Attracties - Fata Morgana, de Verboden Stad, zet haar poorten wijd open!

 
 
Naar pagina 1 Naar pagina 2 Naar pagina 3 Naar pagina 4 Naar pagina 5 Naar pagina 6 Naar pagina 7
           
             

Dead men tell no tales... Pirates en de Fata-connectie

Ton van de Ven

...inderdaad bevestigt dat het vermoeden dat de Pirates of the Caribbean een grote invloed hebben uitgeoefend op de aanpak van Fata Morgana.

     – Ton van de Ven, april 2004

Op oude kermissen, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, kon je hem wel eens vinden: een attractie met de naam ‘Liefdestunnel’. Door een volledig duistere tunnel dobberden — vaak zwaanvormige — bootjes voort in een slakkentempo. Verliefde stelletjes en nieuwsgierige jongelingen monsterden aan bij zo’n zwanenboot om een aantal minuten ongestoord te kunnen ‘genieten’ van de privacy die de duisternis hen bood. Veel verder dan een onschuldig kusje zal het in de tijd wel niet gegaan zijn, maar toch: voor velen was het een hele beleving. In zekere zin waren deze attracties de voorlopers van wat we tegenwoordig zien als de ‘darkride’. De buitenwereld, het daglicht, wordt voor even buitengesloten, en de voortbeweging is in handen van een transportsysteem.

Walt Disney was, zoals met veel zaken, vroeg met het onderkennen van de kracht van een dergelijke ‘attractie’, mits voorzien van een flinke dosis Disney-kwaliteit en sterrenstof. In de vroege jaren zestig had Disney door de bouw én het ongelooflijke succes van Disneyland zijn vakgebied weten uit te breiden van (animatie-)films tot revolutionaire ‘rides’. Toch was het Disneyland van die jaren heel anders dan dat van nu; een aantal ‘signature-rides’ die tegenwoordig iedereen ziet als de basis van elk Disney ‘Magic Kingdom’ ontbrak. Interessant is wellicht dat de basis van een aantal van deze rides niet zozeer ligt in een ontwerp dat speciaal voor Disneyland werd gemaakt, maar bij een aantal bedrijven dat besloot de concurrentie de loef af te steken.

Skelet in de laatste scène van de Disneyland Paris-versie van 'Pirates' -|- Foto: Bram Elstak © het WWCW 2004

o Dead men tell no tales... zeker deze ex-piraat uit de Disneyland Paris-versie van 'Pirates' niet.

Voor de wereldtentoonstelling van New York in 1964 besloot een aantal grote bedrijven om de hulp van Disney in te schakelen om hun bijdrage te verheffen boven het niveau van het standaard wereldtentoonstellingspaviljoen. Voor General Electric ontwikkelde Disney de ‘Carousel of Progress’, maar de echte klapper was de attractie voor de Pepsi Cola Company: ‘It’s a Small World’. In een artikel over de New York World’s Fair van ’64-’65 lezen we:

Gevelfragment 'It's a small world' -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Perhaps the most novel corporate pavilion was Pepsi Cola's. It was a tunnel of love style water ride developed by Walt Disney called "It's a Small World - A Salute to UNICEF." In various areas were familiar scenes like France's Eiffel Tower, a Dutch windmill and India's Taj Mahal. The animated figures danced and played with animals while they sang, in various languages, the song "It's a Small World."

De overdekte ride, waarin bezoekers vanuit met waterkracht voortgestuwde bootjes taferelen konden bewonderen, was zo’n enorm succes dat deze na de World’s Fair, in 1966, opende in Disneyland, California. Zakenman als Disney was, had hij uiteraard de contracten zo weten op te stellen dat hij de juiste rechten hiertoe zelf in handen had.

Tegelijk met de ontwikkeling van ‘It’s a Small World’, werkte Disney en zijn imagineers ook aan een minder ‘zoete’ attractie die het piratenleven zou uitbeelden. Piratenfilms waren in de tijd een hot-item, en het leek Disney een ideaal thema voor een wat stoerdere ride die ook de dappere jongetjes van Amerikaanse modelgezinnen zou kunnen boeien. Oorspronkelijk, echter, werd deze attractie, die de naam ‘Pirates of the Caribbean’ kreeg, ontworpen als een walk-through ride. Uit ‘Disneyland Inside Story’ van imagineer Randy Bright:

Geveltekst 'Pirates of the Caribbean' -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004

Walt originally wanted to make it a walk through attraction but everyone advised against it because no one would want to walk through the attraction. "It's a Small World" was also planned this way. Walt finally made It's a Small World a boat ride. And, when they built Pirates, they used the same flat bottom boats as Small World.
 

Pirates conceptschets van Marc Davis - The Walt Disney Company, 1960 -|- Scan: Friso Geerlings

o Pirates conceptschets van Marc Davis - The Walt Disney Company, 1960

Pirates werd geopend op 18 maart 1967. Het succes was fenomenaal en evenaarde dat van ‘It’s a Small World’. Disney bewees hiermee dat zijn geavanceerde robottechniek, ‘audio animatronics’, (voor het eerst toegepast in de ‘Enchanted Tiki-Room’-attractie) prima in staat was om een geloofwaardige verhaallijn neer te zetten én grote groepen bezoekers kon vermaken. ‘Dead men tell no tales’, een vaak herhaald en spookachtig geluidsfragment uit de attractie, werd dé zin die generaties van Disneykinderen zouden gebruiken in hun piratenspel. Disney was succesvoller dan ooit te voren, en uit deze tijd stamt dan ook de uitspraak: “A whole generation of Americans grew up believing that they would rather go there (Disneyland) than go to heaven” (Designing Disney’s Theme Parks – Karal Ann Marling)

Bezoekers betraden de ride vanuit een koloniaal bouwwerk aan New Orleans Square. Ze kwamen zo in een soort ondergronds piratenfort, en vandaaruit begon het ‘verhaal’, geplaatst in een ver verleden, van de attractie. In boten gezeten voEntree 'Pirates' in het Magic Kingdom, Walt Disney World, Florida -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004er men langs verschillende scènes, die bevolkt werden door 66 life-size robotpiraten en –burgers, en daarnaast nog ruim vijftig andere bewegende elementen. De ride beschikte ook over een keur aan speciale effecten; afgeschoten kanonskogels geven rook en opspattend water, en de belichting van het geheel doet de decors baden in het schemerige begin van de nacht. De algehele sfeer is spannend en hier en daar grimmig, zonder direct angstaanjagend te zijn.

Toen de Efteling voor haar bouwbonanza van de jaren tachtig op zoek was naar inspiratie, waren Disneyland Anaheim en Walt Disney World Orlando natuurlijk meer dan logische studieobjecten.

Herman ten Bruggencate, de toenmalige directeur van de Efteling: “Ik was net in dienst toen ik Ton samen met Jan Verhoeven naar Amerika heb gestuurd.” Jan Verhoeven over de reis: “Dat heeft veel invloed gehad. We waren net sponzen die lang droog hadden gestaan.”

Fata Morgana is dan ook in veel boeiende opzichten schatplichtig aan Pirates. Ook hier vaart de bezoeker langs zorgvuldig belichte en sfeervol gedecoreerde indoor-taferelen, bevolkt door sprekende animatronics van menselijk formaat. Ook hier is de sfeer niet per definitie erg kleuter-vriendelijk. En ook hier speelt een soundtrack van speciaal gecomponeerde muziek tijdens de hele rit mee om de scènes een extra emotionele kracht mee te geven.

Een wel heel treffende overeenkomst vinden we wanneer we de tekst van Karal Ann Marling in “Designing Disney's Theme Parks” betreffende entree- en ritbegin van Pirates lezen:

Designing Disney's theme parks - Scan gelijknamig boek -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004

In the nearby Pirates of the Caribbean, a boat ride departs from the dungeon of some island fortress and again, suddenly, it is outside, gliding past a New Orleans café at nightfall, down a waterfall, and then adrift somewhere in the Caribbean, outside and inside and underneath a sacked and burning town. Each place is utterly convincing in its own right: the charred timbers smell of smoke and the flames crackle and hiss. By switching the point of view spasmodically from interior to exterior, however, the movie metaphor is deepened and amplified.

Ook tijdens Fata Morgana maakt de bezoeker zo’n plotselinge overgang mee tussen binnen en buiten, om vervolgens weer een stad(je) in te varen; een overgang tussen de échte wereld en de zorgvuldig geconditioneerde wereld die de attractie metaforisch weergeeft.

Attractieposter van Pirates of the Caribbean -|- Scan: Friso Geerlings

o Attractieposter van Pirates of the Caribbean, Euro Disney / Disneyland Paris.
   Een ontwerp van George Stokes, 1991

Hoewel de structurele opzet van de scènes van Fata Morgana en Pirates in hoofdlijnen vergelijkbaar is, zijn er toch ook duidelijke verschillen. Waar Fata Morgana voornamelijk leunt op een cliché-matige weergave van min-of-meer herkenbare of bekende aspecten uit de wereld van 1001-nacht, leunt Pirates ook flink op het narratieve element binnen een specifieke scène. De scènes van Fata Morgana ‘zijn’ er vooral om hun sfeerbeeld. De scènes van Pirates beelden ook een bewust klein stukje verhaal uit. Voor first-time bezoekers blijven deze kleine ‘verhaaltjes in een verhaal’, echter grotendeels verborgen. Slechts de raamvertelling van het geheel wordt direct opgepikt. Fata Morgana laat daarentegen veel meer ruimte over voor een eigen interpretatie van de verhalen van de verschillende scènes. In samenhang met de bovenstaande constatering lijkt het gevolg logisch: de scènes van Fata Morgana zijn vaak wat kleiner dan die van Pirates, maar het zijn er wel méér.

Naast deze verhaal-technische aspecten ligt het stemmingsaccent ook wat anders. Pirates benadert de thematiek op een luchtige, komische manier. De grimmige elementen zijn er wel, maar deze worden direct gerelativeerd door de soundtrack en een veelvoud aan komische elementen. Fata Morgana schuwt het sinistere niet. De dreiging wordt hier alleen maar sterker naarmate de bezoeker verder de attractie binnendringt. In dit perspectief lijkt Pirates dan ook veruit de kindvriendelijkste te zijn; een bevinding die dan weer prima past in de algehele sfeerverschillen van Disneyland en de Efteling.

 

Aanzicht op Fata Morgana tijdens de vierde Winter Efteling -|- Foto: Friso Geerlings en Bram Elstak, © het WWCW 2004

o Fata Morgana in vuur en vlam tijdens de vierde Winter Efteling. Zou het een verwijzing naar de brandende stad uit 'Pirates'  zijn? Humz. Misschien is dat toch iets té vergezocht.

  
Deviderornament -|- Design: Bram Elstak © het WWCW 2004
 

  Vertelden wij van het WWCW je al…
...dat de bedelaars van Fata Morgana vast alleen maar armer zijn geworden in de afgelopen jaren? Ze vragen namelijk, buiten dollars, nog steeds om Duitse marken en guldens.
   
 

Van houten rad tot Revox-recorder: de techniek van de Verboden Stad

Vauconson en Van Heumen
Pretpark die-hards die vandaag de dag Fata Morgana bezoeken zijn wellicht meer onder de indruk van de algehele exotische en grimmige sfeer dan van het technisch vernuft van deze attractie. Toch is Fata Morgana zonder twijfel technisch één van de interessantste attracties van het park. In een tijd voor de komst van digitale sound-EPROMs, computergestuurde servo’s en PLC’s voeren immers al duizenden bezoekers per dag door de decors van de Verboden Stad, die sinds de opening bevolkt worden door maar liefst honderveertig robots; ‘animatronics’ in vaktaal.

Binnenwerk van een Fata Morgana-animatronic, te zien in het Efteling-museum -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2004Hoewel in menig publicatie (ook van de Efteling zelf) opduikt dat het decor van Fata Morgana plaats biedt aan ‘computergestuurde poppen’, kunnen we dit stukje nieuwerwetse parkpropaganda gerust opzij schuiven. De ‘poppen’ van Fata Morgana zijn namelijk alles behalve computergestuurd. Ze zijn van voor tot achter, van oogknippering tot stuursignaal een toonbeeld van mechanisch vernuft. En eigenlijk is dat veel interessanter dan een computergestuurd systeem!

Aan de beweging van de figuren ontbreekt zo hier en daar de souplesse die de robots van Disneys ‘Pirates of the Caribbean’ — zoals elders beschreven een belangrijke inspiratiebron voor de ontwikkelaars van Fata Morgana — wel hebben. Daar staat tegenover dat de robots die de Efteling ontwikkelde slechts een fractie kostten van wat Disney betaalde; mede hierdoor was het mogelijk om de bezoeker te overweldigen met een lading aan figuren. Die figuren van Fata Morgana bewegen middels een aloud systeem, dat vooral in de 18de eeuw veel gebruikt werd om de geavanceerde (en peperdure) ‘automaten’ in beweging te zetten die voornamelijk in adellijke kringen gretig aftrek vonden. Dergelijke automaten waren bijvoorbeeld antropomorfe figuren die middels mechanisch vernuft in staat waren een tekening te maken, of bijvoorbeeld piano te spelen. De Fransman Vauconson perfectioneerde in die tijd voor de aandrijving van zijn bekendste automaat, de ‘Eend’, een systeem met geprofileerde schijven. Elke schijf (gezamenlijk geplaatst op een as) was gekoppeld aan een bepaalde beweging van de eend. De eerste schijf bestuurde het bekje, de tweede de nek, een derde een vleugel, etcetera. Wanneer de schijven gingen draaien volgden — middels een systeem van trekkabels en veren — de bewegende onderdelen van de eend precies de op de schijf ingestelde ‘programmering’.

Peter Reijnders bracht een eenvoudige versie van deze techniek al in de jaren vijftig de Efteling binnen (als iemand immers in was voor een stevig partijtje knutselen met obscure mechanica was het Reijnders wel), en via die weg zijn begin tachtig de ontwikkelaars van de Fata-Morgana-animatronics, Mari van Heumen en Henk Smulders, zeer waarschijnlijk ook in aanraking gekomen met de ietwat verstofte maar bijzonder goed toepasbare techniek. Al snel bleek het voor het project ‘1001-nacht’ de vondst der vondsten.
 

Schijvensysteem van Fata Morgana -|- Foto: Archief 'De Versamelaer', exclusief gebruiksrecht het WWCW © 2004

o In de kelder van de Verboden Stad stuurt een leger schijven en trekkabels de animatronics in de show aan.

Onder elke bewegende bewoner van de Verboden Stad bevindt zich in de kelder van het gebouw, twee meter lager dan de ‘vloer’ die bezoekers zien, een raamwerk met daarin een as met (met Vauconson vergelijkbare) houten schijven van een centimeter of zeventig doorsnee. In Efteling-termen heet deze constructie de ‘stoel’ van de robot. Over-de-schijven-rollende-wieltjes trekken middels stevige remkabels aan de figuren in de show. Een flinke inkeping in de omtrek van de schijf trekt de kabel omlaag, een bobbel heeft het tegenovergestelde effect. Het geheel werkt als een soort automatische, omgekeerde marionet. Een rotatie van de schijf duurt doorgaans even lang als de tijd die een bootje nodig heeft om één sectie van Fata Morgana door te varen. Wanneer de volgende boot arriveert staan de schijven weer vooraan hun ‘programma’ om de volgende reizigers door de wereld van 1001-nacht te vermaken. Het systeem werkt vrijwel feilloos; een aantal verbeteringen die de Efteling bedacht voor het aloude systeem werden door het park zelfs gepatenteerd onder nummer US4894936. Wie via de verschillende patentregistratiesystemen dit patent opzoekt vindt een keurige beschijving van het systeem:
 

Technisch tekeningetje dat hier alleen ter verfraaiing staat

System for the simulation of human movements of a puppet as used in a programmable puppet show, which puppet is provided with mutually hingeable parts of the body, in which a number of cam disks to be driven synchronously by a motor are present, each of which can be followed by a roll attached to one end of a lever, while the other end of the lever is connected to a Bowden cable capable of transmitting the movement of the lever to a mechanical construction which can make a part of the body perform a desired movement.
 

Patentschema schijvensysteem -|- Delphion.com - edits: © het WWCW 2004

o Schematische weergave van het schijvensysteem in de patentomschrijving.

Het patent staat, zeer toepasselijk, op naam van Van Heumen, Marinus J. L.; Kaatsheuvel, Netherlands; Smulders, Hendricus; Kaatsheuvel, Netherlands en Merkx, Antoni N. J.; Drunen, Netherlands.

Het systeem doet inmiddels bijna twintig jaar dienst. Met een fractie van de kosten bereikte de Efteling door het toepassen van antieke mechanica zeker 80% van het resultaat dat Disney wist te boeken voor het tigvoudige bedrag. Een prima prijs-kwaliteitverhouding dus, en dat met 18de eeuwse techniek! Wie graag eens een blik werpt op het binnenwerk van een Fata-Morgana-animatronic hoeft trouwens geen jarenlange slijmonderneming richting Technische Dienst te beginnen; vanaf het seizoen 2004 staat namelijk in het Efteling-Museum permanent een exemplaar uit de collectie van de Efteling ten toon. Compleet met remkabels, raderen en stalen frame.

In het Efteling-nieuwsbulletin 'Eftelingnieuws' van juli 1986 verscheen een redelijk groot artikel over de ‘robotmakerij’ van Smulders en Van Heumen. Met genoegen delen we dit artikel met onze lezers.

 

De Robotmakerij - Artikel in Eftelingnieuws, juli 1986

Technisch overzicht tweede tovenaar -|- Foto: Archief 'De Versamelaer', exclusief gebruiksrecht het WWCW © 2004‘Kijk’, zegt Mari van Heumen, ‘dit is nu een heup’. Hij graait in een rek en haalt er een toestelletje uit, dat, voor een leek, gebouwd zou kunnen zijn uit een professionele meccano-doos. Stangetjes, tandwieltjes en boutjes, moertjes, schroefjes, nippeltjes, om met André van Duin te zingen. In een ijltempo komen schouders, hoofden, armen en benen als ijzeren puzzelstukken uit de wanden vliegen. Het past allemaal in elkaar en op elkaar. ‘Als je die in beweging wilt hebben dan moet je dat erop doen en bij een andere scène weer zoiets’. Het klikt allemaal perfect ineen. Een ‘mens’ die moet drinken is snel zo gebouwd. Een bezoek op de ‘kraamafdeling’ van de 140 bewegende, levensgrote en levensechte poppen in Fata Morgana, de nieuwste attractie van de Efteling in Kaatsheuvel. Het systeem in en onder de realistische figuren in de Verboden Stad is helemaal in De Efteling bedacht en gemaakt. Na de tekentafel hebben Mari van Heumen en Henk Smulders hun technische tanden erin gebeten. De ‘poppendokters van De Efteling’, gehuld in blauwe in plaats van witte stofjassen en in plaats van een bloeddrukmeter een draaibank.
Voordat Smulders en Van Heumen hun technische problemen op orde hadden is er heel wat water door de Perzische Golf gegaan. Jaren van proberen, uitvogelen en uitdenken zijn vooraf gegaan aan het tijdstip waarop de werkplaats voor produktie ingericht kon worden. Het duo ziet het leven vanaf begin jaren tachtig helemaal beheerst door poppen, poppen en nog eens poppen, bestemd voor de nieuwe attractie. Het is een stuk van hun leven geworden. ‘Het doet wel een beetje pijn, nu Fata Morgana klaar is’, zeggen ze, waarmee overigens hun werk met poppen niet afgelopen is.

~ Vakkennis
Smulders en Van Heumen werken al vijftien jaar samen in De Efteling aan het maken van poppen. Er zijn bijvoorbeeld technische staaltjes van het tweetal terug te vinden in het Spookslot. Eerst was dat alleen in het seizoen; nu heel het jaar door. Specialisten dus met een enthousiasme voor het werk, dat ze allebei op een eigen manier uitdragen. Mari van Heumen heel druk en gebarend; Henk Smulders rustig en relativerend. Een goed bewegend tandem, dat vakkennis stopte in een levensechte show. Als de twee hun werkplaats vol trots laten zien, merkt men pas hoe ingenieus een mens en zijn bewegingen in elkaar zitten. Moedertje natuur laat zich zo maar niet met mechaniek nabouwen. Wil je tenminste de echtheid zo dicht mogelijk benaderen. Een foute ontwikkeling en een show met ‘levende’ figuren is snel tegen het belachelijke aan. Een voor de mens simpele beweging van een glas naar de mond brengen en drinken, doet een pop met metalen ingewanden niet zo vlot. Hardleers, zou men kunnen zeggen.

Een animatronic uit het orkestje van de pasha -|- Foto: Archief 'De Versamelaer', exclusief gebruiksrecht het WWCW © 2004 De verdrinkende man in de gevangenis -|- Foto: Archief 'De Versamelaer', exclusief gebruiksrecht het WWCW © 2004
o Bijna iedere animatronic van Fata Morgana is anders; de één verkoopt tapijten, de ander trekt een tand. Deze twee houden zich bezig met het maken van muziek voor de Pasha en het keer op keer verdrinken in de kerkers van die zelfde Pasha.

Van Heumen en Smulders stuitten daarbij op 1001 problemen. ‘In 1980 zijn wij begonnen met het maken van een prototype met twintig bewegingen. Eerst de ontwikkeling van een pop, die op zuigertjes werkte. Die was erg moeilijk te controleren en sturen. Uiteindelijk zijn wij terecht gekomen bij het huidige systeem: mechanisch bestuurde en voortbewegende poppen, met hier en daar hulpmotortjes. De bouw van het prototype alleen al duurde twee jaar en de totale ontwikkelingsduur van de poppen was vier jaar’. Met bedenkingen, die iedereen altijd op zijn eigen werk heeft, zijn de technici tevreden over de resultaten. De bewegingen zijn natuurlijk en vloeiend. Uit hoofde van hun vak, zijn Van Heumen en Smulders al een paar keer naar Disneyland geweest op studiereis. Omdat daar alleen vergelijkbaar materiaal is. ‘Zeker wat bewegingen betreft overtreffen wij Disneylands poppen in shows. (Redactie WWCW: inmiddels zijn de Disney-animatronics uiteraard verder geëvolueerd. Deze uitspraak dient dan ook in de context van 1986 gezien te worden.) En die zijn gemiddeld nog tien keer duurder, dan die van ons’, hun bevindingen samenvattend. Toen eenmaal de weg naar Bagdad gevonden was, was het voor de twee 'n kwestie van routine. In anderhalf jaar tijd bouwde men de 140 bewegende poppen in een soort van assemblage-tempo.

Mari van Heumen werkt aan zijn poppen in de troonzaal - Scan uit: Eftelingnieuws -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2004

o Mari en zijn technische meesterwerkjes in de troonzaal van Fata Morgana

~ Simpel?
‘Omdat er steeds méér in ging, werd het steeds moeilijker. Het meest ingewikkelde was het programmeren. Wij wisten het in de verte wel, maar toch’, vertellen ze, terwijl ze een soort van onderstel van een weefgetouw laten zien: de zogeheten stoel, het ‘hart’ van de pop, die erop aangesloten is. Op die stoel zit het programma, dat ingewikkeld is door zijn eenvoud, zo lijkt het. Een beweging van een arm bijvoorbeeld wordt op een schijf uitgezet. Die schijf wordt zo gezaagd en later als een draaiorgel afgetast. Door middel van kabels krijgt de arm de impuls om te bewegen; de mechaniek treedt in werking. Simpel? Een wiel is ook simpel als men weet dat het rond moet zijn. Naar gelang het aantal bewegingen, die een pop moet beheersen voor een optreden in de show, zitten er schijven op de stoel. Soms complexe, andere met wat minder schijven. Die van de tandarts-scène en de ezeldrijver waren harde noten om via deze weg te kraken, geven Van Heumen en Smulders aan. ‘Daarin gebeurt zo veel tegelijk, dat moet je je eens in mechaniek voorstellen. En het moet goed zijn natuurlijk. Kwalitatief en duurzaam, net als de minder moeilijke.’

Onder de hele show bevindt zich een manshoge kruipruimte. Schoon en afgewerkt. Een ruimte waar een bezoeker, die in de boot zit, niet aan mag en moet denken. Men krijgt er overigens geen tijd en inspiratie voor om nu eens op het gemak te gaan bedenken, hoe het nu allemaal werkt. Dat is in wezen ook niet belangrijk voor de toeschouwer.
In de ruimte, voor degenen die toch benieuwd zijn, staan de stoelen in volslagen willekeurige slagorde. Boven hen, met dik beton er tussen staat de personificatie van hen aangeven. Het lijkt op een verlaten garenfabriek, met al die draden, die de impulsen aangeven. Meer is er niet te zien. Het speelt zich dan ook boven af.

Een 'stoel' van een Fata-robot -|- Foto: Archief 'De Versamelaer', exclusief gebruiksrecht het WWCW © 2004

o Eén zogenaamde 'stoel' met stuurschijven

De Stem
Ook Ton van de Ven betrapten wij op een zekere trots op het vernuft van de technici die de figuren tot leven riepen. In een uitvoerig interview met ‘De Stem’, in december 1992, neemt Ton de journalist mee op een wandeling door de gesloten Efteling. Fata Morgana kan natuurlijk niet ontbreken.
 

Ton van de Ven

Naast het witte gebouw, opent hij een poort, dan een deur, de koffiekamer door, langs een aankondiging van de Ondernemingsraad. Ton draait het licht aan, maar achter een volgend gordijn wordt het stikdonker. “Ik wil je de kelder laten zien.” Hij gaat voor, bij het licht van zijn aansteker, op zoek naar de trap.

Onder de oosterse toverwereld beginnen de ogen van de creatief directeur te glimmen van trots. Hier staat het besturingsmechanisme van de poppen in de ‘feestzaal’ boven de grond. ‘Pasha’ staat er op een rek met wielen. “Ze werken als marionetten, aangedreven door vliegtuigkabels.” De kabels rollen over het wiel en laten de poppen voor de ogen van de verbaasde toeschouwers bewegen.
“Alles hebben we zelf bedacht. Die Duitse vakmensen die hier kwamen kijken dachten dat ze gek werden. ‘Jullie hebben zelfs aan het plafond, boven de bootjes met bezoekers, de boel aangekleed. Daar kijkt toch helemaal niemand. Zoiets doe je toch niet,’ zeiden ze. Wel dus. De mensen ontdekken hier steeds weer iets nieuws!”
“Kijk, bij het bedenken van een sprookjesattractie als dit, moet ik steeds de uiteindelijke versie in gedachten hebben. Hoe werken we sprinklers in het plafond weg, of de rookfilters? Waar laat ik de besturing? Daarnaast moet ik al ver van te voren rekening houden met de kosten. De bezoekers moeten zich verplicht op de door jou uitgedachte wijze door het gebouw begeven, zich niet aan de groep kunnen onttrekken. Wij moeten alles beheersen, van begin tot einde. Als een van die dingen niet lukt, dan verdwijnt voor mij ineens de totale mogelijkheid het sprookje te maken zoals ik dat voor ogen had.”

Deze winter worden ze helemaal ontmanteld, zijn lievelingen uit de Verboden Stad. “De latex-maskers blijven maar vier jaar goed. En we hebben nog niets uitgevonden dat even goed en levensecht is. Dus maken we ze opnieuw.”

 

Fata animatronic -|- Foto: Het Robotboek van Chriet Titulaer en Henk Gossens - Scan: Friso Geerlings, na een tip van Misha © het WWCW 2004

o Een soort hypermarionet, maar dan op z'n kop.

Uitgevreten vingers
De schijven van Smulders en Van Heumen mogen dan nog steeds trouw hun rondjes draaien, voor andere delen van de Fata Morgana techniek geldt dit niet. Het besturings- en beveiligingsssyteem van de attractie is inmiddels verschillende keren gemoderniseerd (voor het laatst in 2004). Maar of de De Revox B77, één van de meest geavanceerde Revox-recorders -|- Foto: onbekende broncontrolekamer nu de attractieplattegrond toont op TFT- of zwart-wit monitor, de grootste technische vooruitgang zal voor menig technische dienstmedewerker toch de vervanging van de zesentwintig bandrecorders van de attractie zijn.

Fata Morgana werd gebouwd in een tijd dat digitale geluidstechnieken net in opkomst waren. De Efteling maakte tot dan toe nog volop gebruik van zogenaamde ‘Revox’-bandrecorders; professionele en stabiele magneettaperecorders. Vanaf het midden van de jaren tachtig werden echter in het park her en der de tapes vervangen door (eerst nog experimentele) EPROM-modules, waarin het geluid digitaal vastgelegd wordt in een programmeerbare geheugenchip. Baby- en Tweeling Gijs hadden, samen met de stem van Theo Hochwald bij de traptreintjes, de eerste gedigitaliseerde Efteling-geluiden. Fata Morgana werd echter nog opgeleverd met de Revox-recorders voor de verschillende geluiden en stemmen. Digitalisering van de Verboden Stad was dan ook een welkome aanpassing.

‘Een ongelooflijke verbetering,’ meldt een onderhoudsmonteur uit die tijd, ‘ik had elk seizoen tien uitgevreten vingers door het continu met spiritus moeten schoonmaken van recorderkoppen en aandrukrollen.’

Niet alleen moesten de recorderkoppen regelmatig schoongemaakt worden. Ook was er een complete logistiek van master- en backup kopieën van de verschillende geluiden. Tape slijt immers, zeker wanneer de hele dag de zelfde geluiden moeten klinken. De tapes werden dus ook regelmatig vervangen. Een hele klus voor de technische dienst van de Efteling! Hoewel duidelijk minder nostalgisch zal dus niemand rouwig zijn om de plaatsing van de EPROM-units, die tegenwoordig doodstil, slijtage- en bewegingsloos hun werk doen. Achtenvijftig sporen met digitaal quasi-Arabisch gebrabbel.

 
  Vertelden wij van het WWCW je al…
 ...dat de Arabische teksten die her en der in de attractie te vinden zijn écht Arabisch zijn? Zo lezen we op de muur vlak voor de marktsectie de plaatsnaam "Marrakech" (Waar Ton van de Ven heel toepasselijk veel inspiratie vandaan haalde), wijst een pijl wat verderop de weg naar "Casablanca" en staat boven de tunnel vlak voor de krokodillen "Stop!" geschreven.
   

Fata Morgana in lentesferen, mei 2004 -|- Foto: Bram Elstak © het WWCW 2004

 

Naar pagina 1 Naar pagina 2 Naar pagina 3 Naar pagina 4 Naar pagina 5 Naar pagina 6 Naar pagina 7
           
             
             
             
 

© 2004 Het Wonderlijke WC Web | foto's: Bram Elstak & Friso Geerlings