Informatie banner -|- (c) Het WWCW 2001

  Recensie - Kroniek van een Sprookje - 7
 
 


Frans Kils - Mijn hart ging sneller kloppen
Iedere keer wanneer je je zit op te winden over stomme foutjes in het boek, verschijnt er wel een anecdote waar je weer om kunt lachen. Ook Frans Klis weet mij te verblijden met twee lachwekkende gebeurtenissen. Een Turk die solliciteerde voor Vliegende Fakir en iemand die een tijd lang gratis voor de Efteling werkte. De verhalen klinken bijna te ongeloofwaardig om waar te zijn.

Herman ten Bruggencate - Ik denk dat ik rust in het bedrijf gebracht heb

Herman ten Bruggencate Herman ten Bruggencate is een man die veel voor de Efteling heeft betekend. Eigenlijk de persoon die de hele ontwikkeling van het park in de jaren '80 heeft bepaald. Hij was van 1974 tot 1985 in dienst in verschillende topfuncties. Hij krijgt hierbij dan ook eindelijk eens de eer die hem toekomt. Eén van de dingen die hij vertelt is dat hij de milieuactivisten iets te ver vond gaan bij de bouw van de Python en dat de activisten onder andere aanhaalden dat er vleermuiskeutels zijn gevonden. Nu is het leuke dat die vleermuizen nog steeds in de Efteling zitten. Sterker nog, ze hebben het beter dan ooit, want de Python en de Piraña worden 's winters bewoond door deze dieren.

Over het Chinese project wordt ook nog even iets gezegd. We krijgen over dit project in de kroniek toch wel wat puzzelstukjes die in de puzzel passen. Ik heb het idee dat er voor dit project twee plannen waren: 1. Een dark ride a-la Fata Morgana en 2. een dorpje aan de vijver (soort Lavenlaar) met eventueel een rondvaartboot. Aangezien zowel Fata Morgana als het Lavenlaar al gerealiseerd zijn en er al een Chinees paleis in het Sprookjesbos staat, denk ik dat we met zekerheid kunnen zeggen dat het Chinese project nooit meer wordt gerealiseerd.

Het plakboek voor vijftig jaar later
Een verrassende leuke toevoeging is dit plakboek, vol met allerlei advertenties, toegangskaartjes, souvenirs en nog wat andere dingen uit vijftig jaar Efteling. De eerste bladzijde ervan (pagina 119) bevat vier entreekaartjes van weleer, helaas, op één na, zonder jaartalvermelding, maar als ik het goed heb komen de kaartjes van boven naar beneden uit 1960, 1967, 1970 en een soort van abonnement uit 1966. Daarna komen we op de pagina’s 120 en 121 waar vele reclameuitingen zijn geplaatst. Helemaal links zien we een advertentie uit 1974, bovenaan één van 1954, daaronder twee foto’s van de beste reclamecampagne die de Efteling ooit heeft gehad (briljante posters die hier nog eens lachwekkend worden gebruikt) met rechts daarvan een advertentie uit 1969. Daaronder zijn vier pagina’s van het souvenirboekje van 1957 afgebeeld. Een foto van Anton Pieck ligt dan wat verdwaald op de pagina. De pagina rechts is totaal gevuld met een erg knuddige jaren ’50-advertentie.

Overzicht van "het plakboek voor vijftig jar later"

Hierna komen er wat souvenirs uit de vervlogen tijd. Speldje, stickertje, hangertje en snoepje met ei waar deze verrassingen uitkwamen. Daarbij staan dan twee zwart-witfoto’s van de fraters en het schilderen van de Kip en twee Piecktekeningen van de Eend. De bladzijde daarnaast bevat de Rode Schoentjes, een oude zwart-witfoto van het Rode Schoentjestafereel, een pakketje souvenirfoto’s (de voorloper van het fotoboekje), duivenvoer, een foto van een duif en een merkwaardige afbeelding van een rokende Kabouter Efteling.

Overzicht van "het plakboek voor vijftig jar later"

Twee parkeerstickers (uit 1979 en 1982), een folder uit begin jaren ’50 en een Eftelingdukaat uit 1998 vinden we vervolgens op pagina 124. De daaropvolgende pagina is dan gevuld met vier foto’s van de bouw van de Python en het krantenartikel over de bouwstop van de achtbaan. Het plakboek eindigt vervolgens met een foto van de kassa’s uit de jaren ’60 en het Huis van de Vijf Zintuigen. Ook hier weer entreekaartjes: één uit 1987, 1991 en de laatste is van 31 mei 2002. Zoals gezegd, een hele leuke toevoeging aan het boek, met als enig punt van kritiek de lengte. Er bestaat nu eenmaal zo veel van dit soort materiaal dat acht pagina’s eigenlijk gewoon te weinig zijn.

Loes Schnellen - Je ziet formele zakenmensen weer kind worden
Van alle interviews is dit de slechtste. Geen opmerkelijke anecdotes of leuke informatie (of andersom).

Jan van Meel - Het is iets waar ik stieken trots op ben
Jan van Meel heeft wat leukere anecdotes achter de hand dan Loes Schnellen. Over de tijd dat hij werkte bij de Stoomcarrousel, de Python en de EHBO bijvoorbeeld. Hij vertelt hoe de tijd van werken toen was en nu jammergenoeg niet meer.

 
TerugVerder
 

 

 

Tekst: Ramon Heeren - 2002