Kapitein Dubbelhoofd en Kapitein Trippelhoofd

 
 
 


Kapitein Dubbelhoofd
en
Kapitein Trippelhoofd

(Dubbelhoofd
3)


Pagina
3 van 12

ga direct naar:

1   2   3   4

5   6   7   8

9   10  11  12

 


(c) Het WWCW 200
4
Tekst: Jorn van de Wetering

 

 

 

Gravure -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004

 

 

 

 

 

 

 

Gravure -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004

 

 

 

 

 

 

 

 

Gravure -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004

 

 

 

 

 

 

 

 

Gravure -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2004

ndertussen wandelde Mex Mellens rond op het dek van het Seylend Fregat. Zachtjes kwam er een ‘schitterend’ uit zijn mond.
‘Bent u hier helemaal alleen gekomen?’ vroeg Maerk ten Stoppel.
‘Ik ben hier alleen ja. Toen Kapitein Panieck het reizen niet meer aankon heeft hij mij het Seylend Fregat en het kapiteinschap toevertrouwd. Er lag slechts een rang tussen ons, die oude jongen en die oude man, die het zo goed met elkaar kunnen vinden. Dat vind ik op zich weer een fenomeen, waar ik erg dankbaar voor ben geweest, uiteraard.’
‘Dus u hebt Kapitein Panieck nu opgevolgd?’ vroeg Rolander van ’t Zijl.
‘Kapitein Panieck opvolgen is natuurlijk onmogelijk omdat Kapitein Panieck een op zichzelf staand fenomeen is. Binnen dit schip is dat niet zo moeilijk gebleken omdat, ja, geestelijk hadden wij toch wel een verwantschap en bleken twee handen op een buik te zijn. Wat dat aangaat heb ik mezelf nooit geweld aan hoeven te doen. Ik zeg wel eens dat ik me meestal beweeg in een korset, het korset van het Kapitein Panieck-creatie denken, maar dat heeft me nooit bekneld, het heeft altijd als een tweede huid om me heen gezeten.
‘Maar ik dacht dat het Seylend Fregat gezonken was voor de kusten van Djofri?’ vroeg Kenny Noeth.
‘Het schip was niet gezonken, nee. Het was tijdens onze laatste reis flink beschadigd. Het opknappen van dit vaartuig was een hele klus. Dat duurde even, vandaar dat ik hier nu pas kon zijn. Men was gedreven en zo gemotiveerd om er het beste uit te halen, dat iedere vingerwijzing met graagte geaccepteerd werd. Het zijn namelijk de mensen en de mensenhanden van Djofri die dit schip gemaakt hebben. Niets was mogelijk geweest zonder de aanwezigheid van die vele geëmotioneerde mensen. Het is niet de schipper die dit schip gemaakt heeft, het waren wij met zijn allen en zonder die gereedschapskist die wij waren voor elkaar was het nooit tot stand gekomen.’
‘Schitterend,’ zei Mex Mellens opnieuw. Hij verdween door een deur op het achterdek.

at wil je nu weer van me?’ vroeg Kapitein Dubbelhoofd.
‘Ik wil… zou willen praten… als broers onder elkaar,’ zei Kapitein Trippelhoofd met een grimmige lach op zijn gezicht. Kapitein Trippelhoofd was een opvallende en vooral vreemde verschijning. Dit vreemde werd voornamelijk veroorzaakt door de drie hoofden die hij had. Hij was onmiskenbaar de broer van kapitein Dubbelhoofd, maar zijn gezichten waren slank waar dat van Dubbelhoofd dik was en grauw waar het van Dubbelhoofd altijd leek te blozen.
‘Nou, praat dan snel en laat mij daarna verder weer lekker van mijn cel genieten,’ riep Kapitein Dubbelhoofd.
‘Het is ook altijd… met jou… hetzelfde,’ zei Kapitein Trippelhoofd. ‘De jongste… hij kreeg… alle aandacht. Nooit luisteren… wilde hij… mijn jonge broer.’
‘Jij had anders drie paar oren en nog kon je niet naar papa en mama luisteren,’ zei Kapitein Dubbelhoofd.
‘Moeder… en… vader,’ zei Kapitein Trippelhoofd. Zijn blik werd vurig. ‘Nooit hadden… ze hadden… ongelijk. Nooit… ze zeiden… zou het wat worden. Maar kijk eens… wie van ons tweeën… hier nu staat.’
‘Allebei, zou ik zo zeggen,’ zei Kapitein Dubbelhoofd. ‘Of moet ik zeggen: wij alle vier.’
De ogen van Kapitein Trippelhoofd leken vuur te spuwen. ‘Het is ook… nooit is het… genoeg met jou! Altijd die grappen over… mijn drie hoofden… wacht maar!’
‘Waarop?’ brulde kapitein Dubbelhoofd van het lachen, ‘Komt er nog een vierde bij? Wordt het dan Kapitein Quattrohoofd?’
‘Hou op… hou op… hou op!!!’ tierde Kapitein Trippelhoofd. Hij gebaarde naar zijn wachters. ‘Dat misbaksel… neem hem… weg van hier! En geef hem… alleen nog… water en brood!’
‘Met drie monden te voeden,’ gierde Kapitein Dubbelhoofd het met een rood aanlopend hoofd uit, ‘blijft er voor mij natuurlijk niets over.’
‘Wacht maar,’ zeiden de drie hoofden van Kapitein Trippelhoofd scherp, ‘Jouw tijd… hij komt nog wel. Nog even en dan… ik zal… de zeeën beheersen!’

p het ‘Seylend Fregat’ worden ook volop koersnavigatie-effecten gebruikt. Mex Mellens, die inmiddels het schip heeft verkend had was met Talvan den Chanbeur en Maerk ten Stoppel in gesprek over de toepassing hiervan.
‘Want waar gaan we het aanbrengen zodat het niet…?’ vroeg Talvan. Mex wilde wat zeggen, maar Maerk viel hem in de rede.
‘Een heel boeiend effect van het Seylend Fregat is… ik denk dat ze de eerste zijn die een schip hadden waarop ze met een met echte wals een schijvensysteem produceerden, maar dan ook echte schijven.’
Mex keek verbijsterd naar Maerk en zei: ‘Heej, dat is mijn quote.’
‘Excuses, mijnheer Mellens,’ zei Maerk ten Stoppel.
Even keek Mex Maerk nog verbaasd aan. Toen zei hij tegen Talvan: ‘Kijk, er zijn natuurlijk een aantal spelers in het veld die bootachtigen en boten maken. Zij hebben altijd gezegd: ‘Wij kunnen dat zelf net zo goed en met eenvoudiger middelen’ en een experiment in die richting in die richting is geweest destijds bij hun Koersuitstippelvaarnavigatie-systeem waarbij zij een hele oude manier van bewegingstechnieken in een nieuw jasje hebben gestoken. Alle bewegingstechnieken worden aangedreven met schijven en dat zijn houten schijven die ieder voor zich een bepaalde beweging vertegenwoordigen en op die schijven staat het programma gemonteerd wat de bewegingsafloop moet vormen van een zeil of het roer. Wij moeten gedurende de hele dag een koersverloop kunnen produceren en dat kunnen we met dit systeem perfect.’
Talvan den Chanbeur knikte bevestigend. In zijn hand had hij het ontwerp van een wiel met verschillende inkepingen. ‘Het idee van deze tekening was dus inderdaad om ons aan het varen te zetten. Ton Vendervan die maakt een schets voor een koerswiel en dan ga ik zelf aan het denken van hoe we dat moeten vertalen in koers en het was deze richting dus dan kom je zelf op een gegeven moment van: O, dat is leuk. En zus en zo oplossen en in dit geval hebben we wel voor een basiskoers gezorgd omdat ja, anders is d’r gewoon geen beginnen aan. Maar toen ik deze tekening kreeg bleek die zo mooi gedetailleerd te zijn. Maar door hele kleine details, door wat koersveranderingetjes je verder nog aanbrengt kan je dat wijzigen, dat ziet er dus net iets anders uit.’

Naar de vorige pagina   Naar de volgende pagina

 
 

Tekst: Jorn van de Wetering