Documentatie - logo -|- (c) het WWCW 2002
Titel: Interview 'Profiel - Ton van de Ven' - Brabants Dagblad
Auteur: Céline Rutten
Harlekeyndatum: 23-2-2003

Op zaterdag 22 februari 2003 verscheen in het Brabants Dagblad een paginagroot interview met de tegenwoordig ontspannen vuttende Ton van de Ven. Céline Rutten stelde de voormalig creatief directeur, die overigens volgens het personeelsblad Efteldingen op de achtergrond nog een oogje in het zeil zal houden, een aantal vragen die nooit eerder de revu passeerden in de grote Ton-interviews.

 

 
Profiel: Ton van de Ven -|- Edits: het WWCW 2003

Nadat hij miljoenen en miljoenen mensen in Fata Morgana zachtjes schommelend langs de geheimen van de Oriënt heeft laten dobberen of ze door de sprookjessferen van elfen en trollen heeft laten zweven, zijn het twee harde brokken natuursteen die op dit moment zijn nieuwe leven in de vut markeren. Want meer dan vijftien jaar geleden zei hij al in een interview: “Pas als ik mijn beroepsleven achter de rug heb, ga ik aan echte kunst doen.” Dat wordt dus beeldhouwen.
”Ik heb altijd applaus geoogst bij het massapubliek, maar ik heb steeds geweten dat de taal van die massa niet altijd mijn eigen taal was. Ik wist zeker dat ik na de hele mooie tijd in de Efteling mijn eigen taal wilde gebruiken.”

Ton van de Ven -|- Foto: Marc Bolsius, (c) Het Brabants Dagblad 2003Is het als kunstenaar dan niet ondoenlijk om zo lang te blijven zwijgen?
”Ik parkeerde dat buiten mijn geest. Ooit heb ik eens een hele vakantie lang voor mezelf geschilderd. Het ene schilderij was nog niet klaar of het andere stond al op de ezel. Aan het eind realiseerde ik mij dat ik terug moest naar de gevoelige beelden van de Efteling. Dat verwart. Dat zijn dingen, die niet mixen.”

“Ik realiseer me dat het heel moeilijk zal zijn om na al die jaren in de beschermde wereld van De Efteling los te komen van die specifieke cultuur. Ik zal als een kind moeten beginnen mijn eigen vormtaal opnieuw te gaan ontdekken.”

Dus al dat fantastische spektakel dat u voor De Efteling heeft ontworpen staat in wezen heel ver af van wat u werkelijk denkt en voelt?
“Nee. Het heeft iets heel ambivalents. Het ligt er maar helemaal aan, op welke hoek van de bühne je wilt gaan staan om je kunsten te vertonen. Ik wil niet altijd vanuit de zelfde hoek opereren. Ik gun mezelf nu tijd voor andere emoties. De Efteling is ook emotie, ik denk verschillende emoties te hebben.”

Wat is een Efteling-emotie?
Het blijft even stil. Dan: “Efteling-emotie is het koesteren van een jeugdemotie die je meeneemt naar je volwassenheid. Het voelen. Het voelen is de veiligste weg om te gaan. Het gevoel ligt mijlenver voor op het verstand.

Terwijl Anton Pieck vijftig jaar geleden de basis ontwierp van het sprookjespark was het zijn opvolger Ton van de Ven die de werkelijk grote prachtstukken kon signeren. Beginnend bij het Spookslot, via de Fata Morgana, Droomvlucht, Vogel Rok, Villa Volta, Het Volk van Laaf en ook het indrukwekkende entreegebouw: het Huis van de vijf Zintuigen tot aan het theater toe. Hij heeft het allemaal bedacht en getekend.
Zelf zegt hij in zo goed als elk vraaggesprek dat hij dat deed ‘met een hand die hij had geleend van Anton Pieck’, dit om de ogenschijnlijk zo dezelfde stijl te verklaren.
Maar de verschillen tussen Van de Ven en Pieck zijn groter dan ze lijken.
Terwijl Pieck de bestaande sprookjes van Grimm als Hans en Grietje, Sneeuwwitje en Doornroosje tot werkelijkheid maakte is Van de Ven abstracter en misschien daardoor ook boeiender voor volwassenen. Van zijn werk is eigenlijk alleen Villa Volta een concreet verhaal. Maar de Fata Morgana vertelt niet de beschreven gebeurtenissen van 1001 nacht, maar brengt de bezoeker uitsluitend in allerlei oosterse sferen waarin hij zijn eigen verhaal kan maken. Zo heeft ook Droomvlucht niets concreets te vertellen en fascineert daardoor. Eigenlijk getuigen de geesteskinderen van Van de Ven van veel meer fantasie dan de sprookjesbeelden van Anton Pieck.

Jan Verhoeven en Ton van de Ven werden op De Efteling vaak ‘De Tweeling’ genoemd omdat ze altijd alles samen deden. Ton zorgde voor de ontwerpen, Jan was hoofd van de technische dienst. Jan verhoeven zegt over het verschil tussen Anton Pieck en Ton van de Ven: “Pieck leefde in 1800, Ton in de moderne wereld. Pieck maakte geen werktekeningen, maar illustraties en mooie plaatjes die nooit op schaal waren. In zijn tijd was woensdag een belangrijke dag, want dan kwam hij de uitvoering van zijn werk bekijken. Hij werd van het station gehaald, gaf iedereen een hand, keek hoe het werk vorderde en zei dan strijk en zet:’Prachtig werk, maar u moet het daar en daar nog wat aanpassen’. Dat betekende in de praktijk dat je alles wat je had gemaakt tot de grond toe kon afbreken. Ton werkte heel secuur op schaal, zijn werktekeningen waren heel nauwgezet. Van hem hoefde je nooit iets af te breken.”
“Zelfs als iemand buiten hem om aan een of ander wanproduct had gewerkt probeerde hij er niets aan te verbeteren want anders kreeg het toch iets van zijn eigen signatuur en daar wilde hij ver vandaan blijven.”

En in Vlaardingen zegt Chantel van Beurden, die op de ontwerpafdeling van Van de Ven heeft gewerkt: “Hij zat heel lang honderden tekeningetjes en schetsjes te maken. Als er dan een vraag vanuit de directie kwam over nieuwe attracties, had hij altijd wel een idee. Dat was dan heel langzaam gegroeid, net als een verhaal; zin voor zijn, je leest het eens over, verandert eens wat en uiteindelijk is het goed.”
“Als je iets bij een ontwerpbureau bestelt dan geef je aan: het moet zo groot zijn, zo lang en het mag zoveel plek kosten. Het bureau bedenkt dan iets voor een bepaalde doelgroep. Daar wordt iets van buiten naar binnen vorm gegeven, bij Ton gaat het meer om het gevoel van binnenuit.”
En: “Het meest knappe is zijn vermogen om een algemeen sentiment dat in iedereen leeft, zodanig vorm te geven dat iedereen zich erin kan vinden.”

Zelf zegt Ton van de Ven: “Ik heb wegen gemaakt waarop mensen met hun eigen voelen en waarnemen kunnen rondwandelen en waardoor ze in hun eigen sprookjes kunnen leven. De diepere lading van mijn werk wordt door anderen verzonnen en vertaald. Je moet niet proberen ze een verhaal van jezelf te laten overnemen. Bij Parijs is ooit een park gebouwd, dat was zo zwaar educatief ingekleurd, dat het al na drie jaar ter ziele was. Je moest een reis maken door het menselijk lichaam en daar moest je dan maar koek van zien te bakken. Dat werkt dus niet.”
“Bij nieuwe attracties wordt vaak gevraagd: wat zouden we moeten maken. Maar het ‘hoe’ is veel belangrijker. Het principe van Villa Volta, een huis waarvan het interieur over de kop draait, was rond 1900 al een fenomeen en zo afgekloven dat iedereen er op een gegeven moment vanaf wilde. Mijn grote vriend Jan Verhoeven en ik zagen het voor de eerste keer ergens in Zuid Duitsland. We hebben toen meteen gezegd: dit maken we ook, maar dan tien keer zo groot. Toen het af was wilde Disney het hebben.”

U noemt Disney. Ik vind dat het figuurtje Pardoes helemaal niet thuis hoort in de Efteling. Dat is toch regelrecht een Disney-kloon… Heeft u dat ontworpen
?
Ton van de Ven is wat afgemeten. “Pardoes is voor de kleinste Efteling-bezoekers ongelooflijk populair. Maar inderdaad, het danst los van het oerbeeld van de sprookjes der lage landen zoals die door Pieck en anderen werden geïllustreerd.”

Heeft u Pardoes ontworpen?
“Nee.”

Het Volk van Laaf kun je overal als tuinkabouter kopen. Vindt u dat leuk?
”Dat kan heel goed. Kijk, van de sprookjes moet je afblijven, die zijn vogelvrij, die kun je niet claimen voor de commercie. Het Volk van Laaf wel. Bij Laaf is gebruik gemaakt van een verschijningsvorm, die tussen mensen en iets kabouterachtigs in staat. Dat is dermate onderscheidend dat ze overal in de wereld als “Laaf” zijn te herkennen. Grote groepen mensen weten niet wat De Efteling is maar ze verzamelen wel het Volk van Laaf. Er zijn ook heel erg leuke Laafjes te koop, ik ken een schaakspel van Laaf dat werkelijk prachtig is.”

Zijn werkmaatje Jan Verhoeven praat over de spannende tijden waarin de hele grote attracties ontstonden. “De Fata Morgana, daar is geen bedrijf aan te pas gekomen. Dat hebben we allemaal zelf gemaakt. Alles is authentiek. Ton is naar Marokko gegaan om de spullen in te kopen. In de Fata Morgana zit heel veel avontuur.”
“In het Spookslot ook. Al die spectaculaire onderdelen moesten geprogrammeerd worden en Ton had een programma bedacht waardoor alle bewegingen en geluiden één mooi verhaal vormden. Hij trommelde 22 man op die allemaal een onderdeel van het slot onder zich kregen en hijzelf was de dirigent. Ik had de knekelhoop en de wankelende brug. Anderen stonden bij de rijzende en dalende grafzerken of bij de bengelende dode. Ton stond daar met een toeter en riep letters en cijfers in verschillende kleuren en wij moesten dan op knoppen drukken. Het was gewoon een groot feest, na twee oefeningen was alles in orde. Het werkt nog steeds. Dat had Ton allemaal in zijn kop zitten. Daar kopen ze nu een computerprogramma voor van tienduizenden en tienduizenden euro’s maar wij hadden het na een avond dolle pret ook perfect voor elkaar.”
Verhoeven zegt ook: “De liefde die Ton altijd in zijn werk heeft gestopt, die liefde ziet het publiek. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘We maken het plafond ook leuk’. Van attracties in andere parken mogen de muren en de vloeren veel geld kosten, maar de plafonds zijn altijd zwart ‘want dat zien de mensen niet’. Vergeet het maar. Ton legt de lat heel hoog.”


"Nu ga ik aan echte kunst doen"


Ton van de Ven heeft twee zonen en een dochter: Esther. Ze woont in Oss en ze herinnert zich betoverende wandelingen door een gesloten Efteling nadat het had gesneeuwd. En het rapen van tamme kastanjes in de herfst. En de hele hete dagen waarop na sluitingstijd werd geroeid op de vijver. En de herten die op een kwade dag door een herdershond waren doodgebeten.
Ze kent de trucjes om op drukke dagen niet uren in de rij te hoeven staan. “Voor de vakantiespreiding moest je nooit op dinsdag gaan want mensen zijn kuddedieren. Die hadden in het weekeinde allerlei afspraken, ze deden op maandag inkopen en op dinsdag gingen ze naar De Efteling. De tweede dinsdag van de bouwvakvakantie werd altijd ‘Dolle Dinsdag’ genoemd.
Ze weet van de tijdsdruk waaronder haar vader werkte als er een nieuwe attractie op stapel stond. “Dan lag het hele huis vol tekeningen en ging hij tot diep in de nacht door.”
De echtgenote van Van de Ven in Kaatsheuvel: “Toen de Indische Waterlelies bijna af waren heeft hij een dag, een nacht, een dag en nog een nacht doorgewerkt. Ze werden in leven gehouden met erwtensoep. De ochtend erna was het klaar. Hoe hij thuis is gekomen weet niemand. Zijn kleren lagen onder aan de trap en zelf lag hij boven te slapen.”
In Oss zegt Esther: “Natuurlijk is mijn vader een kunstenaar. Mensen kunnen kritiek hebben omdat zijn tekeningen zo op die van Pieck lijken, maar mij gaat het om de ongelooflijke creativiteit van zijn ideeën.” Zij vindt dat haar vader romantische karaktertrekjes heeft.

In Kaatsheuvel is Van de Ven daarover verbaasd.
”Ik romantisch? Dat is een moeilijke. Ik zou eerder denken dat men mij een nurks zou vinden. Romantisch? Dat heb ik nooit zo beseft. Anton Pieck was helemaal niet romantisch. Hij was wel een romanticus in zijn werk maar in het dagelijks leven was hij op de eerste plaats correct.”
Hij lacht. “Pieck had een vriendin, dat was Rie Cramer die zo geniaal schattige kindertjes kon tekenen. Nou, in het dagelijks leven had ze een pesthekel aan kinderen. Het een hoeft niets met het ander te maken te hebben.”

Zit er veel kitsch in De Efteling?
”Nee, kitsch niet. Er is wel veel edelkitsch, voorname en kunstzinnige kitsch.”

Zit er veel romantiek in De Efteling, of is er alleen maar nostalgie?
”Romantiek en nostalgie. De Efteling heeft het beide. Er is romantiek daar waar je tegen de edelkitsch aanleunt.”

Is romantiek dan edelkitsch?
Ietwat ongeduldig: “Nee, maar nu wordt het mij allemaal echt iets te wetenschappelijk.”

Wat zou nooit in de Efteling gebouwd mogen worden?
”Iets dat een directe aanslag is op de unieke vormgeving van het park. Er zijn attracties die elders hun waarde hebben bewezen, maar die De Efteling kapot zouden maken. In het verlengde van de achtbaan bestaan constructies waarvan je zegt: dit kan niet meer. De Python was een levensnoodzaak. Daardoor werd de Fata Morgana weer mogelijk. De Piraña, de schipschommel, ook hier geldt niet het ‘wat’ maar het ‘hoe’.”

Vormt het verleden de basis van De Efteling?
”De toekomst van de Efteling ligt in het verleden. Het klinkt behoudend maar het is daarom niet minder waar. De Efteling is na de oorlog begonnen en niemand had zin om om te kijken. Pieck keek wel om en heeft die gevestigde waarde in De Efteling gelegd.”

Aan het einde van het gesprek laat Ton van de Ven een prachtig boek zien. Hij is een beetje trots. Helemaal voorin lees ik:


Ton
,
Today it may be as you say ‘design’
But some day in the future
what you are doing will be art

 

Getekend: Tony Baxter, senior vice president Disney Imagineering
 

Kunst. Dus toch…
 


Wie en wat
Geborden: 1 januari 1944 te Eindhoven
Opleiding: 3 jaar gymnasium
Academie voor Industriële Vormgeving Eindhoven
Militaire dienst
1965 Hoofd afdeling Onderzoek en Ontwikkeling Efteling
1967 tot 1970 Ontwerper en vormgever bij Heimo in Duitsland
1970 Terug naar De Efteling
Sinds 1989 Creatief directeur De Efteling
Ontwerper van onder andere: Spookslot, Fata Morgana, Droomvlucht, Villa Volta, Huis van de 5 Zintuigen, Volk van Laaf, de Trollenkoning en nog veel meer.


Wat anderen zeggen
Herman ten Bruggencate, die vanaf 1974 dertien jaar directeur van De Efteling is geweest: “Ik geloof dat Ton ziek was toen de voorzitter van de stichting aan Joop Geesink (de vader van Loeki de Leeuw) vroeg: ‘Kun jij niet iets ontwerpen.’ Dat is het Carnaval Festival geworden. Het past niet bij De Efteling en Ton vond het vreselijk.”
Herman ten Bruggencate opnieuw: “Ik was net in dienst toen ik Ton samen met Jan Verhoeven naar Amerika heb gestuurd.”
Jan Verhoeven over de reis: “Dat heeft veel invloed gehad. We waren net sponzen die lang droog hadden gestaan.”
Dochter Esther: “Vader gooit 95 procent van wat hij tekent meteen weer weg. Wij zijn opgevoed met de stelling: “Als je het zelf niet mooi vindt, moet je het ook niet aan anderen laten zien.”

 

(c) interview: Brabants Dagblad. Graphics en lay-out: Het Wonderlijke WC Web.

 

 

 
 

In Den Bonte Harlekeyn - Onderdeel van Het Wonderlijke WC Web - De Schoonste van het Land