De Geschiedenisrubriek ~ Een onvervalst stukje geschiedvervalsing (1982-1991)
 

 

 
De Jaren Tachtig (1982 - 1991)

De Efteling is het enige prentenboek ter wereld waar je doorheen kunt lopen. Je ziet, je hoort, je zou de wonderlijke vertelsels zelfs aan kunnen raken. Jammer alleen dat zoveel projecten er nooit het levenslicht zagen. Maar in dit geschiedenisoverzicht wel. Elk jaartal is een stukje verhaal om zo het hele verhaal voor altijd te onthouden.

1982
Des werelds grootste schipschommel, De Halve Maen, ligt vanaf dit jaar in veilige haven in de Efteling. Het door Intamin gebouwde wereldwonder laat voortaan de bezoekers van natuurpark ‘De Efteling’ lustig heen en weer zwieren. Het concept van de schommel grijpt terug naar elementen uit het oude kermisvermaak, die het op een spectaculaire manier in een hedendaags jasje steekt. Het schip heeft een lengte van 27 meter en er kunnen ongeveer 85 bezoekers in plaatsnemen. Deze bereiken een uitzwaaihoogte die op kan lopen tot 25 meter. De schipschommel is zó groot, dat hij er als grootste van de wereld een plaatsje in het Guinness Book of Records mee verdient. Ton van de Ven en zijn ontwerpteam staan er wel op dat alles in een mooi Eftelings jasje wordt gestoken. De gevel achter de schipschommel is daarom aangekleed als een sfeervolle haven, met op de voorgrond een pier waaraan het VOC-schip gelegen is.


Stipt op 't kwartier, / Lokt de Rattenvanger hier, / Met seyn fluit elcke rat, / Uyt de muuren van de stad.

    Minder imposant, maar daarom nog niet minder fraai is de kleine toevoeging van dit jaar: op de Breughelbrink kunnen bezoekers voortaan in een nis een miniatuurtafereel bewonderen. Het is een uitbeelding van het sprookje De Rattenvanger van Hamelen van de Gebroeders Grimm. Ieder kwartier komt de De Rattenvanger van Hamelen voorbij, op de voet gevolgd door de schare ratten die hij zojuist uit de illustere stad heeft gelokt.

De Halve Maen prijkt, als nieuwe attractie van het jaar, op de parkeersticker. Zo
 eert het park vrijwel elk seizoen haar
nieuwste aanwinst.
De landrotten in de top kunnen het park overzien vanaf een hoogte van vijfentwintig meter. Stipt op 't kwartier... Pieck ontwierp al eens een rattenvangertafereel, dat Ton van de Ven gebruikt als basis voor het kleine diorama van 1982.

1983
In de avontuurlijke bossen van de Efteling wordt Uru Bamba ontdekt, de eerste attractie uit een geplande reeks van vijf grote projecten die de Efteling meer vorm en inhoud moeten geven. In deze wildwaterbaan nemen bezoekers plaats in ronde vlotten, waarin zij een spectaculair woest-water avontuur beleven. Langs oude tempels, rotsen en watervallen leggen ze een prachtig aangelegd traject af. Ton van de Ven liet zich voor de aankleding inspireren door de culturen van de Incas, Mayas en de Azteken. De blokvormige bouwstijl met zandstenen beelden en reliëf geeft de attractie een geheel eigen karakter, zonder dat deze stijl botst met die van gevestigde Efteling-orde. De attractie is groots opgezet: over het parcours dat een lengte heeft van 520 meter en dat een hoogteverschil van drie meter overbrugt wordt per uur twee miljoen liter water gepompt. De attractie is de eerste River Rapid Ride in Europa en is op dat moment de langste van de hele wereld.
    In horecapunt Casa Caracol bij de uitgang van Uru Bamba kunnen de vele opvarenden van de woeste rivier een lekkere versnapering kopen om tijdens het drogen op te smullen.
    Om plaats te maken voor Uru Bamba worden de roeibootjes verplaatst naar de Vonderplas. In die plas wordt een pier aangelegd waaraan de bootjes komen te liggen. De kanovijver, die voorheen op de plaats van Uru Bamba lag, wordt verplaatst naar de oude locatie van de roeivijver. Ook wordt de Wankelbrug, die de Roei- en Kanovijver in tweeën deelde, naar het aan de Python grenzende stuk van de kanovijver verplaatst. Met de komst van de Pegasus in 1991 wordt ze opnieuw verlegd, zodat bezoekers vanaf dan onder de constructie van de houten achtbaan door kunnen wankelen.

De naar de beroemde Andes-bergrivier
 in het voormalige Inca-rijk genoemde attractie is groots en uniek te noemen.
Verschillende precolumbiaanse motieven worden door Van de Ven op effectieve wijze ingezet ter decoratie. Een flinke dosis Maya, Inca en Aztec-mythologie siert de wanden en overige constructiedelen van de attractie.

1984
De grote snelheid waarmee de Efteling haar uitbreidingen realiseert bereikt een piek met de opening van maarliefst drie geheel nieuwe attracties.
    Achter het Café-Restaurant aan de siervijver is Carnaval Festijn gebouwd. Het ontwerpteam van de Efteling kon haar voor 1984 bedoelde 1001-nachtshow niet op tijd afkrijgen en de Efteling wilde het publiek toch een attractie presenteren. De oplossing komt wanneer in 1983 Joop Geesink in een directievergadering op de proppen komt met zijn maquette voor wat hij beschrijft als de Eftelingse variant van Disneys It’s a Small World. Terwijl de van reclamebedrijf de STER bekende geestelijk vader van Loeki de Leeuw zachtjes het door Toon Hermans gecomponeerde deuntje voor de attractie neuriet loopt hij met zijn aanwijsstok langs de maquette. Geesink weet de directie te overtuigen van de kracht van zijn attractie, waarna hij toestemming krijgt om met zijn eigen ontwerpteam aan de slag te gaan.
    In de uiteindelijk tien miljoen gulden kostende attractie ziet de bezoeker de hele wereld met een rode neus in de meest uiteenlopende komische taferelen. Zittend in de bontgekleurde karretjes wordt hij langs onder andere Nederland, Frankrijk, Engeland, Italië, China, Afrika en Mexico gevoerd. Alles in de wereld van Carnaval Festijn is simplistisch en abstract uitgevoerd. Zelfs de technieken voor de in de attractie gebruikte poppen zijn vaak verbluffend simpel, doch doeltreffend. Het door attractiefabrikant Mack verzorgde transportsysteem van de attractie is een variant op het bij Disney bedachte Omnimover systeem. Dit systeem bestaat uit een aaneengesloten ketting van karretjes die met constante snelheid het traject afleggen.
    De gastheer van de attractie is de roodgeneusde Jokie de Prrretneus, die zich in de jaren daarna ook zal ontpoppen tot de mascotte van de Efteling. Vanaf het eerste jaar worden bij de uitgang dagelijks rode neuzen uitgedeeld, een traditie die de Efteling tot op heden in ere heeft gehouden.
De attractie wordt begeleid door de herkenningsmelodie van Toon Hermans die in per land verschillende door Ruud Bos gecomponeerde arrangementen is verwerkt. Bos maakt met zijn muziek zoveel indruk dat hij gebombardeerd wordt tot huiscomponist van het park. Hij mag het jaar daarna alweer terugkeren om de muziek voor Fata Medina te schrijven.
    De cartooneske stijl van de attractie staat haaks op de romantische en sprookjesachtige sfeer die de rest van het park domineert, edoch Carnaval Festijn is binnen de Efteling een wereld op zich. Met haar vrolijke sfeer, grappige uitstraling en eeuwig optimistische karakter omzeilt de attractie het scherpe contrast met de rest van het park en verovert onmiddellijk de harten van het publiek.
Carnaval Festijn brengt ook een eigen merchandisinglijn met zich mee. De attractiespecifieke merchandising en andere Eftelingse souvenirs zijn te koop in de naast de attractie gelegen souvenirwinkel Jokie.

Dé maquette die de directie tot een investering van tien miljoen gulden
 weet over te halen.
Jokie, gastheer van het Festijn, en al snel mascotte van meer dan de Geesink-attractie alleen. Joop Geesink met de voor hem zo kenmerkende sigaar. Grenzeloze overredingskracht.
In de attractie zijn tableaus opgetrokken in alle kleuren van de regenboog. Het park brengt dit seizoen ook een huis-aan-huis bezorgde informatiekrant uit... ...met daarin, naast het Carnaval Festijn, ook aandacht voor D'Oude Tuffer.

    Elders in het park wordt ruim baan gemaakt voor D’Oude Tuffer. Op een parcours van ongeveer 580 meters rijden zeventien T-fords in de kleuren rood, geel en blauw. Vanaf een fraai opstapstation rijdt men langs fraai aangelegde tuinen, door een oude schuur en over en langs wateren met watervallen. Kinderen mogen in deze attractie zelf sturen en ouders mogen toekijken. Aan het eind van de rit krijgen goede bestuurders een rijbewijsje.
    Naast D’Oude Tuffer beginnen in dit jaar de sloepen van de door de Efteling en Vekoma ontworpen Polka Marina hun rondedans. De anderhalf miljoen gulden kostende kolossale carrouselachtige koggenmolen heeft een doorsnede van ongeveer achttien meter. Per rit kunnen in de 23 schuitjes gemiddeld veertig personen mee en de attractie heeft een capaciteit van ongeveer 1800 mensen per uur. In het midden draait in tegenovergestelde richting een door Ton van de Ven ontworpen en in Duitsland gefabriceerde walvis mee. Een enigszins beschonken piraat probeert zichzelf in evenwicht te houden op de straal die de enorme vis omhoog spuit.
    Het tweede project in de geplande reeks van vijf grote nieuwe projecten betreft een Verlenging van het Spoortreintracé. Met het in vervulling komen van deze lang gekoesterde droom van de Efteling loopt het treintraject eindelijk in een cirkel rondom het park. Onderweg rijden Aagje, Neefje en Moortje van Station West bij de Sint-Nicolaasplaets over een nieuwe over de Siervijver aangelegde 75 meter lange brug naar Station Noord, het voormalige Station Oost, bij het Café-Restaurant, langs het nieuwe Station Oost bij de Python en langs Station Zuid bij Uru Bamba. Om de tien minuten komt een van de twee ingezette treinen voorbij, maar bij grote drukte kan de Efteling ook een derde treinstel inzetten.
    Bij een snelle attractie hoort een snelle hap. Onder de Python wordt naast de Spreeuwenpot de Likkebaerd geopend. In het tot op heden enige filiaal van de Likkebaerd-keten zal men door de jaren heen snelvoer serveren met namen als een Python Burger en een Volle Bak.
    Aan het pad tussen Uru Bamba en de Kanovijver wordt ook De Piraat in gebruik genomen. Het horecapunt biedt de bezoeker een keur aan zoetigheid, waaronder suikerspinnen, zuurstokken en popcorn.

1985
Op het eiland in de Siervijver prijkt vanaf dit jaar een groot Oosters paleis met enkele fraaie torens. Het bouwwerk is de ingang van de met avontuur en mystiek doordrenkte attractie Fata Medina, een boottocht langs de Sprookjes van 1001-nacht, waarin bezoekers in overdekte bootjes door een aantal buiten- en binnentaferelen varen. De bootjes worden aan een grote kabel door het water gevoerd en worden middels een onder het water aangebracht draaischijvensysteem in de juiste richting genavigeerd.
    Tijdens de rondvaart krijgt de bezoeker op een speciaal aangelegd parcours een vijftal openluchttafereeltjes te zien. Men ziet onder andere prinses Sheherezade, Alladin en de Wonderlamp en Sinbad de Zeeman. Laatsgenoemde zal nog prominent gaan figureren in de in 1998 te openen nabijgelegen attractie Vogel Rok. Het parcours voert de bezoeker tegelijkertijd langs een aantal prachtig aangelegde tuinen, die eens te meer benadrukken dat natuur nog steeds diep is geworteld in de fundamenten van het park. De spectaculaire finale van de attractie vindt plaats in het paleis op het eiland, waar de bezoeker indoor langs enkele schitterende taferelen vaart, waaronder de grot van Ali Baba en de veertig rovers.


Geen veertig rovers. Maar wel veel.

    Het ontwerp van de attractie is van Ton van de Ven, die opnieuw een topontwerp van sublieme kwaliteit aflevert. Er is ruim vijf jaar gewerkt aan Fata Medina en door het verder uitwerken van de simpele technieken van Peter Reijnders heeft de Efteling een relatief eenvoudige manier van bewegen voor animatronics uitgevonden die zich kan meten met die van de audio-animatronics van Disney. In de komende jaren worden deze technieken verder verbeterd en nog veelvuldig toegepast. Het ontwerpteam is immers alweer bezig met de voorbereiding van een nog veel grotere attractie, die voor 1988 op het programma staat.
    Ruud Bos hernieuwt de samenwerking met de Efteling en schrijft de overdonderende en opzwepende muziek van de attractie, die de spanning en het mysterie van deze oosterse wereld tot unieke hoogten tilt.

Ton van de Ven zet op verzoek van het stichtingsbestuur een attractief geheel op papier dat het eiland in de Siervijver tot een waar pronkstuk moet maken. De overgang tussen het buitengebied en de rijkgedecoreerde scènes binnen is vorm gegeven als een reeks van min of meer bewoonde grotten. De prenten uit de door de Anton Pieck geïllustreerde edities van de Sprookjes van 1001-Nacht hebben zeker hun invloed op het ontwerp van Ton.

    Tegenover Fata Medina wordt de Oase in gebruik genomen, waar men kleine lekkernijen als koffie, chocomel en ijsjes serveert. Naast de Oase zet souvenirwinkel de Bazaar haar deuren wagenwijd open.
    Op 21 mei 1985 krijgt de Efteling opnieuw koninklijk bezoek, wanneer Prinses Juliana het park bezoekt. Dan wordt namelijk nabij Fata Medina de Wensbron geopend, waar een vis met een schoteltje in zijn bek rondjes zwemt. Gooit men geld op het schoteltje, dan bedankt de vis hardop. De opbrengsten komen ten goede aan de Stichting Nederlands Kinderhulp Plan, een stichting die onder meer de bouw van scholen en ziekenhuizen en voorlichtingscampagnes in Derde Wereldlanden financiert met als uiteindelijke doel een betere maatschappelijke ontwikkeling. Anton Pieck leidt de prinses rond door de rest van het park.

1986
De attracties van 1986 zijn een weinig gethematiseerd, maar daardoor niet minder spectaculair. Omdat de ontwerpafdeling haar handen vol heeft aan de realisatie van de nieuwe attractie voor 1988 wordt de Swiss Bob aangekocht en ijzingwekkend snel gerealiseerd. Het principe van deze achtbaan is hetzelfde als bij een echte bobbaan in de Alpen. De bobs glijden los over de baan en bezoekers zitten achter elkaar, in plaats van naast elkaar. De baan van de Swiss Bob wordt gebouwd op de plaats waar voorheen de tennisbanen lagen en het Zwitserse hoofdgebouw ligt tussen Uru Bamba en de roeivijver.
    Bij de bouw van de Swiss Bob wordt nog een lugubere vondst gedaan: tijdens het graven van de fundering wordt een naar wat lijkt menselijke schedel ontdekt. Wanneer een locale politieambtenaar ter plaatse komt stelt deze zonder echt goed te kijken vrijwel direct vast dat het een hondenschedel betreft. Als directeur Taminiau hem vervolgens vraagt hoe hij hier dan wel zo zeker van kan zijn deelt de agent hem mede dat als de Efteling de Swiss Bob op tijd op wil leveren de schedel maar beter van een dier afkomstig kan zijn. Als deze van een mens is kan men immers in afwachting van het forensisch onderzoek de openingsdatum wel een paar maanden gaan uitstellen en dat zou hij toch ook niet willen? Uiteindelijk blijkt de schedel ook echt niet van een mens te zijn.
    Bij de uitgang van de Swiss Bob staat horecapunt In den Vergulde Kobold. In de tijdelijk opgetrokken tent is een schatkamer aan overheerlijke snacks te vinden. Een jaar later is de tent verdwenen en is In den Vergulde Kobold omgetoverd tot het permanente horecapunt waar iedereen nog steeds zo dol op is.
    Een andere nieuwigheid, die naast Carnaval Festijn door Geesink Studio’s uit de grond is gestampt, is de Jungle Symfonie, naar een idee van de twee jaar eerder overleden Joop Geesink. De Jungle Symfonie is een show met op muziek bewegende dieren die een dag in de jungle uitbeelden. De cartooneske stijl van de attractie wijkt, net als bij Carnaval Festijn, sterk af van die in de rest van het park. Ook voor de Jungle Symfonie worden meer simpel ogende en abstracte figuren gebruikt. De muziek is wederom van Toon Hermans, de arrangementen wederom van Ruud Bos. Muzikale nieuwkomer in dit project is André van Duijn, die de teksten schrijft voor de gezongen liedjes en die zelf ook een aantal stemmen inspreekt.
    Verder wordt in het park voor een jaar de ruimtevaarttentoonstelling Interkosmos opgesteld, die de Efteling is aangeraden door ruimtevaartkundige Piet Smolders. Op vierduizend vierkante meter wordt 150 ton aan expositiemateriaal getoond. Hier zijn uit de ruimtevaart afkomstige motoren, ruimtepakken, foto’s, capsules en heus maanzand te zien. De tentoonstelling is een gigantisch succes en de Efteling gaat daarom halverwege het seizoen met een aantal partijen rond de tafel zitten om serieus te praten over de mogelijkheden voor de realisatie van het Cosmo Science Center, een tweede themapark waarin men onder andere de expositie wil gaan opnemen.

De Swiss Bob is een unieke attractie; met een ijzingwekkende vaart razen de bobs naar beneden. Voor de Jungle Symfonie laten de ontwerpers van Geesink Studio's zich onder andere inspireren door de Franse schilder Henri Rousseau. André van Duin spreekt onder andere het aardvarken en de capibara in. Zijn "Ritsel Ratsel Jumbo Jungle"-lied is al snel een ware hit in het land.
Interkosmos biedt een unieke blik over
het IJzeren Gordijn. Sowjet-ruimtevaart op NAVO-grondgebied.
's Werelds beroemdste viervoetter na Pluto en Lassie: ruimtehondje Laika. De tentoonstelling toont alle aspecten
van de Sowjet-ruimtevaart, waaronder de lanceerinrichtingen te Baikonur.

 

Terug naar het Navigatiescherm          Verder naar 1987

 
 
© Het Wonderlijke WC Web, 2002 - 2005. Tekst: Jorn van de Wetering. Cartografie: Bram Elstak. Grafisch: Friso Geerlings