Attracties - Piraña: een spectaculair woest-wateravontuur

 

 
Een spectaculair woest-water avontuur -|- logo: Friso Geerlings © Het WWCW 2003

Bootjes zijn er in de Efteling genoeg te vinden. VOC-driemasters, robuuste kogges en radiografische miniatuurtjes in het Ruigrijk: rustige gondels temidden van een zee van bloemen in het Reizenrijk en een heus radarschip in het Diorama in Marerijk. Ook Anderrijk, waar een aantal grote (al dan niet vergane) culturen uit het werelderfgoed van de mensheid elkaar ontmoet op een paar hectare Brabantse zandgrond, biedt plaats aan het nodige watervertier. Sinds jaar en dag liggen er de kano- en roeivijvers, die in de eerste helft van de jaren ’80 concurrentie kregen van een tweetal attracties waarbij spierkracht geen rol meer speelt om op het natte goedje vooruit te komen. De tweede daarvan is de exotische wereld van 1001-nacht: Fata Morgana. Maar dat is niet de attractie waar deze pagina’s over handelen. Nee, hier richten we ons oog op het woeste-wateravontuur, het kletsnatte vertier: de Piraña.

 
Naar pagiña 1 Naar pagiña 2 Naar pagiña 3 Naar pagiña 4
     
 

 
Den Toverlantaern
Den Toverlantaern

Voor, tijdens, of na het lezen van deze lijvige bespreking toe aan een onderbreking? Bezoek dan ook de WWCW-fotoreportage van de Piraña in de fotorubriek "Den Toverlantaern".
 
 

De Piraña, populair vanaf dag één

 
Het podiumpje van de Piraña -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003De Piraña werd in 1983 geopend in een hele reeks van relatief ‘on-Eftelingse’-attracties (natuurlijk gezien vanuit het standpunt van toen – tegenwoordig denken we hier heel anders over). Het park was op zoek naar nieuwe doelgroepen om zichzelf staande te houden, en onderdeel van die strategie was om meer te bieden dan sprookjes en speeltuin. Het startsein van de grote ‘bouwen-bouwen-bouwen’-periode werd gegeven met de komst van het Spookslot in 1978, maar met de komst van de Python in 1981 kwam de snelheid er écht in. De Piraña (op dat moment nog ‘Rapid River’, naar de typebenaming voor deze attractie van fabrikant Intamin uit Zwitserland) zou eigenlijk één jaar later al aan het attractieaanbod toegevoegd worden, maar dit bleek niet haalbaar. De Efteling was een kijkje gaan nemen in Astro World, Texas, waar Intamin’s eerste Rapid River gebouwd was, en wilde er toch wat ‘meer’ van maken dan een betonnen goot met snelstromend water. 1982 werd daarom het jaar van de Halve Maen; toch een boot en ook spectaculair, zij het op kleinere schaal.

De meerwaarde van de Piraña werd gezocht in een aankleding, zowel qua architectuur als landschappelijk, met een thema dat zou passen bij de essentie van de attractie: plezier door een collectief risico op nat worden, maar dat tegelijk niet zo
u botsen met de hoge kwalitatieve eisen die de Efteling stelde aan haar creatieve creaties. Ton van de Ven, die zich inmiddels meer dan bewezen had met succesprojecten als het Spookslot, ging aan de slag, en kwam tenslotte met een geniaal idee dat overal ter wereld navolging zou vinden.

Het Jubileumboek, ‘Kroniek van een Sprookje’, verhaalt de gedachtengang van Ton, op weg naar zijn Pre-Colombiaanse vondst, als volgt:
 
 
“De ronde vormen van de vlotten waarin de bezoekers vanaf 1983 de kolkende rivier bedwingen, herinneren hem aan de theorie van Erich von Däniken uit zijn boek ‘Waren de Goden Kosmonauten?’ en de perfect ronde, onverklaarbare cirkels die in Zuid-Amerikaanse landschappen werden aangetroffen. Die gedachtengang brengt hem vervolgens bij de culturen van Inka’s, Maya’s en Azteken. Om de attractie een bijzonder Efteling-gezicht te geven en tegelijkertijd een dak boven de bezoekers te creëren, laat hij zich inspireren door de architectuur van die culturen. De blokvormige bouwstijl met zandstenen beelden en veel reliëfs is in principe eenvoudig, maar geeft een spetterend resultaat.”
 

Ton zelf bespreekt zijn idee ook in een interview uit 1984:

 
Ton spreekt zich uit... -|- Foto: Bram Elstak © Het WWCW 2003    “…dan ga ik aan de tekentafel zitten met het idee die zo goed mogelijk in de Efteling in te passen. Neem bijvoorbeeld de Piraña. We kochten als bedrijf alleen de spanning en het avontuur van snelle vaartuigen en kolkend water. Ik ben dan als ontwerper degene die de omgeving moet creëeren, de sfeer bepaalt. Ik onderzocht daar van alles voor: marslandschappen, futurisme, indianendorpen of gewone Ardennenrotsen… Uiteindelijk heb ik voor een mengeling van allerlei Zuid-Amerikaanse culturen gekozen.”
 
 
De Piraña -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003

De bouw van de attractie begon in 1982 in de vijver waar voorheen gekanood kon worden. De Kano’s schoven een eindje op naar de voormalige roeivijver, en de roeiboten op hun beurt verhuisden een heel eind, naar de Vonderplas waar enkele jaren later Fata Morgana (op dat moment wel al volop in ontwikkeling) zou verrijzen. Het ‘tempelcomplex’ waar de in-/uitstapschijf zich bevindt werd opgetrokken, en van daaruit werd een betonnen goot aangelegd die via een flinke lus van 520 meter weer terug uitkwam bij het tempelcomplex. Een hoogteverschil van drie meter zorgde voor een sterke stroming die via drie enorme pompen in stand gehouden werd.

Net als bij het Spookslot al gedaan was, en later bij Fata Morgana ook zou gebeuren, werd de Piraña voorzien van meer dan slechts een mooie façade. Een complete omgeving werd gecreëerd, waaronder een groots meegethematiseerd plein voor de entree, een eigen horecapuntje (dat verschillende keren van naam zou veranderen) en veel exotisch groen langs het traject van de rivier. Rondom de ‘goot’ werden kunstrotsen, heuvels, watervallen, muurtjes en brokstukken van stenen geplaatst. (Voor een impressie van de bouw in foto's verwijzen we graag naar pagina vier van deze bespreking)

Op 18 mei 1983 werd de Piraña door Mr. Pieter van Vollenhoven officieel geopend. Geheel in lijn met eerdere attracties werd ook deze keer gekozen om de opening een aardige ‘twist’ mee te geven: met speciaal uit Peru (het land waar de oorsprong van zowel de Chimu- als Inkaculturen ligt) ingevlogen bronwater werden de vlotten gedoopt, terwijl Pieter zelf zijn best deed op een voor die gelegenheid ingestudeerde spreuk van een Zuid-Amerikaanse Indianenstam.
 

De River-Rapid in 1983 -|- Foto: EAH © Het WWCW 2003

   o Yucatan of Kaatsheuvel? In 1983 had de Piraña nog heel wat weg van het Mexicaanse schiereiland.
 

Tumi -|- Logo: Bram Elstak © Het WWCW 2003

In het openingsjaar benaderde de Piraña de gewenste Meso-Amerikaanse sfeer wellicht wel het meest. De beplanting rond de rivier bestond toen nog niet uit dichte loof- en naaldbosjes, maar veel meer uit korte grassen en lage struikjes. Allerlei rotsblokken en lage muurtjes tussen de begroeiing in gaven het geheel perfect de warme, bijna woestijnachtige sfeer van het Mexicaanse schiereiland Yucatan waar veel van de Piraña-decoraties hun oorsprong vinden. Voor het grootste deel zijn deze muurtjes en rotsen inmiddels overgroeid door welig tierende vegetatie. Hoewel dit de Piraña een heel mooi, natuurlijk aanzien geeft, haalt het wel een beetje de door Ton bedoelde sfeer naar beneden.

De entree van de Piraña was in 1983 ook anders. In tegenstelling tot tegenwoordig was de grote, rijk geornamenteerde poort zowel in- als uitgang. Het lichtelijk claustrofobische gangetje dat bezoekers van nu naar het hart van het complex leidt, was nog niet in gebruik. Mede door de komst van de Maxi-fotobalie veranderde dit later. Aan de gevel hingen op verschillende plaatsen vaandels in mooie felle Inka-kleuren. Deze zijn nu (helaas) alleen nog in de instaphal te vinden.

De Piraña in 1983 - Lang voor de verfspuit met fluorgeel ter hand genomen werd... -|- Foto's: EAH © Het WWCW 2003

Vanaf dag één trof de Piraña het Efteling-publiek in het hart. De attractie was en is, zeker op de warmere dagen, ongekend populair. De wachtrijen voor het tempelcomplex liepen dusdanig op dat het plein, tot ver voorbij de monolithische beelden van de Tolteekse krijgers die de ingang sinds 1983 kundig bewaken, voorzien werd van een met dranghekken in het gareel gehouden rij. Spoedig werd dit dan ook gefatsoeneerd met een van grote, van dik touw gemaakte meandering, die tegenwoordig tussen houten stokken loopt. Bij hoge uitzondering, maar tegenwoordig eigenlijk nooit meer, treed er een bandje op op het podiumpje boven de tunnel waardoor vlotten het tempelcomplex weer in varen. Eigenlijk is het jammer dat dit podium in ongebruik geraakt is. Het zicht is dan wel niet optimaal, maar de Piraña is een attractie waarvoor het toch niet al te moeilijk moet zijn een toepasselijk muzikaal gezelschapje samen te stellen. Pluk een clubje "centrum-Inka's" uit de gemiddelde binnenstad en voila: sfeer compleet.

Decoraties op de achterwand van het kleine podium van de Piraña -|- Foto: Friso Geerlings © Het WWCW 2003Via die wachtrij betreden bezoekers de met Tumi’s versierde instaphal. In het midden hiervan bevindt zich de controlepost waar het traject van de Piraña zorgvuldig in de gaten word gehouden. V
anaf een draaiende schijf stappen bezoekers in de ronde en gepatenteerde (‘Made for Intamin River Rapid Ride’) bootjes die de hele dag door de tempel binnen komen varen. In de instaphal en de meandering buiten klinkt een nogal variabele combinatie van Gipsy-kings, Dario-G, Jody Bernal en onbekendere doch meestal wel ietwat Latijns-georiënteerde klanken.

Via een scherpe bocht begint de wilde tocht die voor zo velen zal eindigen met een nat pak en bergen plezier. De donkere tunnel waardoor de vlotten hun reis beginnen is meteen een punt in de Piraña waar we ook weer een verandering ten opzichte van de oorspronkelijke situatie van 1983 kunnen bespeuren. Halverwege de tunnel bevond zich namelijk een ‘watergordijn’ dat de uitgang naar buiten aan het oog onttrok. Vlak voor een bootje het watergordijn zou raken hield het water op met stromen waardoor de bezoekers (nog) niet kleddernat werden. Het systeem heeft slechts kort gefunctioneerd, maar de leidingen van het water zijn nog steeds duidelijk te zien.

De tocht op de Piraña voert de bezoeker langs hoge watervallen, ver
raderlijke stroomversnellingen, golven en rustige dobberstukjes waar de vlotten elkaar zelfs in kunnen halen. Voorbij de helft van het traject bevindt zich een stukje rivier waar aan twee zijden enorme watergordijnen zich in de Piraña storten; onervaren bezoekers slaat meestal de schrik om het hart bij het benaderen van de stomende smalle doorgang, maar échte Piraña-vaarders weten dat de even verderop gelegen stroomversnelling en waterval veel verraderlijker zijn. Menigeen zal tijdens het bevaren van de wild klotsende rivier de handen vol hebben aan het proberen zo droog mogelijk te blijven. Voor wie zich van spetters niet te veel aantrekt is er echter heel wat te zien: mooie muurschilderingen van Jaguars en dappere Inka-krijgers, een prachtig uitzicht op de halfronde tempel met z’n typische trapeziumvormige ramen en natuurlijk het publiek dat langs het traject wacht om zelf te mogen inschepen voor een vaart. Uiteindelijk komt elk vlot weer terecht bij z’n oorsprong in het grote complex waar de reis begon.

Wie na het bedwingen van de Piraña maar geen genoeg kan krijgen van de Pre-Colombiaanse sferen, kan een aardige wandelroute volgen die begint bij de uitgang van het tempelcomplex en van daar af voert over het ‘middendeel’ van de lus die de rivier maakt. Een blik op het terras voor Piraña-personeel hoort niet tot de hoogtepunten, maar tegelijk zijn er verschillende mooie uitzichtpunten vanwaar het heerlijk genieten is van het waterleed van de Piraña-vaarders. Een van knoestige takken en touw geknoopte brug brengt wandelaars vervolgens over de ‘Karpervijver’ op het pad tussen Ander- en Ruigrijk.

Een gelukkig perfect gezinnetje in een perfecte attractie -|- Foto: Bram Elstak © Het WWCW 2003
 

Naar pagiña 1 Naar pagiña 2 Naar pagiña 3 Naar pagiña 4
     
       
 

© 2003 Het Wonderlijke WC Web | tekst: Friso Geerlings | foto's: Bram Elstak & Friso Geerlings