Informatie banner -|- (c) Het WWCW 2001

  Recensie - Kroniek van een Sprookje - 4
 
 


1962
Kogeloog beeldIn dit jaar geen grootse nieuwigheden, daarom besteedt de Efteling in dit jaar haar tijd aan het toevoegen en verbeteren van kleine dingetjes. Door deze rust weet de Efteling zich ook goed voor te bereiden op latere attracties, zoals de Indische Waterlelies, hier nog Fabstu geheten. Een erg slimme zet, iets wat de Efteling gewoon moet blijven doen. Neem nu PandaDroom, het voorbeeld van een attractie die in enkele maanden is bedacht en gebouwd. Het is gewoon niet te vergelijken met de Indische Waterlelies qua planning, bouw en uiteindelijke resultaat. De Indische Waterlelies is een attractie waarbij over ieder detail is nagedacht. We kunnen uit het laatste stukje tekst van dit jaartal ook opmaken dat de Efteling in 1962 al een soort van meerjarenplan had voor de jaren '60. Een manier van plannen die de Efteling vaker heeft gebruikt, maar vanaf ongeveer Vogel Rok jammergenoeg niet meer toepast.

Dan is er nog dat Kogeloogbeeld. Het is nooit goed duidelijk gemaakt waar het beeld heeft gestaan, waarom het er heeft gestaan en vooral waarom het ooit is weggehaald. We krijgen voor alle verdwenen attracties (Zwembad, Nachtegaal, Dansende Dolfijn, noem maar op) wel een verklaring, behalve voor deze. In "Mam, een duppie voor de kip?" staat nog wel kort vermeld dat-ie in de beginjaren pal naast Langnek stond. Blijkbaar bestaat er over dit beeld weinig in het archief van de Efteling.

1963
Een aantal metamorfoses van Langnek prijken op pagina 64, het zijn ze niet allemaal en ze staan ook op zo'n vreemde plek in het boek, maar het is toch altijd leuk om te zien hoe de bekende Sprookjesbosbewoner er in de loop der jaren beter uit is gaan zien. Die oude versies zien er uit alsof ze van klei en papier-maché zijn gemaakt.

Vanaf dit jaar werden de bekende grammofoonplaatjes van de luistersprookjes verkocht. Het is een souvenir dat voor vele Nederlanders een aandenken aan de Efteling was voor thuis. Op de vermelding van deze hoorspelen na, wordt echter ook over dit verder niets gezegd, er staan zelfs geen afbeeldingen van in het boek.

Het verhaal over hoe Kleine Boodschap is gestolen, blijft een wonderlijk verhaal. Meteen bij het lezen hiervan wilde ik wel even weten of ook de meest recent gestolen sprookjesfiguur, Roodkapje in 1998, wordt vermeld. Daar zat immers ook een vreemd verhaal achter. Vreemd genoeg ontbreekt dat verhaal dan weer in het boek. Misschien is er met opzet besloten om alleen de meest idiote beroving op te nemen, want anders kun je ook wel vertellen hoe vaak de Rode Schoentjes al zijn gejat en de figuren in Carnaval Festival al zijn onthoofd.

1964
Het jaar van de verdwenen attracties, want zowel de Dansende Dolfijn, de Veulenweide als het Stationskoffyhuys zijn er niet meer (waarvan in het boek nooit wordt vermeld wanneer deze werden afgebroken). Vooral het feit dat vanaf dit jaar dieren belangrijk worden vind ik interessant. De pauwen die nog steeds door de Efteling fladderen zijn er dus al vanaf '64 bij.

Het ganzenhoedstertje in de werkplaats

Op pagina 64 zien we een stukje tekst uit de folder van 1964, en ik vind dit erg vreemd. Het was toch een kleine moeite geweest om die folder gewoon af te beelden? Ik ben erg nieuwsgierig naar de lay-out en de foto's die ervoor zijn gebruikt. Van het Ganzenhoedstertje zien we daarboven *wel* een afdruk van het oorspronkelijke krantenartikel.

1965
Na een kleine blik op pagina 69 vallen de vele getallen en bedragen meteen op. Overslaan dus. Bij het hokje met de kop "Indien artistiek verantwoord" wordt je erg nieuwsgierig naar die Miniatuurkermis van Van de Velde. Als dat iets in de geest van het Diorama was, dan had ik het toch graag in de Efteling willen hebben, maar voor hetzelfde geld was juist het feit dat de Miniatuurkermis niet naar de Efteling kwam de reden voor Pieck om een eigen grote miniatuurwereld te creëren.

1966
De begintekst hier zegt het al: "Na jaren van relatieve stilte presenteert de Efteling in 1966 weer een spectaculaire attractie." Die attractie is natuurlijk de Indische Waterlelies. De hoofdtekst en de tekstjes in de kaders vermelden hier even kort hoe de bezoekersaantallen gingen groeien en dat Koningin Fabiola het sprookje één jaar later zelf bezocht (maar meer over de Indische Waterlelies en het bezoek staat op de pagina's 71 t/m 74).

De Indische Waterlelies - En monumentaal wordt het zeker
Wauw! Er wordt ongelooflijk veel verteld over de Indische Waterlelies, van de auteursrechten tot de plaats in het park, van de muziekkeuze tot het niveauverschil in de vloer. Vele achter-de-schermen-foto's maken de drie pagina's compleet. Geweldig, en ik blijf het jammer vinden dat dit soort pagina's niet wat vaker in het boek opduiken.

Een FABSTU-wachter in de werkplaatsGelet op de locatie die aanvankelijk werd gekozen voor de Indische Waterlelies kunnen we meteen concluderen dat de Efteling dit ten eerste als een grootse attractie zag, en niet zo zeer als een sprookje voor in het Sprookjesbos. Nu blijft de Indische Waterlelies nog steeds een vreemde eend in de bijt (en nu ook de Chinese Nachtegaal) voor het Sprookjesbos, omdat het een heel andere soort van uitbeelden is dan van alle andere sprookjes hier. De vraag is natuurlijk of de Indische Waterlelies wel goed had gepast als het als een attractie ergens anders in het park was geplaatst en dan vooral als het op de plaats was gebouwd die hier in het boek wordt genoemd. Die plaats is waar nu het Diorama staat en ik denk dat het een grote fout was geweest als de Efteling dat had doorgezet. De beste plaats is dan ook gewoon het Sprookjesbos, en dat vindt ook directeur Diender, die de attractie monumentaal wilde laten aandoen.

De Indische Waterlelies kan worden beschouwd als de voorloper van attracties als het Spookslot, Fata Morgana en Droomvlucht. Een beleving met een gethematiseerd gebouw waarbinnen muziek en animatronics het sprookje laten leven. Het is ook nog eens het eerste project van vele bekende medewerkers, zoals Ton van de Ven en Jan Verhoeven. We kunnen Ton zien op de middelste foto van pagina 73. Deeze foto's zijn allemaal bekend van het vorige jubileumboek en van de viering van het 35-jarig bestaan van het sprookje in 2001, maar het is desalniettemin geweldig dat ze hier zijn geplaatst.

Er zijn een aantal anecdotes die altijd de revue moeten passeren en die iedere Eftelingfan uit het hoofd kent, zo ook het bezoek van Koningin Fabiola op 21 juni 1967, maar het is toch ook iets om trots op te zijn. Hoeveel attractieparken in de wereld kunnen nu zeggen dat ze een attractie hebben die bedacht en bezocht is door een vorstin? Het onderwerp wordt zowel in de documentaire als in het boek erg uitgebreid behandeld, meer dan ooit zelfs.

1967
Bij dit jaartal wordt het gekissebis over de sportvelden duidelijk verhaald. Toch een onderwerp waar nooit op is ingegaan en hier erg duidelijk wel. Ik heb me jarenlang afgevraagd waarom, wanneer en hoe het Sportpark uit de Efteling is geslopen. Het antwoord wordt hier eindelijk gegeven.

Dan de vermelding van meer Gijzen in het park. Ik had gehoopt dat nu duidelijk zou worden gemaakt wanneer iedere Gijs in het park is gezet, maar dat wordt het dus niet. De laatste zin geeft in ieder geval de hint dat vele Gijzen na 1967 pas zijn geplaatst, waaronder in ieder geval Baby Gijsje. In dit artikeltje wordt ook nog melding gemaakt van een horecapunt uit vervlogen tijden: "Het Dorstig Hert". Deze heeft een terras gehad en moet naast Geeuwende Gijs hebben gestaan, vermoedelijk dus waar nu 't Poffertje is. Helaas ook over oude en nieuwe horecapunten geen duidelijkheid.

1968
Pagina 77 bevat een foto van het oude tafereeltje van Sneeuwwitje. Hier ben ik erg blij mee, want ik heb tot nu toe alleen maar onduidelijke zwart-witbeelden van dit sprookje gezien. Hier is dan het complete tafereeltje duidelijk afgebeeld.

Als we dan de saaie tekst van pagina 77 hebben doorgeploegd, wordt onze moeite op de pagina's daarna beloond met het hele verhaal van hoe  Stoomtrein Aagje in de Efteling terecht is gekomen en hoe Karel van Tuijn werd aangesteld als lid van het stichtingsbestuur en een paginagroot artikel over het A-veld! Er wordt bij het Aagje-artikel melding gemaakt van een heus dagboek dat werd bijgehouden bij de zoektocht naar de juiste locomotief en we zien een foto van hoe het treintje op een lader het park inkwam.

Oh mijn god, wat een geweldige schets staat er op pagina 79. Ik zie dit al helemaal voor me, plak de poort onderaan de schets vast aan het Anton Pieckplein en de poort links aan het Vogel Rokplein. Wie heel goed op de schets kijkt kan zwanen zien zwemmen in twee verschillende vijvers voor dit plein. Deze zouden dan op de plek liggen waar nu de bomen tussen de twee wegen van het Vogel Rokplein naar het Carrouselplein zijn komen te staan. Zou dit plein niet een geweldige toevoeging zijn, en dan vooral met de Zomeravonden en de Winter Efteling, met de gezellige drukte en verlichting? Een groots plein met kleine attracties, gezelligheid, entertainment en vele Pieckse huisjes, daarvan kunnen er toch nooit genoeg zijn? De tekst verhaalt zelfs over de bijna-aankoop van een achtbaan in 1967 en over een doolhof die als uitloper van een spookslot zou dienen. Helaas zijn geen van deze plannen uitgevoerd, ook al zijn vele attracties toch nog in een andere vorm in het park verschenen.

Een tijdje geleden haalde Ton van de Ven al in een interview aan dat ook hij graag meer van dit soort lanen en pleinen in de Efteling had gehad, maar dat er niet genoeg applaus voor is. De gezelligheid en drukte van de Winter Efteling bewijzen mijns inziens echter het tegendeel. Waarom wil de Efteling wel geld besteden aan Wonderwachters en niet aan dit soort verfraaiing van de routes in het park? We zullen het wel nooit te weten komen.

1969
Een jaar dat altijd is voorgeschreven als attractieloos, maar de tekst hier vermeldt toch vele nieuwigheden, waaronder het entertainment. Al in 1969 was er een circustent op de Speelweide. Dat is toch echt iets nieuws voor mij, ik dacht dat dat iets van de laatste jaren was.

1970
Ook over de hoofdtekst hier weet ik maar weinig te zeggen, een erg droge tekst over de verhoudingen met de directeur. Leuk om eens te weten, maar absoluut geen interessante informatie die je koestert.

Pagina 83 geeft een vreemd stukje informatie, Peter Reijnders wordt hier namelijk belicht vanuit zijn te wilde ideeën. Tot nu toe werd altijd gezegd dat Reijnders het vanaf 1966 rustiger aandeed, maar blijkbaar heeft hij zich nog tot aan zijn dood met de Efteling bemoeid. De bouw- en openingsfoto van Hans en Grietje vinden we hier, helemaal verdwaald in het boek.

De plattegrond van 1966
De dubbelpagina 84/85 bevat een volledige afbeelding van de parkplattegrond die in 1966 in het park werd verkocht. De achter- en voorzijde (waarom hebben de tegenwoordige plattegronden die niet?) hebben een illustratie van Langnek met in sierlijke letters "Plattegrond van het Natuurpark De Efteling, Kaatsheuvel" en een outline van Nederland met de Efteling afgebeeld als een kasteeltje met vlaggetjes net boven Tilburg. De binnenzijde bevat vervolgens een zeer uitgebreide legenda, waarop zelfs zaken als de Heksenpoort, de Kip en de draaimolens in de speeltuin ieder apart als attractie staan aangegeven.

De plattegrond van 1966

De Sprookjesbosroute is met een rode pijl aangegeven, ook voor nu zou dat geen overbodige luxe zijn. Je kunt duidelijk zien dat de Efteling vroeger iets groter was aan de noordkant. We zien vele paden en lanen die kriskras door het park liepen en picknickplaatsen waar nu grootste attracties pronken. Toch geeft de plattegrond op pagina 90 een duidelijker beeld van hoe de Efteling er eind jaren '60 uitzag, dus verderop meer daarover.

1971

Ton van de Ven werkt al rokend aan het Boulevard gedeelte van het Diorama De opening van de grootste, bekendste en beste schuilplaats van de Efteling, de Dioramahal, blijft niet onbesproken in het boek. De rede en de opening, door de kleindochter van Pieck, worden hier vermeld. Iets wat mij dan weer moet opvallen (echt heel stom van me) is dat de klok op de achtergrond bij de foto onderaan pagina 86, dezelfde is als bij de bouwfoto's van de Indische Waterlelies (p. 72 en 73). Als je zo lang in het boek zit te speuren, begin je een beetje kippig te worden…

 
TerugVerder
 

 

 

Tekst: Ramon Heeren - 2002