Parijsscène.

Uitbeelding: zwijmelend van liefde in de stad der liefde kijkt onze leeuw naar beneden vanuit een hoog in het decor geplaatst venster. Op zijn hoofd een Franser-dan-Franse baret en om zijn nek een rode sjaal om de amoureuze bui van Loeki nog maar eens extra kracht bij te zetten. Deze Loeki is wellicht het moeilijkst te vinden (eigenlijk meteen ook de enige die niet direct in het oog springt) en is dan ook wat kleiner dan de rest.

Veranderingen: Loeki vervangt hier een enkel bloempotje. Naast de toevoeging van de leeuw zijn tevens de drie oplichtende hartjes bij het venster nieuw.

Terrasscene in Parijs -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006


We maken met ons behoorlijk comfortabele voertuig weer een draai, en belanden zo in het land dat Frankrijk menigmaal naar het leven heeft gestaan. Uit de speakers klinkt hier het neutrale hoofdthema van de attractie. We zijn gearriveerd in het Verenigd Koninkrijk. Londen trekt als eerste de aandacht in het Britse decor. Bij de ingang van een metrostation lijkt een Brit met bolhoed moeite te hebben om zijn paraplu in bedwang te houden. Aan de achterwand van de ondiepe scène (meer dan een meter is het niet) hangen wat platte Britse taferelen.

We komen langs de goudgepunte poorten van Buckingham Palace, hart van het Koninkrijk en de Commonwealth. Achter de poorten verdringen zich horden toeristen uit allerlei landen. Weer een mooie kans voor Geesink om zich uit te leven in een keur aan grappige Festival-bewoners. De menigte deint op en neer in de hoop een glimp op te vangen van Her Majesty of gewoon het dagelijkse Changing of the Guards. Het uitzicht op The Queen's Guard hier is nogal geestig: achterop het strenge gezicht van de wachters met de hoge berenbontmuts blijken clowns en andere vreemde gezichten verstopt te zijn. In de hoek van de scène (we maken hier een scherpe bocht) staat een witte ronde toren alwaar Jokie ons wijst op de ruiters te paard, die wellicht een verwijzing zijn naar de jaarlijkse Trooping the Colour-ceremonie in The British Capital. Bovenin de toren roteren nog wat ondefinieerbare gezichten achter een raam.

Volgende stop (of, eigenlijk, alleen een stop als de baan weer eens retteketet-is-stilgezet) zijn de Schotse Hooglanden; het land van de doedelzak, de kilt en tartanpatroontjes. Dit zijn dan ook precies de elementen die zijn opgenomen in deze microscène; het moge wel duidelijk zijn dat elke Schot natuurlijk zwaar beledigd zal zijn door de achtergestelde positie die zijn geboortegronden innemen in de attractie, maar vooruit: grappig is het geheel natuurlijk wél. We zien tegen een decor van Schotse ruiten een doedelzakspeler (in kilt) de haren uit z’n benen blazen, om zo het carnavalsdeuntje mee te doedelen.

Loeki gaat ondergronds

Locatie: op de trap van de metro-ingang, helemaal aan het begin van de Britse scènes.

Uitbeelding: Loeki draagt een keurig businessmannenpak (The name is Leeuw, Loeki de Leeuw) en de obligate bolhoed, die op z’n hoofd op een neer hupt. Als prima passende accessoire heeft onze bovenmaatse kater ook gedacht aan een paraplu. Niet onterecht ook: boven het regenscherm hangt een venijnig lokaal regenbuitje. De proporties zijn hier wel ver te zoeken. Hoe Loeki ooit de treden richting Undergound nog verder zou moeten afdalen is ons een raadsel.

Veranderingen: de plek van Loeki werd vroeger ingenomen door een al even goed geklede Brit met stiff upperlip. Deze moest het echter doen zonder de bewegende bolhoed (hij had in plaats daarvan een bewegende paraplu) en het regenwolkje.


Tijd voor het volgende grote Europese blok; dit keer brengen we vanuit onze voertuigen een bezoek aan de germanofone landen van de Unie. We belanden direct midden in wat op een soort Oktoberfest in de Duitse bondsrepubliek moet voorstellen. De klarinettist die helemaal vooraan in de scène te vinden is, en zo dus voor attractiebezoekers het feestje inluidt, is één van de meer beweeglijke figuren die we tegenkomen tijdens de rit.

Jolig koor in Duitsland -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Op het balkon met druivenranken (we besparen de lezer hier een etymologische verklaring van de Duitse herkomst van het woord balkon) boven het "dorpsplein" (want daarvan heeft de complete decorinrichting toch het meeste weg) lallen wat knaapjes in matrozenpak mee met de muziek. Mogelijk betreft het hier een verwijzing naar de Wiener Sängerknaben, die voor de gelegenheid buiten Wenen optreden. Beneden, op het plein, zwieren de jodelkampioenen, Beierse jongelingen en andere in lederhosen gehesen figuren vrolijk in het rond. Jokie de Prrretneus staat er bij en kijkt er tevreden naar. De dorpspleinscène heeft nog wat aardige details te bieden. Zo zien we hier een standbeeld van een violist (nee, André Rieu was in 1984 nog niet bekend genoeg om hier model voor te hebben gestaan) en hangt er een nogal koddig uit de ogen kijkend Oude situatie in de Alpenscene -|- Foto: Friso Geerlings, © het WWCW 2006hertengewei aan de muur. Wat verderop rijden we langs één van de meer originele stukken decor: een drietal antropomorfe kasteeltorens die hun bierpul fier omhoog steken. Tsja, je bent Duits of je bent het niet natuurlijk. Ook als Duits kasteel. Het bacchanaal bij onze oosterburen wordt gecompleteerd door dansende paters (vast en zeker met een stevig abdijbier) en een gelukzalige wijnslurper in de hoek van de scène.

We draaien weg van al die beelden van openbare dronkenschap, maken een halve ronde om de as van ons voertuig en kijken uit op de glimlachende gezichten van de Alpen. Grote oplichtende ogen doen Europa’s hoogste bergketen onschuldiger ogen dan ze vaak is. De vertegenwoordiging in de vorm van symbolen van natiestaten is vooral Zwitsers. We zien een sint-bernardshond, de Zwitserse vlag, en een steenbok. Een aantal skiërs en een sneeuwpop completeren de wintersportidylle.

Hoewel we de scène hierboven al aanduidden als voornamelijk Zwitsers moet het geheel waarschijnlijk ook doorgaan voor het Oostenrijkse alpengebied. We baseren dit op de Oostenrijkse vlag in de instaphal van de attractie, en op wat oude fotoboekjesteksten. Erg veel concrete aanwijzingen voor Oostenrijk kunnen wij echter niet vinden, de Sängerknaben daargelaten; zelfs Jokie staat te smikkelen van een Zwitserse kaas in de scène... Maar goed, we melden het maar even.

Guusje op het vat

Locatie: op het rode vat aan de rechterkant van de Duitse sectie.

Uitbeelding: Loeki’s kleine eendenvriend Guusje kijkt, gehuld in een kleurig zwembandje, vanaf het aan de wand bevestigde vat naar beneden. Het komt eigenlijk als een verrassing dat ook Loeki’s vriendje van de partij is tijdens de rit. We zijn immers al een heel eind op weg, en nu pas duikt hij voor hLoeki en Guusje bungelen in de Alpen -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2006et eerst op. Eenmaal gespot blijven we echter het innemende eendenkuiken tegenkomen in de attractie. Tot ons genoegen, overigens. Want zeg nu zelf: wie Guusje zelfs niet schattig vindt, is een échte professor Koudhart.

Veranderingen: geen, Guusje is zonder verdere aanpassing aan de scène toegevoegd.

Loeki en Guusje op wintersport

Locatie: in de Alpenscène, bungelend aan een touw dat de sneeuwpop op de top van de centrale bergpiek omhoog houdt.

Uitbeelding: vooral in deze scène is het enorme verschil in grootte tussen de nieuwe Loeki-poppen en de oudere bewoners van het Festival duidelijk. Loeki hangt samen met Guusje te bungelen aan een bergbeklimmerstouw dat wordt vastgehouden door een sneeuwpop; ze dragen een skipak en hebben de lange latten ondergebonden. Erg goed blijkt de STER-held niet te zijn in wintersport, want z’n snorharen zitten danig in de kreukels, de ski’s zijn afgebroken en de stokken vervormd. Niet voor niets roept Loeki hier zijn onmiskenbare “Asjemenou!” uit, terwijl hij perplex naar boven staart en z’n vinger vragend bij z’n mond houdt. Guusje, die nog net het uiteinde van het touw weet vast te houden, draagt naast de latten niet veel meer dan zijn zwembandje en een blauw mutsje.

Veranderingen: voorheen hing er een veel kleinere pop met Beierse klederdracht aan het touw. Voor wat betreft deze scène is de Loekificering twijfelachtig. Met name de extreme omvang van de leeuw (zeker relatief tot het decor) is debet aan het nieuwe totaalbeeld.

Duitsland, overzicht -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006

Lees verder in de hoofdtekst van "een Wereld vol Prrret!" op pagina vier...

 

 


Carnaval Festival blinkt niet uit in verbazingwekkende speciale technische effecten of Peter-Reijndersfoefjes. Er zijn geen lasers, mistsystemen, projecties, complexe nokkenschijfkelders of Pepper’s Ghosts te vinden in de Wereld vol Prrret. Voor de effectiviteit van de “beleving” van de rit lijkt dit echter weinig uit te maken. De vrolijk gekleurde spots en de zich steeds herhalende draaibewegingen van de figuren en andere showelementen: samen geven voldoende dynamiek om de decors interessant en afwisselend te houden; ze brengen, als het ware, voldoende “leven in de brouwerij”.

Entreehal en transportsysteem -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006


Het meest opvallende technische aspect van Carnaval Festival is dan ook niet zozeer in de decors te vinden (daar doen elektromotoren en pneumatische cilinders immers braaf hun werk), maar in de manier waarop bezoekers worden verplaatst binnen de attractie. Carnaval Festival was de eerste échte “darkride” van het park. In deze context moeten we “darkride” zien als een attractietype waarbij bezoekers met behulp van een of ander transportsysteem bewogen worden door een volledig geconditioneerde, van de buitenwereld afgesloten ruimte, waar met behulp van decors en (meestal) poppen en robots een bepaald verhaal of thema gepresenteerd wordt. Hoewel het park eerder met ‘De Indische Waterlelies’ en het Spookslot al werkte aan gedetailleerde indoor shows, ontbreekt het bij deze twee vroege attracties aan een transportsysteem; de bezoeker wandelt zelf langs de scène(s) en kijkt vanaf een immobiele plaats de geboden Efteling-wonderen. Carnaval Festival verplaatst de bezoeker middels een continu bewegend transportsysteem langs allerlei scènes. De attractie kan hierdoor ononderbroken, de hele dag door, bezoekers verweken en hen laten genieten van de malle streken van Loeki en de wereld van het feest.

Attractieposter "Adventure thru Inner Space" -|- © DisneyDe eerste toepassing van een vergelijkbaar transportsysteem vinden we in Disneyland, California. In 1967 opende hier, in het futuristische parkdeel “Tomorrowland” de attractie “Adventure Thru Inner Space”. Deze door de biotech-multinational Monsanto gesponsorde rit bood bezoekers een blik in het wilde moleculaire binnenste van een sneeuwvlok. Nadat bezoekers door de “Mighty Microscope” verkleind waren, reden ze in de nu zo bekende wagentjes-met-hoge-rug door allerlei scènes. Het ritsysteem werd door onder andere Disney-imagineer Bob Gurr ontwikkeld op basis van transportsystemen die hij gezien had op de New York World’s Fair van 1964-1965; de fair waar ook It’s a Small World debuteerde. Op de wereldtentoonstelling presenteerde General Motors zich in een enorme hal waar bezoekers middels automatisch draaidende en rijdende stoeltjes op een ketting doorheen werden geloodst. Deze eerdere transportsystemen boden echter lang niet alle mogelijkheden die Gurr in het systeem opnam. Hij wilde, naar aanleiding van ideeën van Walt Disney zelf, een systeem ontwikkelen dat van “kijkrichting” zou kunnen wisselen en hellingen kon nemen. Op deze manier zou de bezoeker een ervaring kunnen ondergaan als in een speelfilm: de showontwerper bepaalt de ideale kijkrichting, niet de bezoeker zelf. Gurr ging dan ook op basis van het aloude, nog door Henry Ford voor zijn Highland Park autofabriek ontwikkelde transportbandsysteem aan de slag, en wist een complex maar betrouwbaar ontwerp te maken. Door de combinatie van het (middels draaiingen) kunnen kijken in meerdere richtingen (omni) en beweging (movement) doopte men het systeem “Omnimover”. Deze naam draagt dit type transportsysteem nu nog.

De machaniek die Gurr voor “Adventure Thru Inner Space” bedacht bleek, ondanks de complexiteit, prima te werken. Disney paste het dan ook spoedig toe in andere attracties, zoals zijn in 1969 geopende spookattractie “The Haunted Mansion”. Het prototype (overigens gebouwd door het Amerikaanse bedrijf Arrow, dat begin jaren tachtig ook de Python voor de Efteling zou ontwerpen) in “Adventure Thru Inner Space” bleef in gebruik tot 1986, toen deze attractie vervangen werd door de Star-Warsvluchtsimulator “Star Tours”. Het ritsysteem was inmiddels echter onsterfelijk geworden in ontelbare Disney- en andersoortige attracties.

Het lag voor Geesink en co wellicht meer voor de hand om, bij het “klonen” van Disneys It’s a Small World voor de Efteling, ook het daarvoor gebruikte transportsysteem over te nemen. Door It’s a Small World rijdt de bezoeker immers niet, maar vaart men. Het opnemen van een (loodzware) vaargeul zou echter de attractieconstructie enorm veel duurder hebben gemaakt. Het park had, sinds 1981, ook al een bootvaart in de vorm van de Gondoletta. Daarnaast waren de creatievelingen en technici van de Efteling druk doende met het ontwikkelen van Fata Morgana, eveneens een darkride, maar dan één waardoor de bezoeker ook al zou gaan “varen”.

Bob Gurr en zijn vinding -|- Graphics: Friso Geerlings; Foto's: W.E.D.  © het WWCW 2006
o Bob Gurr, winnaar van de THEA Lifetime Achievement Award, ontwikkelde de Omnimover, die in 1967 voor het eerst gebruikt werd in Disneyland, California.

Voor de instap van Carnaval Festival week de Efteling af van het gangbare transportbandprincipe van Disneyland en Walt Disney World. Disney gebruikte voornamelijk Droomvlucht-achtige instapbanden, terwijl de Efteling koos voor het met de Gondoletta en Piraña beproefde draaischijfsysteem. Als leverancier van de Kaatsheuvelse Omnimover werd gekozen voor Mack Rides GmbH, een Duitse, aan Europapark gelieerde attractiebouwer. Het Omnimover-systeem van Mack is net wat eenvoudiger dan het door WED Enterprises ontworpen systeem. Het mist, bijvoorbeeld, een horizontale stabilisatie bij het nemen van hellingen. De betrouwbaarheid van het systeem is echter onbetwistbaar. Carnaval Festival heeft nauwelijks last van storing. Al sinds 1984 rijden de 118 wagentjes betrouwbaar elke acht minuten hun 240 meter lange rondje. Een eenvoudige rekensom brengt ons dan op 1,8 kilometer per uur, waarmee het Festival net iets langzamer is dan Fata Morgana. De attractiecapaciteit komt hiermee op 1600 bezoekers per uur; meer dan voldoende, waardoor de wachtrijen bij Carnaval Festival alleen op zomeravonden substantieel zijn. De aandrijving van het hele parcours bevindt zich overigens onder het traject, en niet, zoals menigeen denkt, in de compressorbox tussen het laatste en eerste wagentje van de keten. De meerijdende compressor houdt slechts het circuit op druk dat de beugels tijdens de rit dichtdrukt. Bij calamiteiten valt de druk weg en openen de beugels zich direct.

Kastelen in Duitsland -|- Foto: Bram Elstak, © het WWCW 2006
o Sommige decorstukken, zoals deze bierdrinkende kasteeltorens in "Duitsland", hebben eigenlijk alle eigenschappen van een figuur. Ze hebben een rode neus, ogen, en bewegen zelfs. Het is het formaat dat hier het verschil maakt.


In een recordtempo werd de kolderieke wereld van Geesink tussen eind 1983 en de opening begin 1984 in elkaar gezet. Gelukkig bood de eenvoudige vormentaal van de attractie genoeg mogelijkheden voor een snelle bouw: de meeste figuren zijn terug te brengen tot een aantal geometrische basisvormen, en de detailafwerking beperkt zich tot schilderwerk. De hele rit ademt de sfeer die zo kenmerkend is voor de grote carnavalsoptochten van Zuid-Nederland: papiermachéconstructies in eenvoudige vormen en felle kleuren. Natuurlijk moesten de poppen van de Wereld vol Prrret wel wat duurzamer uitgevoerd worden dan hun eendagscollegae van de openluchtoptochten. Deze zijn dan ook, met behoud van de structuur van papiermaché, uitgevoerd in polyester. De decors zijn grotendeels opgetrokken uit hout en piepschuim met ook weer een laagje polyester of kleurige verf. Al deze clowneske decors worden belicht met een heel arsenaal spots in tientallen kleuren. De meeste hiervan branden permanent, maar sommigen gaan aan of uit, of vormen zelfs speciale patronen zoals de rotatieprojectoren die het Alaskatafereel bedekken met een eindeloze stroom sneeuwvlokjes.

Decorontwerp door Geesink -|- Scan en edits: Friso Geerlings; illustratie: Geesink/Efteling © het WWCW 2006
o Een vroeg ontwerp van Joop Geesink voor een decor in de attractie. De ruwe, kleurige stijl is al aanwezig en we herkennen onder andere de reuzentulpen en de accordeonspeler natuurlijk. Bepaalde elementen zijn nooit in het definitieve ontwerp terecht gekomen, zoals de kabouters rechtsonder, of het varkentje.

In tegenstelling tot Efteling-attracties als het Spookslot of Fata Morgana, is er geen sprake van een echt “programma” dat de decors en poppen volgen. De figuren gaan hun gang en bewegen continu, zonder afhankelijk te zijn van bepaalde momenten in een voorgeprogrammeerde show of de positie van voortuigen in het transportsysteem. Eenvoud troef, dus. Wanneer het transportsysteem, meestal door het instappen van een gehandicapte, even wordt stopgezet tijdens de rit, bewegen alle figuren, geholpen door de aanvoer van elektriciteit en perslucht, eveneens gewoon door.


Net als in eerdere Efteling-attracties waarin belichting een centrale rol speelt (zoals het Spookslot) of latere dark rides (zoals Fata Morgana en Droomvlucht), is ook het Carnaval Festival voorzien van een enorme hoeveelheid spots, lampen, TL’s en andere lichtarmaturen. De felgekleurde decorstukken tegen hun donkere achtergronden vormen een ideaal tableau om sfeervol uit te lichten. Dat is dan ook gedaan; wie bij een bezoek aan het Carnaval Festival eens wat meer opzij kijkt dan vooruit krijgt een beeld van de rijkdom aan kleuren die de tinten van verf en polyester nog verder versterken. In 2005 werd, voor het eerst sinds 1984, het hele lichtplan onder handen genomen; dankzij informatie die het verantwoordelijke belichtingsbedrijf ― TeamProjects Lighting and Sound ― op haar site zette weten we ook precies wat er wel niet allemaal is geïnstalleerd. 160 Fresnel-schijnwerpers, 88 stuks Menuette Profile, 72 maal de Plano Convex (allemaal 500 watt per stuk), 46 Floodlights van 1000 watt elk en ook nog eens vijftig puntspots hangen aan de wanden. Er zijn echter ook nog wat speciale lichteffecten opgenomen. Zo baadt het Festival in het black light van 15 TL’s, zijn er tien zogenaamde “Strobe eggs” geplaatst, bevinden zich in de attractie vijf “Neon-effects” en zijn er ― in Alaska ― twee RS Sneeuwprojectors opgehangen die samen 4000 watt verbruiken. 40 meter lichtslang maakt het af. Een aardige elektriciteitsrekening voor Jokie, Loeki en co alles bij elkaar, leek ons zo.

Lichtontwerp van TeamProjects Lighting and Sound in ontwikkeling. -|- Foto: © TeamProjects Lighting and Sound
o Het nieuwe lichtontwerp van TeamProjects Lighting and Sound in ontwikkeling, hier weergegeven voor de Nederland-sectie van de attractie. Het fotocopyright ligt bij de lichtontwerper.

 
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6
    Jokie-aanwijzer -|- Graphic: Bram Elstak © het WWCW 2006