|  
  
                De Efteling is het enige 
                prentenboek ter wereld waar je doorheen kunt lopen. Je 
                ziet, je hoort, je zou de wonderlijke vertelsels zelfs aan 
                kunnen raken. Jammer alleen dat zoveel projecten er nooit het 
                levenslicht zagen. Maar in dit geschiedenisoverzicht wel. Elk 
                jaartal is een stukje verhaal om zo het hele verhaal voor altijd 
                te onthouden. 
                
                 Het twintigjarig bestaan viert de Efteling door een gedurfde 
                stap in een nieuwe richting te zetten. Om tegemoet te komen aan 
                de hoger wordende eisen die het publiek stelt wordt op de weide 
                in het midden van het park de Breughelbrink geopend. Al 
                enige jaren is er sprake van dit zogenaamde ‘A-veld’ of ‘Project 
                25’. Oorspronkelijk zou het project op de speelweide tussen het 
                Carrouselpaleis en het Café-Restaurant komen, maar destijds werd 
                ervoor gekozen Shang-Ri La als verbindingsbrug tussen beide 
                locaties te laten fungeren. De plannen werden daarna in de 
                ijskast geschoven tot men de tijd er rijp voor achtte. Op deze 
                locatie moet de Breughelbrink de weg naar de achterliggende 
                gedeelten van het park plaveien.
 Het plein wordt gerealiseerd in een meerjarig stappenplan. Er 
                zijn voor de toekomst plannen voor een achtbaan, een spookslot 
                en uitbreiding met verschillende andere attracties. In deze 
                eerste fase is echter al een groot en divers aanbod van 
                attracties aanwezig. Zo kunnen bezoekers verdwalen in de 
                Doolhof, glijden van de Toren van Babel-glijbaan, 
                klimmen in het Spinnenwebbenklimrek of draaien in een van 
                de Draaimolens die vanuit de Speeltuin naar het plein 
                zijn overgebracht. Daarnaast is er een circuit met 
                Radiografisch Bestuurbare Bootjes en kan men hier een 
                Spiegelzaal vinden. Bovendien begint de Efteling ook met de 
                realisatie van een grote achtbaan aan de achterzijde van het 
                plein.
 Op de Breughelbrink is daarnaast een Vlaams centrum 
                met gezellige uitspanninkjes, eetgelegenheden en winkeltjes te 
                vinden. Een gezellige rij van Pieckse geveltjes biedt hieraan 
                onderdak.
 In de sfeervolle Herberg ‘De Swaen’ staan 
                overheerlijke Bourgondische schotels op het menu. Even verderop 
                worden op de Brink bij De Vergulde Suikerspin heerlijke 
                suikerspinnen gedraaid en kan men in het Kleyne Klaroen 
                overheerlijke broodjes krijgen.
 Voor entertainment wordt gezorgd in een Muziektent, 
                die midden op het plein is geplaatst. Hier komen in het 
                zomerseizoen en in de weekeindes lokale en soms ook nationale 
                blaaskapellen optreden, die de verschillende met geknotte linden 
                omringde bezoekers op de terrasjes luister komen bijzetten.
 Een andere uitbreiding in het park is te vinden bij het 
                Carrouselpaleis, waar het Victoriaanse Theater wordt 
                geopend. Hier presenteert de Efteling allerlei vormen van 
                entertainment, variërend van Clownerie tot filmvertoningen. Met 
                de komst van het Victoriaanse theater aan de westkant van de 
                stoomcarrousel is het Carrousselpaleis compleet. Aan de oostkant 
                van de carrousel lag immers al het Waterorgel en aan de zuidkant 
                het een jaar eerder geopende Diorama. Anton Pieck ontwerpt de 
                nieuwe ornamenten voor de uitbreiding van de voorgevel, die met 
                fraaie schilderingen, veel spiegels en gouden krullen tot een 
                net geheel wordt gemaakt.
 In het Sprookjesbos is aan het Paddenstoelendorp het Grote 
                Kabouterhuis toegevoegd. Het is voor het eerst dat bezoekers 
                de kans krijgen om oog in oog te staan met echte kabouters. De 
                woning is voorzien van een dak dat ogenschijnlijk bestaat uit 
                verschillende paddenstoelen en zwammen. Binnen kan men een blik 
                werpen in het leven en werken van de kabouter. In bedden aan de 
                linker- en rechterkant van het vertrek liggen twee zieke 
                kabouters en bij de kolenkachel in het midden zit een derde 
                kabouter te lezen en zit een vierde rustig zijn pijp te roken. 
                Het kabouterhuis oogt, net als alle andere bouwwerken in het 
                Sprookjesbos, ‘authentiek’ en zit vol met leuke details.
 
                  
                    |  |  |  |  
                    | Zeer vroege 
                    suggesties voor de Breughelbrink / A-veld, dan nog in 
                    planning op de speelweide. | Een deel van de 
                    Breughelbrink-ideeën verplaatst men naar een latere fase, zoals het Spookhuis.
 | Anton Pieck 
                    bedenkt voor de Breughelbrink / A-veld zo veel concepten dat 
                    het park er nog jaren mee toe kan. |  
                    |  |  |  |  
                    | Definitieve 
                    ontwerpen voor de gevels van de Breughelbrink en details van de decoraties.
 | Interieur van 
                    één van de uitspanningen van het Vlaams Centrum op de Breughelbrink.
 | Interieur van 
                    het Grote Kabouterhuis dat dit jaar het Paddenstoelendorp komt versterken.
 |  
                    |  |  |  |  
                  
                    | 
                    
                    
                    
                     
                    
                     Pomme 
                    d’Or 
 In 1972 rolt zonder toverkunsten of geheimzinnige 
                    hekserij een gouden appel de Efteling binnen. Integendeel, 
                    de Pomme d’Or huist in de werkelijkheid. Hij bezegelt de 
                    hoogste Europese onderscheiding op toeristisch of 
                    recreatief gebied.
 |  
                  
                    | 
                    
                    Lips Autotron DrunenIn 1972 opent 
                    Lips Autotron in Drunen de deuren. In dit automuseum kunnen 
                    bezoekers de meer dan honderdvijftig auto’s tellende privé
                    Autocollectie van de heer Max Lips bewonderen. 
                    Daarnaast zijn in het gebouw een Filmzaal en een 
                    Restaurant te vinden. Het bijzondere gebouw is ontworpen 
                    door Anton Pieck, die het project naast zijn verplichtingen 
                    voor de Efteling heeft opgepakt. Ook bij de bouw van het immense complex doet Pieck geen 
                    concessies aan kwaliteit. Zo vraagt hij de aannemer of deze 
                    de door hem ontworpen luiken van het gebouw laat 
                    verwijderen, omdat de harten te klein zijn uitgezaagd. De 
                    aannemer doet dit graag voor Pieck en laat de meer dan 
                    honderd luiken weghalen om de harten opnieuw uit te zagen. 
                    Als Pieck de luiken drie maanden later opnieuw ziet is het 
                    opnieuw mooi en prima, behalve dat de harten deze keer te 
                    groot zijn. Zoals het nu is, is het toch heel lelijk, oppert 
                    hij. Uiteindelijk wordt een compromis gevonden door de 
                    opengewerkte harten dan maar rood te schilderen.
 De werkzaamheden bij Max Lips betekenen voor Anton Pieck dat 
                    hij op woensdag, de dag waarop hij altijd in de Efteling 
                    komt vergaderen, voortaan ook naar Drunen moet om ook daar 
                    bij het Autotron plaats te nemen aan de vergadertafel.
 |  
                 De spanning is 
                voelbaar in het Sprookjesbos als tussen de Chinese Nachtegaal en 
                Hans en Grietje De Wolf en de Zeven Geitjes hun intrek 
                nemen. Moeder Geit staat er eenzaam in het bos, niet vermoedend 
                dat de wolf even verderop bij haar voordeur staat om op slinkse 
                wijze te proberen haar huisje binnen te dringen. Zes geitjes 
                spelen daar aan tafel een potje ganzenbord, terwijl het zevende 
                en kleinste geitje zich verschuilt in de klok. Het sprookje is 
                uitgezet over een in vergelijking met andere sprookjes 
                behoorlijke looproute. De Efteling laat hiermee zien de 
                relevantie van de wieg van het park niet vergeten te zijn. 
                Opnieuw bewijst men nog altijd prima in staat te zijn de 
                klassieke sprookjes van weleer op een typisch Eftelingse manier 
                te verbeelden.
 In het nieuwe jaar wordt ook gezorgd voor een uitbreiding 
                van de EHBO-post in de speeltuin. De capaciteit was door de 
                nog altijd groeiende bezoekersaantallen niet meer groot genoeg.
 
                  
                    |  Rijsportcentrum 
                    Duyksehoef 
 Op 27 oktober 1973 wordt Rijsportcentrum Duyksehoef 
                    in gebruik genomen. Deze manege is gebouwd ter vervanging 
                    van de elf jaar eerder geopende Rijsporthoeve De Efteling en 
                    is gelegen tussen het Kraanven en de Efteling. Het centrum 
                    onderscheidt zich doordat het overdekt is, een belangrijke 
                    stap voorwaarts voor de tot dan toe alleen in de open lucht 
                    te gebruiken paardensportvoorzieningen.
 |  
                 Het Kabouterdorp 
                wordt uitgebreid met de Muzikale Kabouter. Anton Pieck is 
                een groot liefhebber van bomen en de eigenaardige vormen waarin 
                zij kunnen groeien. Hij leeft zich daarom helemaal uit in het 
                ontwerp van de boom waarin de kabouter woont. De bezoeker kan in 
                de holle boom door twee kijkopeningen de talentvolle kabouter 
                aan zijn clavecimbel de bekende paddenstoelenmuziek zien spelen, 
                terwijl door de deur achter hem een andere kabouter af en toe 
                een kijkje komt nemen. Links van de Kabouterboom kan de bezoeker 
                in een kijkopening een onderaardse grot zien, waar een groep 
                Elfen en Gedrochten hand in hand danst op de maat van de 
                muziek.
 Verderop in het Sprookjesbos is het huisje van de Wolf en 
                de Zeven Geitjes uitgebreid met een speelkamer waarin 
                eekhoorntjes en muisjes spelen met al het speelgoed van de 
                geitjes, dat hier staat uitgestald.
 Nabij het Sprookjesbos wordt achter de Vliegende Fakir een 
                Deftig Station voor het stoomtreintraject geopend. Voor het 
                nieuwe station strekt zich de Sint-Nicolaasplaets uit. 
                Midden op dit plein staat een fontein waarop een beeltenis van 
                de goedheiligman prijkt. Naast de in de gevel van het station 
                aangebrachte klok staan bovendien twee zwarte pieten, die ieder 
                kwartier de bel luiden.
 Aagje krijgt vijf jaar na haar ingebruikname als 
                passagierstrein in de Efteling versterking van Moortje, 
                die sinds 1908 werkzaam is geweest in een Belgische 
                steenkolenmijn. Met de komst van Moortje komt ook een aantal 
                aanpassingen voor het spoortraject. Er worden wissels 
                aangebracht en er komt een passeerplaats voor de 2de stoomtrein, 
                zodat voortaan beide treinen hun ronde kunnen rijden.
 In 1974 overlijdt Peter Reijnders. De inventieve cineast, 
                handelsagent en uitvinder is 74 jaar geworden.
 
                  
                    |  |  |  |  
                    | de Muzikale 
                    Kabouter in de holle boom van het Kabouterdorp.
 | Dansende Elfen 
                    en andere Gedrochten in hun onderaardse spelonk.
 | De slaapkamer 
                    van de Zeven Geitjes staat vol fraaie details.
 |  
                 Aan de achterzijde 
                van de Breughelbrink wordt in het hart van het park De Jongen 
                Die op Reis Ging om het Griezelen te Leren geopend, de 
                grootste attractie die het ontwerpteam van de Efteling tot dan 
                toe realiseert. Drie jaar lang is er gewerkt aan deze griezelig 
                goede achtbaan, die is gebaseerd op een idee van de een jaar 
                eerder overleden Peter Reijnders. Het geheel is in de geest van 
                het gelijknamige sprookje van Grimm gebouwd in de vorm van een 
                spookkasteel met landerijen. De attractie speelt zich voor een 
                gedeelte in de open lucht af, maar het belangrijkste deel van de 
                rit bevindt zich binnen in de imposante door Anton Pieck 
                ontworpen kasteelruïne.
 
                  
                    | 
 |  
                    |  |  
                    | 
 |  
                    
                Via de aan de Breughelbrink gelegen entree betreedt de bezoeker 
                de onderaardse gewelven van het kasteel, waar zachtjes een 
                variatie van het hoofdthema van de attractie te horen is. Door 
                de duistere krochten wordt de bezoeker naar een donker station 
                geleid, waar hij mag instappen. Om de achtbaan sensationeler te 
                maken zijn de normale achtbaanwagentjes vervangen door rijdende 
                bedden. Bij het stijgen (geluid omhoog
                 ) 
                en dalen (geluid omlaag  ) 
                maken de karretjes bovendien het herkenbare zwiepende geluid om 
                de sensatie hiervan te versterken. Tijdens hun reis worden de bezoekers vergezeld door de Jongen 
                die op reis ging om het griezelen te leren, met wie zij de reis 
                door het kasteel maken. De bedden razen eerst naar buiten over 
                de landerijen en vervolgens terug naar het verlaten spookkasteel. 
                Eenmaal binnen raast men snel over de trappen van het kasteel en 
                wordt men rakelings door verschillende ruimten gevoerd, door 
                onder andere de eenzame troonzaal waar de jongen met 
                doodshoofden staat te kegelen en de verlaten slaapkamers weer 
                naar buiten over de verdorde tuinen. Terwijl de herkenbare en 
                geliefde themamelodie (
  ) 
                aanzwelt bereikt de bezoeker bij de climactische eindscène in 
                het kasteel de heksenkelder, die overladen is met de meest 
                duivelse creaturen. Na dit macabere schouwspel vindt men samen 
                met de jongen de schatkamers van het kasteel. Het is hem niet 
                gelukt te griezelen in het kasteel, en hij - en dus ook de 
                bezoekers - keren onverrichterzake terug naar huis. Maar bij de uitgang ziet de bezoeker nog een hekje met 
                daarachter twee zware deuren, van waarachter men de jongen 
                uitbundig hoort lachen, omdat zijn vrouw hem dan toch eindelijk 
                heeft leren griezelen.
 
                  
                    | 
 |  
                    |  |  
                    | 
 |  
                  
                    |  |  |  |  
                    |  |  |  |  
                    | Het kasteel waar DJDORGOHGTL op zoek gaat naar angst. Sfeerimpressie van Pieck.
 | De Heksenkelder, 
                    eindscène van de uiterst populaire attractie.
 | In bedden 
                    gelegen razen bezoekers over de trappen van het kasteel en door de omgevende landerijen.
 |  
                    |  |  |  |  
                    | Anton Pieck 
                    ontwerpt tientallen huiveringwekkende secties voor de rit. | Kegelen tegen De 
                    Dood tot aan het ochtendgloren... Pieck tekende het ook al 
                    voor de "Sprookjes van Grimm".
 | Het Witte Paard. Pas in 
                    2001 werd het gebouw opnieuw aangepast aan de wensen van de 
                    moderne klant. (Foto van rond 1980)
 |      
                In het Sprookjesbos is de Grot van Sneeuwwitje vernieuwd. 
                Voortaan zien bezoekers in een geheel overdekte grot vanachter 
                glas de zeven dwergen, terwijl zij rouwend rondom de glazen kist 
                met daarin het mooiste meisje van het land staan. De stenen 
                beelden van de dwergen zijn vervangen door bewegende poppen, die 
                voortaan dankzij het door Peter Reijnders uitgedachte 
                schijvensysteem elk een aantal subtiele bewegingen maken.Een fikse opknapbeurt en een naamsverandering vormen het 
                Theehuis om tot Het Witte Paard. Het restaurant wordt 
                groter en sfeervoller gemaakt en er is een nieuw 
                zelfbedieningsbuffet. De verbouwing is door Anton Pieck 
                ontworpen. In 2001 wordt het etablissement opnieuw verbouwd.
 Achter het Witte Paard is ook hard gewerkt. In horecapunt de
                Gelaarsde Kat kunnen bezoekers voortaan terecht voor wat 
                drinken en ander lekkers en in het Hommeltje kan men 
                aankloppen voor een ouderwetse suikerspin. De horecapunten 
                vervangen het Dorstig Hart, een naam die in 1997 weer zal 
                opduiken in het Uitpark.
 Tenslotte kunnen bezoekers voortaan gaan schuilen in de 
                nieuwe Schuilhut die op de Sint-Nicolaasplaets is 
                verrezen.
 
                 Tegenover de 
                siertuin wordt in het prieeltje bij de uitgang van het 
                Sprookjesbos het Vlaamse sprookje De Betoverde Appelboom 
                aan het publiek gepresenteerd. In een bewegende kunstboom zit 
                een vijftal animatronics van huilende en schreeuwende kinderen. 
                Achter de boom staat een huisje, vanwaar een heks en haar 
                blazende zwarte kat lachend staan toe te kijken. Bij de 
                realisatie van het laatste sprookje worden opnieuw de 
                allernieuwste technieken uit de kast getrokken. Nog nooit werd 
                in de open lucht zoveel beweging ingezet als bij dit door Anton 
                Pieck ontworpen tafereel. Het realiseren van de scène kost de 
                technici van de Efteling en met name technisch 
                hoofdverantwoordelijke Lex Lemmens dan ook slapeloze nachten.
 Om de grens tussen de roei- en de kanovijver te benadrukken 
                wordt de 75 meter lange Wankelbrug geopend, die beide 
                peddelgedeelten van elkaar scheidt. De fl. 150.000,- kostende 
                wankelbrug bestaat uit een bewegend brugdek dat door een 
                scharnierende ketting met een aantal houten platforms verbonden 
                is. De planken van het brugdek maken bij het lopen erover 
                golvende bewegingen naar voren, waardoor een tocht over de brug 
                een gekke gewaarwording wordt.
 Voor het Café-Restaurant wordt in dit jaar een Fontein 
                geïnstalleerd die vijftien meter hoog de lucht in spuit. De 
                fontein is een cadeau dat is aangeboden door zowel het vaste 
                personeel als het seizoenspersoneel.
 
                  
                    |  |  |  |  
                    | De Betoverde 
                    Appelboom, ontworpen door Pieck en technisch uitgewerkt door Lex Lemmens.
 | De fontein die 
                    het park ontvangt van haar trouwe en diep betrokken personeelsleden.
 | De 75 meter 
                    lange Wankelbrug, alwaar menig landrot zeebenen krijgt. |  
                    |  |  |  |  
                  
                    | Golfbaan 
 Ten zuiden van het park wordt De Golfbaan geopend, de 
                    nieuwste bij het park horende sportvoorziening. De gemeente 
                    Loon op Zand keurt een jaar eerder de plannen hiervoor goed. 
                    Voor een bedrag van ongeveer fl. 400.000,- zijn hier in krap 
                    een jaar tijd negen holes aangelegd. De golfbaan, die is 
                    aangelegd als een ‘public course’, valt onder de 
                    verantwoordelijkheid van de plantsoenendienst. Wanneer de 
                    Efteling medio jaren ’90 besluit zich serieuzer te gaan 
                    richten op de markt voor golfers wordt de golfbaan opnieuw 
                    ingericht en gaat het grondgebied deel uitmaken van het 
                    uiteindelijk 27 holes tellende Golfpark.
 |    
                   |