Attracties - Pagode - De Kroon op het Werk
 
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4
     
       
 
Pagode, weerspiegeling in Brinkwateren -|-  Foto: Theo Buiting © het WWCW 2009
 
Techniek
De Efteling koos met de aanschaf van de Pagode voor de zekerheid van een “standaard” catalogusattractie van de internationaal bekende leverancier Intamin AG uit Wollerau, Zwitserland. In de jaren voor 1987 had de Efteling al een prima relatie opgebouwd met de Zwitsers, waaruit onder andere de aanschaf van de Halve Maen, de Piraña, de transportsystemen van de Gondoletta en Fata Morgana en de Swiss Bob was voortgekomen.

Flying Island
De Pagode is een attractie van het type “Flying Island” van Intamin. De Efteling was één van de eerste parken die de attractie kocht. Intussen is het Flying Island wel in meer parken te vinden (zoals Cypress Gardens, Florida en Parque España, Spanje), en Intamin fabriceert nog steeds nieuwe exemplaren van dit toch vrij zeldzame attractietype. In 2000 opende er nog een Flying Island in Gardaland, Italië.

Intamin levert volgens haar brochures en website drie modellen van het attractietype, met een hoogte van 30, 45 of zelfs 60 meter. De Pagode is een exemplaar van het 45-meter type. Voor de Efteling is dit een mooie hoogte; de attractie komt ver boven de bomen uit, maar gaat ook weer niet zo hoog dat de leuke details van het bedrijvige park in de diepte verloren gaan. Intamin specificeert het Flying Island als een attractie met een platform diameter van 17 meter, een stijgsnelheid van één meter per seconde en met een capaciteit van 100 bezoekers per keer. Een Flying Island kan volgens Intamin tot windsnelheden van 60 km/uur omhoog (windkracht 7), maar de Efteling houdt de attractie vanaf kracht 5 aan de grond.

Pracht bij nacht: de Pagode tegen het maanlicht -|-  Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2009
o Als een wonderlijk kroonjuweel tegen de duisternis van een zomeravond...

Constructie en mechaniek
In basis is de Pagode, ietwat denigrerend, te omschrijven een gigantische “wip wap”. De ene kant (de wip) is het bezoekersplatform, met daarop de tempel; de andere kant (de wap) bestaat uit een loodzwaar contragewicht dat in een tien meter diepe put wegzakt als de tempel ten hemel rijst. Het punt dat al dit gewicht draagt is de as, die met zijn zestig centimeter doorsnee tegen de 650.000 kilo overbrengt op de Kaatsheuvelse zandgrond. Het contragewicht draagt aan dit gewicht het meeste bij; dit grote “blok” weegt 340.000 kilo. De tempel zelf weegt 225.000 kilo. Wat over blijft is vooral de hefarm, die met zijn lengte van meer dan 45 meter de tempel op hoogte brengt. Tussen al deze gewichtige cijfers valt een lading Pagode-passagiers (maximaal zo’n 7500 kilo) volkomen in het niet.

Het contragewicht van de attractie is vanuit de tempel natuurlijk goed te zien. Tot enkele jaren geleden kon de geïnteresseerde Efteling-bezoeker via een publiek toegankelijk pad tussen het pleintje voor de Toko en de laan Marerijk-Brink veel dichter bij het contragewicht komen. Dichtbij dit belangrijke element van de Pagode valt pas op hoe enorm het contragewicht wel niet is, en wat een krachten er op de as en de hefcilinders moeten inwerken. Het wandelpad ligt er ook nu nog, maar is officieel niet meer toegankelijk voor parkbezoekers. Het bijbehorende verbodsbordje is echter makkelijk “over het hoofd te zien”.

Hoe de Pagode zich verheft in techniek -|-  graphic: Theo Buiting © het WWCW 2009
o de "knik" in de draagarm van de Pagode is niet voor niets precies zo lang en hoekig als die is; bovenstaande schematische weergave van het heffen van de tempel maakt dit duidelijk.

Het stijgen en dalen van de Pagode gebeurt met twee zware hydraulische hefcilinders ―van Eaton Industries te Eindhoven, het vroegere Hydrowa― nabij het contragewicht. Zoals vrijwel alle hydraulische cilinders heffen ze de Pagode met behulp van oliedruk de lucht in, en trekken deze ook weer naar beneden. Zonder oliedruk is de Pagode min-of-meer in balans, en blijft de tempel op hoogte stilhangen, of daalt slechts langzaam. Om de tempel de lucht in te krijgen en het bezoekersplatform te laten draaien, heeft de Pagode een elektrisch vermogen van 220 kilowatt. Dit is, ter vergelijking, ongeveer vier keer dat van het Spookslot.

In cijfers
   
Maximale hoogte tot het bezoekersplatform 45 meter
Hoogte van de tempel 15 meter
Gewicht van de tempel 225.000 kilo
Contragewicht 340.000 kilo
Totaalgewicht attractie 650.000 kilo
Diameter tempel 17 meter
   
Stijgsnelheid 1 meter / seconde
Rotatiesnelheid tempel 0,33 rotaties / minuut
Duur van een vlucht 5 minuten
Theoretische capaciteit (Intamin) 1400 bezoekers / uur
Maximumcapaciteit (Efteling-programmering) 900 bezoekers / uur
Maximum aantal bezoekers / vlucht 100
   
Maximale windsnelheid voor operatie (Intamin) 7 beaufort
Maximale windsnelheid voor operatie (Efteling) 5 beaufort
   
Doorsnede scharnieras 60 centimeter
Lengte hydraulische cilinders 11 meter
Stroomverbruik 220 kilowatt
   
Engineering Intamin A.G.
Bouw IGB Bouw, Breda
   

 
De Pagode, gezien van bovenaf. Foto uit het boek "De bovenkant van Nederland - Holland from the top", van Han van der Horst en Karel Tomeï (Uitgeverij Scriptum)
o Op deze foto uit het boek "De bovenkant van Nederland - Holland from the top", van Han van der Horst en Karel Tomeï, is de constructie van de tempel goed te zien. De centrale kegel van het Flying Island-ontwerp is vanuit normale posities netjes aan het oog onttrokken door faux-architectuur.

 

 

Pagodes
Het woord pagode is een door de Portugezen in de 16e eeuw in Europa geïntroduceerde term waarmee, voornamelijk in Oost-Azië voorkomende, torenvormige boeddhistische tempelgebouwen worden aangeduid.

Vanaf de derde eeuw voor Christus bouwt men in India al de zogenaamde stupas; deze koepelvormige bouwsels zijn in het boeddhisme bedoeld om een religieus object, bijvoorbeeld een beeld, te bewaren en te beschermen tegen de invloed van weer en wind. De stupa heeft zich uiteindelijk met het boeddhisme over Azië verspreidt, waarbij deze vorm van architectuur zich ontwikkelde tot de pagode. Ook pagodes werden initieel voornamelijk gebouwd om op een tempel- of kloostercomplex, religieuze zaken ―en dan met name geschriften― te bewaren.

Sneeuw op pagodedaken in Nikko. -|-  Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2009
o Te Nikko, Japan, deed het WWCW een welhaast spirituele pagode-ervaring op tijdens een winters tochtje.

Pagodes worden al vanaf de zesde eeuw gebouwd, in eerste instantie in China en Korea. De vroegste pagodes werden allemaal gebouwd van hout, een bouwmateriaal dat later in China en Zuid-Oost Azië ook wel vervangen werd door baksteen of natuursteen. In Japan, waar we ook de oudste nog bewaarde pagodes vinden (Horiu-Ji te Nara uit de 7e eeuw), bleef hout het enige bouwmateriaal. Met name Birma (Myanmar) staat bekend om haar grote aantallen prachtige pagodes; hierdoor staat dit land ook wel bekend als het “Land der Pagodes”.

Pagodes hebben tussen de drie en dertien ―maar altijd een oneven aantal― verdiepingen, waarvan de afdaken (vaak licht omkrullend aan de rand) naar boven toe kleiner worden. Het aantal van zeven verdiepingen komt in de Aziatische tempelarchitectuur het meeste voor. De vaak kunstig versierde daken zijn bedekt met halfronde, geglazuurde pannen in verschillende kleuren. De vier dakverdiepingen van de Pagode in de Efteling maken meteen duidelijk dat het hier om een westerse imitatie van het concept gaat, net als de beroemde tien verdiepingen tellende namaakpagode van Sir William Chambers, te Kew Gardens, Londen. Ook de dakbedekking van de Kaatsheuvelse pagode wijkt sterk van van het Aziatische voorbeeld.

Pagodes kunnen zich tot enorme hoogte verheffen. Gebouwen van zestig meter hoogte zijn geen uitzondering. Beroemd werd de ronde pagode van Nanjing uit 1431 (de zogenaamde “Porseleinen Toren van Nanking”), die helaas in 1853 grotendeels werd verwoest, maar voor die tijd een hoogte van 84 meter had; een hoogte waarnaast elke constructie in de Efteling verbleekt.
Door hun grote hoogte, zeker ten opzichte van hun omgeving, zijn pagodes nogal gevoelig voor blikseminslag. Met name de oudste, houten exemplaren hebben dan ook vaak te maken gehad met brand. Deze aantrekkingskracht op een onbedwingbare natuurkracht speelt een belangrijke rol in het religieuze aspect van het bouwwerk, als spiritueel geladen constructie. Veel pagodes hebben een opvallende top of “finial”, in de vorm van een lotusbloem. De pagode van de Efteling heeft, in lijn met een groot aantal Thaise pagodes, een opeenstapeling van meerdere van deze decoraties, uitgevoerd in verguld metaal.

Deze antieke pagode fotografeerde
het WWCW in Nikko, Japan.
Overigens hielden we hier natte
voeten en een
verkoudheid aan over...
In de Royal Gardens at Kew
(Londen) staat ook een "nep" pagode
met een even aantal daken. Dit is
een exponent van het ooit bijzonder
populaire "oriëntalisme".
  Epcot, een themapark van Disney
in Florida, bevat een fraaie
(verkleinde) replica van
de wereldberoemde
Tempel van de Hemel uit Peking.

Opvallend aan met name Thaise en Birmeese pagodes zijn de acroteria of “dakpunten”, die een bijzonder zwierige, welhaast organische en vertikaal georiënteerde vorm hebben. Deze uitbundige decoraties komen in China en Japan nauwelijks voor; daar worden vaak veel eenvoudiger sierelementen geplaatst op de plaatsen waar de punten van dakdelen elkaar ontmoeten. De Pagode van de Efteling is met zijn grote, witte acroteria (met name aan de dakpunten van de onderste verdieping) duidelijk geënt op de Thaise architectuur. Voor de overige niveaus heeft Ton van de Ven gekozen voor steeds een andere variant op het bekendste acroterion van de Zuid-Oost Aziatische architectuur.

De pagode-architectuur beperkt zich overigens niet alleen tot tempelgebouwen, en is geenszins een tot het verleden beperkte uiting van Aziatische élégance. De hypermoderne wolkenkrabber Taipei 101, vanaf 2004 een aantal jaren het hoogste gebouw ter wereld, verheft zich tot wel twaalf maal de hoogte van de Eftelingse Pagode boven Taipei, Taiwan, en is met zijn typerende, herhalende vorm, toch onmiskenbaar een voorbeeld van de sinds eeuwen toegepaste bouwstijl.

Ook in andere attractieparken dan de Efteling komen we pagodes tegen. Zo siert sinds de jaren tachtig een exacte replica van een Japanse pagode het Japan-paviljoen van het attractiepark Epcot van Disney in Florida, en staat een eindje verderop ook een (zij het verkleinde) versie van de Chinese, Pagode-achtige Tempel van de Hemel bij het land China in dat zelfde park.

 
De decoraties van de Pagode -|-  Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2009
 
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4