| Ton van de 
                          Ven liet zich bij het ontwerpen van de decoratieve 
                          elementen van de Piraña
                          
                          inspireren 
                          door de artistieke prestaties van een groot aantal
                          pre-Colombiaanse culturen. Niet zozeer omdat het 
                          essentieel is voor een vaart op de woeste rivier, maar 
                          deste meer omdat het gewoon leuk is om te weten, is 
                          hier een beknopt overzicht gegeven  van de 
                          geschiedenis van deze culturen. Er is niet naar
                          gestreefd 
                          compleet te zijn in deze teksten; daarvoor is 
                          tweeduizend jaar Meso-Amerikaanse geschiedenis te 
                          complex. Maar de informatie zou wel een indruk moeten 
                          geven van de indrukwekkende culturen die hun nog 
                          steeds even imposante sporen nalieten voor 
                          volgende generaties. 
                            
                            
                              
                                |  |  
                                | O Vogeldecoratie in 
                                Chan Chan, hoofdstad van het Chimú-rijk. |  
                            
                          
                           Chimú 
 De Chimú-indianen waren een zogenaamde ‘pre-Inka’-beschaving. 
                          Ze leefden vanaf ongeveer het jaar 1000 tot 1470 in 
                          Noord-Peru. Het Chimú-rijk strekte zich uiteindelijk 
                          uit tot aan de grenzen van het huidige Ecuador en de 
                          stad Lima. De belangrijkste Chimú-stad en tevens het 
                          interessantste voor voor de Piraña-fanatist, is de 
                          stad Chan-Chan, het hart van het Chimú-rijk. Vanaf 
                          deze prachtige Adobe-stad liepen wegen in alle 
                          richtingen verder het rijk in.
 
 Vanaf 1450 werd het Chimú-rijk meer en meer onder de 
                          voet gelopen door de expanderende Inka-beschaving. 
                          Uiteindelijk verdween het compleet, en werd het 
                          ingelijfd bij de rest van het rijk. Chan-Chan verloor 
                          een groot deel van de macht aan Cuzco, de hoofdstad 
                          van de Inka’s.
 
 De Chimú waren meesters in het maken van aardewerk en 
                          het bewerken van goud en zilver. Toen hun rijk werd 
                          opgenomen in het enorme Inka-imperium gingen deze 
                          kunsten niet verloren, maar werden stijl en 
                          vakmanschap toegevoegd aan de Inka-cultuur.
 
 
                          
                             Tiahuanaco 
 Een cultuur, genoemd 
                          naar haar belangrijkste stad, die lang voor de komst 
                          van de Inka's te vinden was in het huidige Bolivia. 
                          Veel is nog onbekend rond het ontstaan van de 
                          Tiahuanaco-cultuur, maar vast staat dat het centrum 
                          van deze beschaving rond 300-600 na Christus te vinden 
                          was aan het Titicacameer, ten westen van het moderne 
                          La Paz.
 
 Typisch voor de stijl van Tiahuanaco was de hoekigheid 
                          en strenge geometrie van de gebruikte vormen. Daarmee 
                          zou de stijl van grote invloed zijn op het latere werk 
                          van andere
                          pre-Inka volken zoals de 
                          
                          Chimú. 
                          Het belangrijkste archeologische overblijfsel van 
                          Tiahuanaco is de zogenaamde 'Zonnepoort'.
 
                          
                          De stad Tiahuanaco was al lang voor 
                          de komst van de Inka's verwoest door andere Pre-Inka 
                          volken uit de regio.
 
  Tolteken 
 Centraal Mexico werd vanaf de 9e eeuw tot 1168 bewoond 
                          door onder andere de Tolteken. De Tolteken, wiens naam 
                          gebaseerd is op het woord voor “kunstenaars” uit hun 
                          eigen taal, heersten zowel militair als cultureel in 
                          dit gebied. De hoofdstad van het Tolteken-rijk, Tula, 
                          beschikte over verschillende grote tempels en andere 
                          complexen. Onder andere de bekende Atlanten van Tula, 
                          de beeltenissen van Tolteekse krijgers die we ook in 
                          tweevoud terugvinden voor de ingang van de Piraña, 
                          zijn hier tot op de dag van vandaag te vinden. Het 
                          Tolteken-rijk werd rond het jaar 1000 verscheurd door 
                          een strijd tussen aanhangers van de god van het water, 
                          de vruchtbaarheid, sterren, maan en wind, ‘Quetzalcoatl’, 
                          en de zogenaamde Tezcatlipoca. De aanhangers van 
                          Quetzal trokken uiteindelijk weg naar de Maya-stad 
                          Chichén Itzá in de Mexicaanse staat Yucatán, waar een 
                          vermenging van de Tolteekse cultuur met die van de 
                          Maya’s plaats zou vinden.
 
 De Tolteekse hoofdstad Tula werd in 1168 ingenomen 
                          door invallende nomaden. Met deze inval verdween de 
                          Tolteekse cultuur echter allerminst. Tot aan de 
                          Spaanse overheersing bleven allerlei cultuurelementen 
                          bewaard in de culturen van andere Pre-Colombiaanse 
                          volken uit de Amerika's. De Tolteken werden door deze 
                          latere culturen gezien als grote cultuurdragers, 
                          erfgenamen van de bewoners van Teotihuacán.
 
                            
                            
                              
                                |  |  
                                | O Het Castillo van Chichén 
                                Itzá, gezien vanaf de Tempel van de Krijgers. |  
                            
                          
                           Azteken 
 De Azteken vormden een volk van legendarische 
                          krijgers, dat rond 1200 de stad Tenochtitlán stichtte, 
                          het tegenwoordige Mexico Stad. De Azteken waren 
                          oorspronkelijk een volk van nomaden, maar toen ze zich 
                          eenmaal in de hoofdstad van hun nieuwe rijk hadden 
                          gevestigd werd dat reizen al snel vervangen door 
                          oorlogvoering met Tenochtitlán als uitvalsbasis. In de 
                          loop van de 13e eeuw onderwierpen ze verschillende 
                          stammen in de omgeving. Elementen uit de culturen die 
                          ze overheersten werden toegevoegd aan de eigen 
                          Azteken-cultuur.
 
 In de loop van de 15e eeuw expandeerden de Azteken hun 
                          invloedsfeer flink door een reeks van krijgstochten. 
                          In 1521 echter kwam hieraan een plots en bloedig einde 
                          toen onder leiding van de Spaanse conquistador Hernán 
                          Cortés de Azteken verslagen werden. Een ironisch 
                          detail is dat aan deze overwinning grote groepen 
                          stammen meewerkten die hun kans schoon zagen wraak te 
                          nemen op de Azteken, die hen in de voorgaande eeuw 
                          hadden onderworpen.
 
 De Azteken hadden, in tegenstelling tot veel andere
                          pre-Colombiaanse culturen, een wat lagere achting voor 
                          nijverheid en kunst. De krijgskunst was voor hen dé 
                          nummer-één bezigheid van belang. In dat opzicht waren 
                          de Azteken wel een beetje de Romeinen van de
                          Amerika's. 
                          Elementen uit de Azteken-religie komen voort uit de 
                          door hen onderworpen culturen. Zo vereerden de 
                          Azteken, net als de Tolteken, de gevederde slangen-god 
                          Quetzalcoatl. In lijn met de waardering voor de 
                          krijgskunst was Huitzilopochtli, de zonne- en 
                          krijgsgod, de voornaamste god. De regengod Tlatoc werd 
                          tevreden gehouden met een hoeveelheid kinderoffers 
                          per jaar.
 
 Op artistiek vlak moesten de Azteken hun meerdere 
                          erkennen in andere volken: de Maya-beeldhouwkunst en 
                          Tolteekse monumenten waren van een hoger niveau dan de 
                          kunstzinnige uitingen van de Azteken.
  
                          
                          
                           Inka 
 
  De
                          Inka’s waren de bewoners van een enorm rijk dat zich 
                          uiteindelijk (rond 1525) uitstrekte van Ecuador tot 
                          diep in het huidige Chili. De hoofdstad van dit rijk 
                          was Cuzco in Peru, waar ook de zetel was van “El Inka”, de heerster van het rijk. 
 De eerste Inka-vorst was Manco Capac, die als een 
                          god-koning het rijk regeerde. Hij werd gezien als een Inkarnatie van Inti, de zonne- en tevens belangrijkste
                          Inka-god. Onder volgende vorsten werd het Inka-rijk 
                          een kundig georganiseerde centralistische staat, die 
                          vele volkeren aan zich zou onderwerpen. Topa Yupanqui 
                          onderwierp zelfs de machtige Chimú in Noord-Peru.
 
 In de vroege 16e eeuw zette de expansie van het Inka-imperium zich onverminderd voort. Huayna Capac,
                          Inka-vorst van 1493-1527, vernam echter in 1425 in de 
                          stad Quito dat Francisco Pizarro met ‘vreemde 
                          soldaten’ (de Spanjaarden natuurlijk) aan de kust 
                          geland was. In 1527 overleed deze laatste ‘echte’ Inka-vorst aan een waarschijnlijk door de Spanjaarden 
                          meegebrachte infectieziekte. Een ruzie tussen zijn 
                          eigenlijke opvolger Huascar en bastaardzoon Atahualpa 
                          zou uiteindelijk uitlopen op een machtstrijd die de 
                          val van het rijk zou inluiden.
 
 De Inka’s waren niet alleen organisatorische helden. 
                          Ook op architectonisch gebied waren het ware meesters. 
                          De beroemde vestingstad Machu Picchu is hier een 
                          geweldig voorbeeld van. Ook op het gebied van 
                          goudbewerking waren de Inka’s vrijwel ongeëvenaard 
                          (het befaamde ‘goud van El Dorado’). Gouden Tumi’s, 
                          religieuze messen met een maanvormig snijvlak, waren 
                          vaak voorzien van prachtige decoraties. Inka-decoraties zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld die 
                          van de Maya, vaak geometrischer en in essentie 
                          eenvoudiger, maar daardoor niet minder kunstig. De 
                          invloed van de Chimú op de Inka-kunst is enorm 
                          geweest.
 
 
  Maya 
 Niet zozeer één volk als meer een groep van min of 
                          meer samenhangende volkeren bewoonden en bewonen onder 
                          de verzamelnaam “Maya” het gebied dat zich uitstrekt 
                          van het hedendaagse zuiden en het schiereiland Yucatán 
                          van Mexico, via Guatemala, Belize, El Salvador tot aan 
                          Honduras.
 
 
  De 
                          geschiedenis van de Maya begint vroeg: rond het jaar 
                          200 na Christus beginnen de Maya namelijk al aan hun 
                          ‘klassieke periode’, die zou duren tot ongeveer 900. 
                          De zogenaamde post-klassieke Maya-periode duurde 
                          vervolgens tot de komst van de Spanjaarden. 
 De Maya-cultuur was bijzonder hoog ontwikkeld. Zo 
                          kenden de Maya als eerste pre-Colombiaanse volk een 
                          schrift, en beschikten ze over een ruime astronomische 
                          kennis en een bijzonder complexe kalender. Hun religie 
                          was gebaseerd op de kosmos; de hemellichamen en het 
                          begrip tijd speelden hierin een grote rol. De Maya 
                          waren, vooral in de zogenaamde pre-klassieke periode 
                          tot 200 na Christus, sterk beïnvloed door de Olmeken, 
                          een vroege cultuur die op gigantische stenen hoofden 
                          na niet veel archeologische vondsten heeft nagelaten. 
                          Van de Olmeken namen ze onder andere de Jaguar-cultus 
                          over.
 
 De Maya stichtten tientallen grote ‘steden’ die het 
                          religieuze en administratieve hart vormden van een 
                          hele regio waarin de bevolking woonde. Hierin komen 
                          hun architectuur en beeldhouwkunst tot op de dag van 
                          vandaag te bewonderen zijn. Palenque, Tikal, en Copán.
 
 Misoogsten, religieuze twisten, opdringende 
                          Nahua-volken en onbekende oorzaken maakten in het jaar 
                          900 een einde aan de bloei van de Maya in grote delen 
                          van Midden-Amerika. Op het Mexicaanse schiereiland 
                          Yucatán leefde de cultuur echter voort in de 
                          pre-klassieke periode. In het jaar 1000 namen 
                          de Tolteken de Maya-stad Chichén Itzá in, en zou de 
                          Tolteekse cultuur zich daar vermengen met die van de 
                          Maya.
 
 De Maya-Tolteekse cultuur van Yucatán bevatte onder 
                          andere Tolteekse elementen zoals de zuilen in de vorm 
                          van gevederde slangen, de grote Atlanten (Tolteekse 
                          krijgers) en de bekende (offer-)beelden van Chac-Mool, 
                          de regengod.
 
 De Maya-cultuur verdween grotendeels in de periode 
                          1525-1541, maar het laatste echte bolwerk van de Maya 
                          in Guatemala viel pas in 1697. Het Maya-volk leeft 
                          echter tot op de dag van vandaag in de gebieden van 
                          hun kundige voorouders, en draagt nog talrijke 
                          culturele en religieuze sporen van de ooit zo 
                          florerende Meso-Amerikaanse beschaving met zich mee.
 
 |