Documentatie - logo -|- (c) het WWCW 2002
Titel: Interview Ton van de Ven - Recreatie
Auteur: Peter Reinartz
Harlekeyndatum: 4-2-2003

In mei 2001 verscheen in het blad "Recreatie" een interview met de toen 57-jarige creatief directeur Ton van de Ven. Het betreffende interview is vanaf nu na te lezen hier in In den Bonte Harlekeyn.

 

 
Wandelaar in de wereld van Anton Pieck - Ton van de Ven in "Recreatie", magazine voor recreatie en tourisme

Cover "Recreatie"Als creatief directeur is hij in belangrijke mate verantwoordelijk voor het gezicht van de Efteling. Tekenaar, illustrator en ontwerper Ton van de Ven (57), werkte lange tijd nauw samen met Anton Pieck, een van de grondleggers van het attractiepark in Kaatsheuvel. Hoewel Pieck’s romantische illustratieve stijl ook in zijn natuur zit, werkt Van de Ven thuis heel graag modern: “met een grote kwast forse wijven schilderen.” Maar op zijn werk gaat het om “de grootste gemene deler, de massa te plezieren en niet om je elitair te uiten.”

Kabouters in een donker bos tussen tot de verbeelding sprekende, groteske bomen, een grote snor en tulband dragende prins uit Duizend en een Nacht kijkt met over elkaar geslagen armen vanaf zijn prent de toeschouwer onverstoorbaar in de ogen, de maquette van het geplande nieuwe theater in neoclassicistische stijl ruikt nog naar lijm. Ton van de Ven maakt een ontspannen en voldane indruk. Een tevreden mens. Zijn sigaret inhalerend en een beetje beetje achteroverleunend in zijn stoel zit hij in zijn atelier temidden van talloze tekeningen, aquarellen, prenten, poppen en een maquette. Muren, kasten, tafels, stoelen en zelfs de vloer: geen enkel plekje is nog vrij. Hier heerst – in de ogen van een buitenstaander – de romantische en onontbeerlijke chaos van een atelier. Dit is het domein van een kunstenaar. Van de Ven, in Kaatsheuvel beter bekend als de opvolger van Anton Pieck, voelt zich er zichtbaar in thuis.

Creatief directeur
"Ik ga vreemd in een wereld waarin het lekker is vreemd te gaan"Nog niet zo lang afgestudeerd aan de Eindhovense Academie voor Industriële Vormgeving begon de uit de Brabantse klein getrokken ontwerper halverwege de jaren zestig zijn loopbaan bij de Efteling. Lange tijd werkte hij er samen met Anton Pieck, Nederlands bekendste illustrator van de twintigste eeuw en een van de grondleggers van het beroemde attractiepark in Kaatsheuvel.
Toen Pieck zich in 1974 op latere leeftijd terugtrok, nam Van de Ven officieel het ‘estafettestokje’ van hem over. Vanaf dat moment is hij als creatief directeur in belangrijke mate verantwoordelijk voor het gezicht en de uitstraling van de Efteling. Het Spookslot, Fata Morgana, Droomvlucht, Villa Volta, Vogel Rok en Het Volk van Laaf ontsproten aan zijn fantasie. Hij maakte er de tekeningen en ontwerpen voor en schreef zelfs een geheel nieuw sprookje.

Heilig respect
Hoewel Van de Ven al die jaren de romantische traditie van zijn bekende voorganger voortzette, heeft hij Eftelings vormgevingswereld nooit ervaren als de zijne.

“Begrijp mij niet verkeerd”, benadrukt hij, “ik weet hoe moeilijk het is om aan datgene wat spontaan uit Pieck’s handen leek te vloeien, een invulling te geven. Ik heb een heilig respect voor zijn kunnen. Maar hij was een romantisch illustrator. Ik ben een ontwerper die romantisch illustreert. Een ontwerper van sprookjesachtige, romantische zaken voor een bedrijf als de Efteling.”

Forse wijven
Een romantisch illustrator of een ontwerper die romantisch illustreert; voor de leek misschien hetzelfde, voor de creatief directeur een wereld van verschil. Van de Ven: “Anton Pieck leefde in zijn eigen wereld van romantiek. Ik ben slechts een wandelaar in zijn wereld. Anton Pieck zou nooit in staat zijn geweest op een andere manier zijn tekeningen te vervaardigen. Ik wel. Kijk, thuis werk ik hele graag modern maar met dit wereldje heeft dat heel weinig van doen. Tot midden in de nacht ben ik dan wel eens bezig en schilder ik met dikke kwast van die forse wijven om het schilderij uiteindelijk aan het eind van de vakantie onafgemaakt weer op zolder weg te bergen. Hier ben ik, heel eenvoudig gezegd, bezig om de massa te plezieren, te ontwerpen voor de grootste gemene deler en niet om me elitair te uiten of te imponeren. Ik zet me er niet tegen af, maar dit is niet mijn vormgevingswereld. In feite ga ik vreemd in een wereld waarin het lekker is om vreemd te gaan. Ik vind dat fijn en een leuke manier van werken. Vergeet niet: zowel de maîtresse als de echtgenote kunnen de ware liefde zijn. Je begeeft je alleen even binnen een ander verbond.”

"Ik verlang naar de emotionele vrijheid om ook die ander te kunnen zijn"Handige jongen
Verloochend heeft hij zichzelf dan ook nooit. Van de Ven: “Hier ben ik gewoon iemand die een beroep uitoefent. Geen kunstenaar, maar een padvinder met het insigne van handige jongen die kan modelleren, tekenen, illustreren, dichten en schrijven. Er staan genoeg beelden in dit park die ik met mijn eigen handen heb gemaakt maar bij Anton Pieck was de romantiek onderdeel van zijn werk én zijn leven. Ik kom me alleen maar goed aan zijn stijl aanpassen. Een stijl die voor een deel ook in het verlengde ligt van mijn opvattingen. Mijn referenties als kind zijn altijd sterk bepaald door zijn werk. Per slot van rekening zijn zijn dwergen totaal anders dan die van Disney. In Pieck’s stijl kan ik mij vinden, die zit ook in mijn natuur. Als dat niet het geval was geweest, had ik er geen verdere invulling aan kunnen geven. Dan had ik mezelf wél geweld aangedaan. Maar dat was helemaal niet nodig: ons werk ging naadloos in elkaar over. Toen hij ermee stopte, was ik de enige die het kon voortzetten. Er zijn hier natuurlijk meer geweest die het geprobeerd hebben maar dan bleef het voornamelijk steken bij het kopiëren van zijn werk, dat natuurlijk veel meer is dan alleen maar tekenen. Je moet weten waar je mee bezig bent en waarvoor je iets doet. Zo’n schets moet leiden tot een attractie.Pas als je daar goed van doordrongen bent, ken je behalve je mogelijkheden ook je beperkingen. Zo moesten wij ontwerpers rekening gouden met de uiteindelijke kosten van een attractie. Maar, zo moet ik toegeven, zeker in het begin waren wij daar niet altijd even sterk in. Vaak ging het goed maar soms ook was er sprake van een redelijk dramatische overschrijding van het budget. Daar moet je ook weer niet al te moeilijk over doen. Ik zie dat als de aard van een dergelijk avontuur. Een avontuur dat nog nooit eerder door iemand anders op deze wijze en omvang was aangepakt.”

Kneuterigheid
Een avontuur was het, zeker in de beginjaren die Van de Ven zich nog goed herinnert. “Een paar jaar na mijn afstuderen aan de Academie kon ik in 1965 aan de slag op de afdeling Ontwerp en Ontwikkeling. Op grond van mijn opleiding werd van mij verwacht leiding te geven aan een stel oudere collega’s. Daar vond ik natuurlijk geen zak aan. Ik ben dan ook begonnen met de geur op te snuiven van de stal waarin ik mij bevond. Ik hield me wat op de achtergrond. Pas na een half jaar ben ik me met de Indische Waterlelies gaan bemoeien en hielp ik mee met het uit klei modelleren van de figuren. De Efteling bestond vijftien jaar en we moesten alles op alles zetten om de nieuwe attractie op tijd te voltooien. Ik had al vaker met klei gewerkt. In die tijd speelden we graag met grote, spannende vormen. Misschien heel modern, maar hier totaal niet aan de orde. Hier maakte men in alle lieflijkheid grappige dingetjes; een kneuterigheid die er niet om loog. Ik kon me niet alleen maar aanpassen maar ontdekte ook dat het mijn passie was. Anton Pieck was gecharmeerd van mijn ontwerpen en tekeningen. Eigenlijk was dat het begin van zijn volledige acceptatie van mij. Ik leende als het ware zijn hand en communiceerde in zijn taal die toen zo langzamerhand door het bedrijf begrepen werd.”

Ton van de Ven in het Lavenlaer

Emotionele vrijheid
Hoewel de kunstenaar in hemzelf met regelmaat op zolder werd opgeborgen,heeft de ontwerper er geen spijt van al die jaren te hebben moeten werken ‘in de taal van de massa’.
Integendeel: “Het fantastische van de Efteling”, zegt Van de Ven, “is altijd geweest dat je naast je vrouw en kinderen nog een tweede familie had. Hoewel het ook hier er steeds hectischer en zakelijker aan toegaat, heeft dat familiegevoel het mogelijk gemaakt ervan te maken wat het nu is. Een sprookje dat ons in staat stelt de wereld om ons heen die ons voortdurend beïnvloedt, voor eventjes te ontvluchten. Maar altijd is die andere ik, de kunstenaar, sluimerend om mij aanwezig. Die bewaar ik tot ik dit niet meer als beroep hoef te doen, wat niet wil zeggen dat ik nooit meer voor de Efteling zal werken. Maar wanneer ik me verplaats in die andere kant van mijzelf dan raak ik daar zo in verstrikt dat ik bij wijze van spreken moet afkicken om weer terug te komen in deze wereld van het romantische illustreren. Over twee jaar maak ik gebruik van de VUT en stap ik op
. Veel mensen begrijpen dat niet, maar ik verlang naar mijn emotionele vrijheid, om ook die andere te zijn en me, als ik daar zin in heb, op een elitaire manier bezig te houden met een uitdaging op een gebied dat anderen kunst willen noemen. Dus geen kaboutertjes meer. Misschien een kunstzinnige kabouter, maar dat weet ik nu nog niet.”

(c) interview: Recreatie - magazine voor recreatie en tourisme. Graphics en lay-out: Het Wonderlijke WC Web.

 

 

 
 

In Den Bonte Harlekeyn - Onderdeel van Het Wonderlijke WC Web - De Schoonste van het Land