Informatie banner -|- (c) Het WWCW 2001

  Recensie - Kroniek van een Sprookje - 8
 
 


1982
De Python is een groot succes, dus de grote
'attractierevolutie' begint nu. De Schipschommel “De Halve Maen” is het eerste grote wonder dat na de Python in het park wordt gebouwd. Over deze attractie wordt wonderlijk genoeg opeens wat feitelijke informatie gegeven. Deze lijn zet zich vanaf nu voort in het boek, vergezeld van een ontstaansverhaal over het hoe en waarom over de attractie die in dat jaar in het park kwam. Een soort goedmakertje tegenover “Mam, een duppie voor de kip?”, waarin elke attractie bijna in één zin werden opgesomd.

Pagina 130 bevat een grote zwart-witfoto van de bouw van de Schipschommel. De weetjes gaan over SPARTA (nooit geweten dat de Efteling aan shirtreclame heeft gedaan, en ik vind het nergens op slaan ook), het boek “Anton Pieck en de Wonderbaarlijke Geschiedenis van de Efteling” en het vervolg van de Brabantse Avonden.

1983
De hoofdtekst wordt langzamerhand steeds beter om te lezen. Hier bij 1983 gaat het geheel over de opening en het ontstaan van de Piraña, de bezoekersaantallen en de toekomstplannen. De baan van de Piraña is zeer bijzonder, het is namelijk geen vaargeul, maar een echte woeste rivier en die kom je niet vaak tegen in attractieparken. Leuk is het om te weten dat Ton van de Ven op het idee van het Incathema werd gebracht door de ronde vlotten van de rapids ride. Ook over de toekomst dus nog wat informatie: Fata Morgana werd nu voor 1985 gepland, maar dat werd niet gehaald. Zo komt de Bob er even snel tussendoor, net als PandaDroom, een attractie waar te snel over is besloten.

Wetenswaardigheden over veiligheid, de jaarlijkse kanoslalom en over de eerste Holle Bolle Gijs-stem. Nu staat hier dat die van Theo Hochwald is, de man die dus ook enkele figuren uit Fata Morgana van een stem voorzag en ook bijvoorbeeld de stem van het Kinderspoor. Hier in de kroniek staan nog wel meer dingen die hij heeft gedaan. Nu wil ik best geloven dat hij de beroemde Gijs heeft ingesproken, maar waarom wordt er op de lp/cd “Muziek van de Efteling” uit 1987 dan gezegd dat het Joop Bruggeling is?

Mr. Pieter van Vollenhoven wijdt de Pirana in

Een luchtfoto van de Piraña anno 1983 wordt helaas grotendeels overlapt door vier tekeningen van Ton. Drie logo’s met verschillende namen voor de attractie: Kon Tiki, Uru Bamba en de uiteindelijke naam Piraña (waardoor toch weer het Anton Piecklettertype terugkeert in het logo, wat later ook bij de Pagode, het Lavenlaar, de Pegasus, Villa Volta en Vogel Rok gebeurt). De “Quetzalcoatl”-tekening laat zien in wat voor soort kleuren het Incagebouw behoort te zijn.

1984
Carnal FestivalontwerpenOok al is er maar weinig informatie over Carnaval Festival in vergelijking met het boek “Op weg naar Ooit” van Marc Taminiau, in de lijn van de vorige attractie-info (van Python, Schipschommel en Piraña) is het niet meer dan normaal. Er wordt in de tekst zelfs over een niet verwezenlijkt project gesproken, Jungle Symfonie, dat zelfs nog wordt uitgelegd. Nu moet ik zeggen dat er in Hellendoorn en Drievliet attracties staan die erg aan deze omschrijving voldoen, een soort van 'mislukte Indische Waterlelies-show' met pratende dieren. Gelukkig is dit dan ook nooit in de Efteling gerealiseerd.

De pagina’s 134 en 135 zijn helemaal ingeruimd voor Carnaval Festival, maar niet op de manier van de Indische Waterlelies en het Spookslot. We zien enkele ontwerpen van Geesink (die man kon echt niet tekenen) en krijgen een bijzonder lang stuk tekst over de komst van muziek in de beleving van de bezoekers in de attracties. Op deze manier krijgt Ruud Bos ook wat aandacht in het boek.

Vervolgens krijgen we eindelijk weer eens een foto van een maquette van een attractie, in dit geval dus Carnaval Festival. Opvallend is dat het gebouw er hier toch heel anders uitziet dan de uiteindelijke parkversie. Behalve een andere naam op de gevel (Carnaval Festijn) zien we een hele andere uitgang en ook de ingang liep vroeger anders dan hier is te zien. De verschillende scènes zijn een beetje moeilijk te onderscheiden, maar dingen als een molen (wat uiteindelijk de tulpenmolenman is geworden), de hoempapabandman, een totempaal, een sombrero en een wereldbol zijn duidelijk te zien. Vooral de wereldbol maakt mij toch nieuwsgierig naar wat de echte bedoeling was van de attractie, aangezien we een aantal grote landen (Amerika, Brazilië en Rusland bijvoorbeeld) in het Carnaval missen.

1985
Wat dus eigenlijk het jaar van Fata Morgana had moeten worden, werd het jaar van de Wensbron en de Bob. Vooral de informatie hier over de laatstgenoemde attractie is interessant. We weten nu wie we de schuld kunnen geven over die foute plaats in het park van deze attractie, want probeerde de Efteling in 1981 nog de Python zo ver mogelijk van het Sprookjesbos te bouwen, dan mag de Bob in 1985 er gewoon naast staan. Vooral het vreselijke geluid is lange tijd vreselijk geweest als je bij Langnek of Roodkapje stond. Lex Lemmens (één van de weinige keren dat die naam in het boek voorkomt) wordt hier dan samen met zijn team als de redder in nood omschreven, doordat zij de wieltjes later van rubber maakten.

1986
Interkosmos

De geliefde Verboden Stad opent zijn poorten in dit jaar, de hoofdtekst heeft het natuurlijk alleen over de opening, aangezien Fata Morgana op de pagina’s 139 t/m 142 alle aandacht krijgt. (Raar eigenlijk dat bij deze attractie niets wordt vermeld over de oorspronkelijke naam Fata Medina.) Meer wordt er daarom hier verteld over Interkosmos en de bijna-realisatie van een Cosmo Science Center in de Efteling (nu weet ik niet wie er ooit dit belachelijke idee heeft gehad, maar on-Eftelingser dat dit kan toch niet?). Dat is er dus gelukkig nooit gekomen.

Het “Geen sticker-stickers”-verhaal vind ik echt leuk, omdat er zelfs even aandacht voor zoiets als de parkeersticker is. Ik ben benieuwd hoeveel klachten er over dit onderwerp nog binnenkomen bij de Consumentenbond, aangezien er koppige pretparken in Nederland zijn die nog steeds ongewild van die plaatjes plakken op je auto.

Dan, de nu al heiligverklaarde pagina 139, met een paginagrote ontwerpschets van Fata Morgana op het eiland in de Siervijver. Mooi is de tekening niet echt, maar wel erg fantasievol en intrigerend. Een rotsopening met een klein Oosters paleis dat boven de boomtoppen uitkomt, waarin dus twee a drie scènes te bezichtigen zouden zijn door middel van de Gondolettabootjes. De uiteindelijke Fata Morgana is natuurlijk duizend malen beter, maar het zou toch leuk zijn als de Efteling eens wat deed met die saaie Gondolettatocht, misschien een Chinees of Romeins paleisje op het eiland?

 
Fata Morgana - Een attractie van Wereldformaat

Ontwerp voor Fata Morgana

 
Het Spookslot, Fata Morgana en Droomvlucht zijn drie projecten waar volgens mij zo veel informatie over voorhanden is, dat deze attracties met gemak ieder een boek ten dikte van Kroniek van een Sprookje kunnen vullen. Nu mogen we natuurlijk ook niet klagen over de hoeveelheid informatie, want in vergelijking met “Mam, een duppie voor de kip?” krijgen we hier toch heel wat tekst meer te slikken. De uitleg over hoe er op het idee van Fata Morgana is gekomen en hoe knap het gebruik van vuur is en de anecdote van de zoektocht naar echte oosterse spulletjes zijn natuurlijk ook zeer welkom. Het is alleen wat minder dan ik verwacht had, maar ik ben absoluut niet ontevreden. Een blik vooruit naar de schaarse Villa Volta- en Vogel Rok-info geeft de Spookslot- en Fata Morganapagina’s al meteen meer aanzien.

Het beeldmateriaal dat voor de Fata Morganapagina’s is opgescharreld is dan ook niet mis. Vijf achter-de-schermen- en bouwfoto’s die allemaal erg indrukwekkend zijn om te zien. Vreemd is het wel dat de houten-wielen-techniek geen plaatjes krijgt toegewezen. Nog vreemder is de keuze om Dzjinn gespiegeld paginagroot af te beelden op pagina 142. Ik denk dat ze ook hier beter hadden gekozen voor foto’s om de pagina te delen. Desalniettemin toch aardig wat aandacht voor Fata Morgana, met een best vlotte tekst en nooit gebruikt fotomateriaal.

 

Een Fata Morgana animatronic


1987
De hoofdtekst verwoordt de denkwijze die vanaf nu wordt toegepast, want alle attracties van het toekomstplan van eind jaren ’70 zijn nu dus gerealiseerd, dus komt er of een haastig opgebouwde attractie of geen. Ook al was het de bedoeling om een Arabische Show neer te zetten voor dit seizoen, de Efteling wist toch iedereen te verbazen met een attractie van 'hoog' niveau. De Pagode is een attractie in de trend van de Schipschommel en de Bob, een aangekochte attractie die even tussendoor is gebouwd om het attractieaanbod aan te vullen. De bijzonder mooie verschijning in de vorm van een Vliegende Thaise Tempel heeft er voor gezorgd dat de attractie toch een topper is geworden, die in de gehele omgeving goed zichtbaar en herkenbaar is. In het bijzonder tijdens de Zomeravonden en de Winter Efteling is het een feest van lichten dat zich statig boven de Efteling verheft.

Op pagina 144 vinden we er nog een anecdote over die een heel ander licht werpt op de naamsverandering van de attractie. Werd er eerst altijd gedacht dat de verandering van Pagoda naar Pagode is doorgevoerd omdat de bezoekers de attractie zo zouden zijn gaan noemen, nu blijkt dus dat de Efteling het verkeerde merk woordenboek heeft geraadpleegd. Nu ja, Pagode bekt toch wat fijner dan Pagoda, afgezien van het feit dat veel bezoekers de attractie niet eens bij de naam noemen. De foto onder deze anecdote is overigens van de acrobatenact die in 1987 werd gehouden onder de Pagode, het meest bloedstollende entertainment van de Efteling ooit. Dan nog iets opmerkelijks: geen spoor van de Torro d’Orro, een toch niet onbelangrijke prijs waar hier dus helemaal niets over wordt gezegd.

1988
De vermelding van drie varianten voor Monsieur Cannibale maken je toch echt erg nieuwsgierig. We kunnen nu in ieder geval wel met zekerheid zeggen dat de muziek later is gekozen. Ook kunnen we uit de tekst halen wat de reden is voor de aanwezigheid van dat blanke mannetje dat aan de kannibaal hangt. Er wordt natuurlijk meer tekst besteed aan de Trollenkoning, een attractie waarvan ik niet begrijp waarom daar zoveel moeite in is gestoken. Begrijp me niet verkeerd, het is (of beter gezegd was) een pracht van een animatronic met een erg realistisch uiterlijk, maar er zijn veel bezoekers die alleen maar voor de trillende steen komen.

Ton is in het citaat, onderaan pagina 145, op zoek naar een term voor de Efteling. Als die er niet is, waarom word je daar dan wel om gevraagd bij de parkenquête? Ik heb, toen ik twee jaar geleden ook maar eens die enquête deed, gezegd dat geen van de vier bewoordingen op de Efteling slaat (attractiepark, familiepark, pretpark en sprookjespark), maar ik moest een antwoord geven, dus zei ik maar attractiepark.

Nu heb ik niets tegen het feit dat sommige foto’s en illustraties de hele pagina bedekken, maar kies dan wel wat moois uit. De erg duistere close-up van het oude gezicht van de Trollenkoning vind ik niet echt een mooie foto, ik heb weleens mooiere foto’s van hem gezien. Bovendien begrijp ik niet helemaal goed waarom de Python en de Trollenkoning het recht krijgen om van die lelijke afbeeldingen in het boek te hebben. Waarom geen foto van Fata Morgana in het avondrood? Een overzichtsfoto van het Lavenlaar? Of van de Spookslotvoorstelling? Dat had de kroniek toch heel wat mooier gemaakt.

1989
Het heeft toch ook zo z’n voordelen dat het boek het zo vaak over personeelszaken heeft. Het geeft, samen met andere publicatiebronnen, steeds de reden weer voor het wel of niet realiseren van een attractie. De toekomstplannen waren dus, als ik me goed herinner: 1989: Villa Vola, 1990: Funny Village, 1991: Jubileumattractie en 1992: Hotel en Uitgaanscentrum. Hoe dit uiteindelijk is geworden is bekend.

Ook al stond de Efteling dan bol van de ideeën voor nieuwe attracties, de bekendste verdwenen attracties worden in 1989 gesloten. Het Zwembad, waarover hier dus een stukje tekst, en de Speeltuin, waarover in de hoofdtekst bij 1990 in één zin wordt gezegd dat dit anker in verval raakte. In plaats van opknappen en verplaatsen naar het Café-Restaurant, wordt de Speeltuin gesloopt en wordt later besloten een Playmobielspeeltuin aan te leggen bij het restaurant.

1990
De meest geplaatste Lavenfoto aller tijden, Lots Kraamhuys, krijgt de eer om hier in het midden van de pagina te staan. De familiefoto van de Laven, waarvan er een stuk of acht in omloop zijn, staat wat vreemd in de hoek. Een erg slordige lay-out dus.

De hoofdtekst heeft het over het besluit van de directie om na enig aarzelen toch het Lavenlaar als nieuwe attractie te bouwen voor 1990. De reclameslogan 'Efteling doet wonderen' wordt vervolgens bij het verkeerde jaartal genoemd. Dit was namelijk de slogan van 1987 t/m 1989, en werd nog wel afgedrukt op de eerste parkeerstickers van dat jaar en de folder (deze werden ook nog in 1989 afgedrukt), maar in dat jaar werd toch echt de slogan 'Wereld vol Wonderen' geïntroduceerd, samen met het nieuwe logo.

De trouwerij van Moeder Lot

Op pagina 150 is een foto van het interieur van de Schrijvende Kabouter afgebeeld, een vreemde keus om die hier te plaatsen (hier had dus de Lavenlaarfoto kunnen staan). Dan staat daaronder iets over de toekomstplannen voor buiten het park, namelijk het uitgaanscentrum. Van alle grootse toekomstplannen is dit de enige keer dat daarover wordt gesproken in het boek, want zowel het Subtropisch Zwemparadijs (bedacht in 1987, nooit gerealiseerd), de Efteling in Spanje (waarover wel informatie is te vinden in “Op weg naar Ooit”), een tweede themapark naast de Efteling (“Mam, een duppie voor de kip?”) als het bungalowpark Droomrijk schitteren hier door afwezigheid.

1991
Er staat wel wat over de Pegasus, maar veel minder dan over de voorgaande attracties. Met name de reden van de aanwezigheid van de achtbaan mis ik hier. Over de opening staat nog wel wat, maar meer daarover is te vinden op pagina 167, bij het interview met Van Assendelft de Coningh. Verder staat er nog wat info over het Hotel en Droomvlucht, vooral de informatie over de werktitels Waterstad en Daydream is hier intrigerend. Daydream is uiteindelijk Droomvlucht geworden, maar Waterstad is weer zo’n project dat alleen bij naam, en dus zonder uitleg of schetsen, in het boek wordt genoemd. Pagina 152 kent dan weer leuke anecdotes en nooit eerder gepubliceerde foto’s.

Pegasus bij nacht

 
TerugVerder
 

 

 

Tekst: Ramon Heeren - 2002