Attracties - Piraña: een spectaculair woest-wateravontuur

 
 
Naar pagiña 1 Naar pagiña 2 Naar pagiña 3 Naar pagiña 4
     
 

Bronnen van Inspiratie

 
De bron van al het water van de Piraña ligt in het tempelcomplex waar durfals hun reis over het woeste water beginnen en eindigen. De bronnen die Ton van de Ven gebruikte als inspiratie voor het ontwerpen van de tientallen decoraties rond de rivier, liggen echter een heel eind verder weg. Hiervoor moeten we namelijk naar Latijns Amerika.

In tegenstelling tot wat vaak te lezen is, is Ton niet uitgegaan van de decoraties van één specifieke cultuur uit de Amerika's. De Piraña is dus geen pure Inka- of, zoals sommige websites beweren, Aztekenrivier. De Piraña bevat elementen van zowel Maya-, Inka-, Chimú-, Azteken- en Tolteken-culturen. De decoraties doorkruisen honderden kilometers én jaren van geografie en geschiedenis van de Pre-Colombiaanse wereld.

Op deze pagina bekijken we de decoraties van de Piraña en vergelijken deze met de ‘originelen’ uit Meso-Amerika. De afbeeldingen die de Piraña-decoratie-elementen vergelijken met hun origineel zijn aanklikbaar waarna een grotere versie zichtbaar zal worden.

 
De geografische locatie van enkele Piraña-decoraties -|- Kaartje: Friso Geerlings © het WWCW 2003
  O Van Cuzco tot Tula, Ton haalde zijn Piraña-decoaties uit alle hoeken van de Amerikaanse continenten

Het Plein voor de Attractie

De Piraña -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003We beginnen deze tocht op het plein voor het gebouwencomplex van de Piraña. Wie hier om zich heen kijkt ziet al snel een drietal opvallende beelden. Een Pre-Colombiaanse Holle Bolle Gijs roept met een diepe stem om papier, en een eindje verderop staan twee hoge beelden streng de entree tot de tempel te bewaken.

De Holle Bolle Gijs hier is een zogemaande ‘Chac-Mool’, een beeld van de regengod Chac. De Chac-Mool is weergegeven als een halfopgericht mens, die op het punt staat zich op te richten. Op de buik houdt de Chac-Mool een offerschaal vast, bedoeld voor het plaatsen van mensenharten. De figuur is verder voorzien van armbanden, gevederde ringen en sandalen. De Chac-Mool is een beeld dat we tegenkomen bij bijna alle culturen in Midden-Amerika. Zowel de Tolteken, de Azteken als de Maya kennen deze vorm van “offeraltaar”. De Chac-Mool van Kaatsheuvel is een Maya-exemplaar, vrijwel zeker door Ton van de Ven gebaseerd op de Chac-Mool van de Tempel van de Krijgers in Chichén Itzá, een ruïnestad van de Maya in het noordelijke oerwoud van de Mexicaanse staat Yucatán. De Tolteekse invloeden zijn legio; ook niet zo vreemd als je je bedenkt dat Chichén Itzá eeuwenlang onder Tolteekse invloed stond. De Chac-Mool van Chichén Itzá staat zoals gezegd bovenop de Tempel van de Krijgers, en is te bereiken via een tientalle meters lange, steile trap. Het beeld wordt bewaakt door twee pijlers in de vorm van gestileerde gevederde slangen met wijd opengesperde bek. In de Piraña zien we deze ook terug, maar dan boven de entree.

De twee machtige Atlanten die de entree tot het tempelcomplex van de Piraña bewaken zijn Tolteekse krijgers. We komen ze in Mexico tegen in de voormalige Tolteekse stad Tula, maar ook in Chichén Itzá zijn wel enigszins vergelijkbare Atlanten te vinden. In Tula zijn ze te vinden bovenop de Tempel van de Hemellichamen, een grote trap-piramidevormige (vijf treden) stenen constructie. Er staan er hier echter geen twee, zoals in de Efteling, maar vier. Samen met een aantal cilindrische zuilen (verwijzingen naar de god van de morgenster, een verschijningsvorm van Quetzalcoatl, god van het water, de vruchtbaarheid, sterren, maan en wind) droegen ze het dak. De Tolteekse krijgers dragen op hun borst een vlindervormig schild, symbool van hun status. De Tolteekse tempel waar de beelden deel van uitmaakten werd rond 1170 verlaten toen Tula werd ingenomen door stammen uit het noorden.

Niet zozeer een decoratie, maar wel voorzien van een aardige naam is ‘Casa Caracol’, het horecapuntje aan het plein. Casa Caracol laat zich vertalen als ‘Huis van de Slang’, maar er valt meer te vertellen over Caracol. ‘El Caracol’ van Chichén Itzá, een machtige Maya-Tolteekse stad in Yucatan, is namelijk een bijzonder, rond gebouw dat gebruikt werd als observatorium voor het bestuderen van de sterren en andere hemellichamen. Het is een bouwwerk van zo’n 12 meter hoog, met in het inwendige een wenteltrap. De ronde vorm is erg bijzonder voor Maya-architectuur: we komen ronde bouwwerken verder vrijwel nergens tegen in Meso-Amerika. Overigens was het Caracol van Chichén Itzá gedecoreerd met maskers van Chac, de zelfde god waaraan de Chac-Mool beelden geweid waren. En zo is het cirkeltje van de bloeddorstige Holle Bolle Gijs naar het naastgelegen horecapuntje weer mooi rond.
 


De Voorgevel

Wanneer we verder lopen richting de entree van het complex, valt een tweetal zaken vooral op: de driedimensionale ornamenten rond de trapeziumvormige poort en de vooral vlakke decoraties op de rest van het gebouw.

De vissen- en vogelreliëfs die deel uitmaken van de vlakke decoraties zijn door Ton van de Ven regelrecht overgenomen van de Chimú, een pré-Inka beschaving uit Peru. De decoraties naast de entree zijn tegenwoordig nog in Peru terug te vinden op de archeologische vindplaats van de voormalige Chimú-hoofdstad Chan-Chan. Chan-Chan was een enorme stad van negen bij twintig kilometer. De dubbele watervallen in het traject van de Piraña -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003Tien ommuurde eenheden, ook wel bekend als ‘paleizen’, vormen de kern van het geheel. De decoraties die op de Piraña terug te vinden zijn, komen uit het paleis “Tschudi”, dat in de late jaren zestig van de twintigste eeuw prachtig gerestaureerd werd. De gebouwen in Chan-Chan zijn voornamelijk opgetrokken uit Adobe, een zongedroogde klei-achtige substantie waarin met mallen vrij makkelijk repeterende patronen konden worden gemaakt. Zo ook de muurversieringen in de beroemde “Gang van de Vissen en Vogels” in Tschudi. Naar verluidt leden de ambachtslieden van Chan-Chan aan de zogenaamde ‘horror vacui’ (angst voor de leegte), waardoor ze, net als de Chimú-wevers, een haast dwangmatige drang tot het decoreren van elke vierkante meter muuroppervlak hadden.

Boven de trapeziumvormige poort vinden we een ornament in de vorm van een opengesperde bek en een omhooggestoken staart. Het is de gevederde slang Quetzalcoatl. Quetzalcoatl was bij o.a. de Mixteken, Tolteken en Azteken de god van het water, de vruchtbaarheid, sterren, maan en wind. Ornamenten zoals deze komen we tegen als plafond-dragende pijlers (dus niet als muurdecoratie) op verschillende tempels in het door de Tolteken en Azteken beïnvloedde gebied in Mexico en overig Latijns-Amerika. In Teotihuacan is een grote tempel gewijd aan Quetzalcoatl voorzien van vergelijkbare opengesperde slangenbekken. De versie van het ornament dat Ton van de Ven model liet staan voor zijn ontwerp lijkt echter, evenals de Chac-Mool die hij als Holle Bolle Gijs liet functioneren, afkomstig van de Tempel van de Krijgers in Chichén Itzá, Yucatan, Mexico. De tempel is een onder zowel Tolteekse als Maya-invloeden opgetrokken bouwwerk, vrijwel geheel gebaseerd op de grote tempel van Tula. Niet ver van de tempel vandaan is overigens ook de kleinere Tempel van de Tijgers te vinden, waarin we ongeveer dezelfde Quetzalcoatl-zuilen tegenkomen, dit keer echter iets minder langwerpig.

De laatste decoraties rond de ingang van het complex die we bespreken zijn de twee versierde Maya-hoofden links en rechts boven de entree. De hoofden zijn typisch Maya: de geprononceerde neus en het hoge voorhoofd zijn duidelijke stijlkenmerken. Waarschijnlijk betreft het hier twee Maya-heersers, door Ton gemodelleerd naar Maya-aardewerk zoals dat onder andere in grote hoeveelheden is gevonden in de necropolis van het eiland Jaina, enkele meters uit de kust van Yucatan. De meeste van de daar gevonden beeldjes zijn slechts een dertigtal centimeter hoog, waardoor we de decoraties van Ton moeten zien als blow-ups. Wellicht ook dat Ton stijl en decoraties van verschillende Maya-vorsten combineerde, bijvoorbeeld ook van vondsten uit Palenque en Tikal.

We kunnen in elk geval concluderen dat de door Ton ontworpen entree een bijzonder fantasievol gecombineerd, maar daardoor nogal eclectisch geheel is geworden. Esthetisch is het resultaat echter bijzonder aantrekkelijk. De hoge Maya-priesters hadden het vast niet gewaardeerd als offerplaats, maar voor onwetende westerlingen is het natuurlijk al snel dik in orde als sfeermaker.

 



De Instaphal

In de hal vinden we de typerende trapeziumvormige ‘ramen’ die overal in de Pre-Colombiaanse wereld opduiken, bijvoorbeeld in de Inka-stad Machu Picchu (de prachtige, pas in 1911 herontdekte bergstad van waaruit het Inka-rijk na de Spaanse verovering door de laatste Inka’s werd bestuurd). Aan de muren is een tweetal verschillende decoraties te zien. Zogenaamde gouden “Tumi’s” en kleurige vanen. De vanen zijn voorzien van typische geometrische Inka-patronen in felle, warme kleuren, die zelfs tegenwoordig door de bevolking van de Andes nog nog gebruikt worden op kleding en kleden. De Tumi’s van Ton zijn relatief enorm: normaal gesproken is een Tumi een handzaam, ceremonieel mes, geheel of gedeeltelijk uitgevoerd in edelmetaal, rijkelijk gedecoreerd en ingelegd met (half-)edelstenen.

Tumi’s werden door de Inka’s niet alleen gebruikt voor het brengen van offers (overigens geen mensenoffers zoals we die wel bij de volken uit Mexico tegenkomen), maar ook voor ‘operaties’ waarbij Inka-dokters met de Tumi een gat in iemands hoofd maakten om ‘slecht bloed’ te laten weglopen. In Europa kennen we vergelijkbare medicinale kunsten als aderlaten. Tons Piraña-Tumi’s zijn uitgevoerd in de Chimú-stijl: juist ja, gebaseerd op de kunstzinnige uitingen van hetzelfde pre-Inka-volk dat ons ook de vissendecoraties van de voorgevel van het Piraña-complex bracht. De Inka's namen de edelsmeedkunsten van de door hen veroverde Chimú maar wat graag over.

Overigens schijnt een aan de muur gehangen Tumi geluk te brengen, een beetje vergelijkbaar met een hoefijzer aan de muur in Europa. Met zo veel enorme Tumi’s aan de wanden van het Piraña-complex kan er dan ook al bijna niks meer mis gaan. Toch? Enfin, of tijdens het Piraña-ongeluk van 2003 toevallig net een deel van de bovenmaatse Tumi's in onderhoud was, is ons helaas niet bekend... Ter plaatse afstoffen lijkt ons in elk geval wél zo veilig.
 



Tijdens de vaart

Het machtige muurwerk van Sacsayhuaman, een Inka-fort nabij Cuzco -|- Foto: 'De beschaving van de Inka's'Eenmaal aan het varen op de woeste, kolkende Piraña komen we nog een flink aantal decoratieve elementen tegen die het waard zijn om nader te bekijken. De meeste bevinden zich redelijk tegen het einde van de ‘vaart’ (wanneer de inmiddels doorweekte reiziger al weer in de buurt van het complex komt), maar ook wat verder vooraan zijn al in typische Inka- en Chimú-stijl opgetrokken muren en muurtjes te bekennen.

De muurtjes die bestaan uit — in de Efteling helaas nogal slecht nagemaakte — perfect aansluitende, meerhoekige stenen, komen we bij de Inka’s veelvuldig tegen. De Inka’s waren ware meesters in het bouwen van enorm sterke muren uit blokken steen die zo perfect aansloten dat er -letterlijk- geen speld tussen te krijgen viel, en dat er eveneens geen mortel nodig was om de aansluitingen af te dichten. Het Inka-fort ‘Sacsayhuaman’ (koningsadelaar) is hiervan het mooiste voorbeeld. Het werd ten noorden van Cuzco door 30.000 Inka’s gebouwd tussen 1438 en 1500, en bestaat uit drie terrasvormig achter elkaar geplaatste reusachtige muren.

Zichtbaar vanaf het vlot, maar eveneens makkelijk bereikbaar vanaf de laan Anderrijk-Ruigrijk is een op de Chimú-architectuur gebaseerde wafelmuur geplaatst langs het traject. Deze muren komen we tegen in Chan-Chan, de Chimú-stad die we eerder al noemden in verband met de vis- en vogeldecoraties van de voorgevel van het Piraña-complex.

Het laatste deel van de tocht is, zoals gezegd, weer rijk gedecoreerd, voornamelijk met reliëfs. Een rand van jaguars begeleidt de wildwatervaarder op weg naar het tempelcomplex, en rechts en links zijn verschillende vogels Een Inka-muurtje langs het traject -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003en antropomorfe figuren zichtbaar. Rechts van het water is een aantal decoraties te zien dat afkomstig is van een cultuur die de Inka-beschaving wel duizend jaar vooraf ging: de Tiahuanaco-cultuur.

Op de Zonnepoort, het belangrijkste overblijfsel van de Tiahuanaco-cultuur, vinden we een afbeelding van Kon-Tiki Viracocha, de schepper-god van vrijwel alle culturen uit de Andes. Het hoofd van Kon-Tiki is trapeziumvormig, en uit de ronde, lege oogkassen rollen tranen. Uit het hoofd komen stralen waarvan sommige in poemakoppen eindigen. Aan de gordel hangen trofeeënkoppen: en-profil afgebeelde mythische wezens. Ton heeft deze decoratie van de Zonnepoort (gebouwd tussen 300 en 600 na Christus) vrijwel letterlijk overgenomen, op de tranen na. Overigens was ‘Kon Tiki’ één van de namen die geopperd is voor de River Rapid in de Efteling. Een andere naamsuggestie, ‘Uru Bamba’, is gebaseerd op een wilde Peruaanse bergrivier. Ton van de Ven heeft zich duidelijk aardig ingelezen in de Pre-Colombiaanse culturen. Op de Tiahuanaco-Zonnepoort vinden we overigens ook (achtenveertig keer) de krijger terug die Ton afwisselend met Kon Tiki Viracocha heeft gebruikt als decoratie.

De laatste decoratie die we tegenkomen voor de vlotten via de transportband hun weg terug naar de tempel vinden, is te vinden aan weerszijden van de tunnel. Het betreft een van de tempel van Cerro-Sechin (een aan de Chavin Pre-Inka-cultuur verwante beschaving) overgenomen reliëf van een man met een ceremoniële staf. De figuur draagt een gordel en een hoofdtooi. Opvallend is ook dat zowel het hoofd en de benen en-profil weergegeven zijn, terwijl de borst dat niet is. Een dergelijke weergave van het lichaam vinden we ook terug bij bijvoorbeeld de Egyptenaren (de bekende ‘Walk Like an Egyptian’-houding).

Terwijl op de achtergrond de Gipsy-kings nog eens inzetten vaart het vlot de tempel weer binnen. De opvarenden kletsnat, maar zeer voldaan na zo veel cultuursnuiverij op zo’n klein stukje Kaatsheuvelse zandgrond.


Adobe Wafelmuren in Chan-chan - Klik voor een vergroting van deze vergelijking  Decoraties op de Zonnepoort te Tiahuanaco - Klik voor een vergroting van deze vergelijking

Cerro-Sechin - Klik voor een vergroting van deze vergelijking  Kon-Tiki Viracocha - Klik voor een vergroting van deze vergelijking


Naar pagiña 1 Naar pagiña 2 Naar pagiña 3 Naar pagiña 4
     
       
 

© 2003 Het Wonderlijke WC Web | tekst: Friso Geerlings | foto's: Bram Elstak & Friso Geerlings