Terug naar de Diorama-index Het Landhuis -|- Tekening: Anton Pieck - Edits: Wonderlijke WC Web 2003
   

Locatie

In een dal onder een donkere onweerhemel ligt een groot en statig landhuis. In de verte, achter het landhuis, bevindt zich een groot en donker bos. Rechts, op een berg, verheft zich een kasteelruïne. We zijn vanuit de sfeervolle Boulevard aangekomen in het spookachtige domein van de Heer van het Landhuis.
 

 

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web

Spookverhalen spelen zich eigenlijk bijna altijd af op een tweetal mogelijke, en nogal stereotype locaties. Allereerst is er het kasteel. Als verlaten, brokkelende ruïne volgegroeid met nachtschade en kussentjesmos. Of als een stoer ridderslot bij nacht; met metersdikke muren, eikenhouten zolders, flakkerende kaarsen achter getraliede schietgaten en vochtige, muffe gewelfkelders en -kerkers. Zo’n kasteel heeft de Efteling in de vorm van het Spookslot in Anderrijk, al is het een beetje vreemd geval waarbij Slot en Abdij door elkaar lopen.

Naast het “spookkasteel” kennen we ook het eenzame landhuis als dé locatie voor lugubere en omineuze gebeurtenissen. Deze variant heeft de Efteling niet in het groot. De Disney-parken vullen die leemte echter op met hun ‘The Haunted Mansion’ (in de twee parken in de Verenigde Staten) of, als beste van al die griezelhuis-attracties, de op Hitchcock’s Psycho gebaseerde attractie ‘Phantom Manor’ in Disneyland Paris.


 
Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 
  
Een doodenge entree
Een hek dat piept en kraakt terwijl het zachtjes beweegt op de wind. Vervallen zuilen en en kromme spijlen; een mooiere entree kan een spookachtig huis zich bijna niet wensen. Weerklinkt daar wolfsgehuil tussen de doortwinkelende speeldoosklanken door? Of is het slechts een vreemde speling van onze gedachte?



Een griezelig landhuis in het klein heeft de Efteling echter wel. Evenals een miniatuur spookkasteel. Allebei zijn ze te vinden in het deel van het Diorama dat wij Gullivers momenteel bezoeken vanachter ons veilige fantoomvrije glas.

In een door permanent onweer geteisterd dal tussen Duisterstee en de Boulevard ligt een classistisch landhuis tegen een achtergrond van een groot, donker bos. Bliksemschicht na bliksemschicht doet het huis baden in een kil, doods licht. Daartussendoor weet de maan de kale tuin en het verwrongen hekwerk voor het huis te illumineren op een hoogst spookachtige wijze. Achter de ramen brand licht. Hoewel dat het tafereel wellicht een beetje minder horrorfilm-ready maakt, roept het tegelijk ook vragen op. Wie woont er in dat eenzame gebouw in dat dal? Welke heer of dame heeft de twijfelachtige eer de bekendste woning van het Diorama zijn of haar woonstede te kunnen noemen?

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 

 
Vleerkens Vogel
Grimm-index 42 - eerste deel

Er was eens een heksenmeester, die zich in de gestalte van een arme man toverde, de dorpen rond ging en bedelde en mooie meisjes schaakte. Geen mens wist waar hij ze bracht, want ze kwamen nooit weer terug. Eens op een dag kwam hij aan de deur bij een man, die drie mooie dochters had; hij zag eruit als een arme, ziekelijke bedelaar, en hij droeg een draagmand op zijn rug, alsof hij daar milde gaven in wou verzamelen. Hij vroeg om een hapje eten; en toen de oudste dochter aan de voordeur kwam en hem een stuk brood wou geven, raakte hij haar even aan en toen moest ze in de draagmand springen. Met grote stappen snelde hij weg, en droeg haar door een donker bos naar zijn huis, dat daar middenin stond.

In dat huis was alles even mooi; hij gaf haar alles wat ze maar hebben wou, en zei: ”Lieveling, het zal je bij mij wel bevallen, je hebt alles wat je hartje begeert.” Zo ging het een paar dagen. Toen zei hij: “Nu moet ik op reis, ik moet je korte tijd alleen laten; hier heb je de sleutels van ’t huis. Je mag overal in, en alles bekijken, alleen één kamer niet, dat verbied ik je, op straffe van je leven.” En hij gaf haar ook een ei, en zei: “Dat ei moet je zorgvuldig bewaren; je moet het liever aldoor bij je dragen, want als het verloren ging, zou er een groot ongeluk gebeuren.”

Ze nam de sleutels aan, en ook het ei, en ze beloofde alles goed te doen. Zodra hij weg was, ging zij ’t huis door, van boven naar beneden; en ze bekeek alles. De kamers schitterden van ’t zilver en ’t goud; en ze geloofde, dat ze nooit zo’n pracht had gezien. Eindelijk kwam ze aan de verboden deur. Ze wilde er langs gaan, maar de nieuwsgierigheid liet haar niet met rust. Ze bekeek de sleutel, hij was net als een andere, ze stak hem in ’t sleutelgat; draaide even, open sprong de deur! Maar wat zag ze, toen ze binnen ging? Een groot bekken, vol bloed, stond midden in de kamer, en daarin dode verminkte mensen; en daarnaast een hakblok en daarop een blanke, scherpe bijl. Ze schrok zo hevig, dat het ei – dat ze in haar hand hield – erin plompte. Ze haalde het er weer uit, ze vaagde ’t bloed eraf, maar vergeefs; het bloed kwam er dadelijk weer op, ze veegde, ze wreef, maar ze kon het niet weg krijgen.
 
Niet lang daarna kwam de oude man terug van de reis. Het eerste waar hij naar vroeg, waren de sleutels en het ei; ze gaf ze hem, maar ze beefde en sidderde, en hij zag dadelijk aan de rode vlek, dat ze in de kamer geweest was. “Ben je, tegen mijn wil, in de kamer gegaan,” sprak hij, “dan zul je er, tegen jouw wil, weer binnen moeten gaan, het is met je gedaan.”

Beste lezer, wees niet bevreesd.
Er is nog meer als ge graag verder leest.
 

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web

De bliksem splijt de hemel boven het landhuis open. Vlijmscherpe rotsen verheffen zich tot in de wolken. Het zou toch een prachtig openingsshot zijn van een zeer geslaagde rolprent?
 

 
Het Spookslot(je)

Eén van de meest besproken delen van het Diorama bevindt zich niet ver van het landhuis op een rots: het Spookslot in het klein. Natuurlijk is het geen exacte maquette; maar toch: de overeenkomsten zijn treffend. Zou de zus-en-zoveelste burggraaf van Cappelle van Kaatsheuvel soms genoeg gekregen hebben van zijn koude, tochtige slot, en zijn intrek genomen hebben in het riante landhuis alhier? Wij zouden hem in elk geval geen ongelijk geven.

 

    
Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 

Anton Pieck baseerde, volgens de overleveringen die men in het Anton Pieckmuseum te Hattem bij oude medewerkerkers nog los kan peuteren, dit deel van het Diorama op een eerdere prent van zijn hand, die ook gebruikt is voor de kaft van het boek 'Het Dal van de Raven' van Nancy Buckingham. Wie dacht met de aankoop van dat boekwerkje dan ook een prachtig spookverhaal in huis te hebben, komt echter bedrogen uit. “Het is niet veel meer dan een flutromannetje”, aldus WWCW-lezeres Koop, die het boek van A tot Z las.

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web

 
Klassiek of Barok?
De timpaan van het landhuis brengt ons een beetje in verwarring. We hebben hier duidelijk te maken met een (neo-)classisistisch bouwwerk. Maar de haut-reliëfs in de timpaan denken daar duidelijk anders. Ze zijn welhaast barok van vorm, met kwabornamenten en andere tierlantijnen. Ach, wat maakt het ook uit, het staat wonderwel in de toch al bijzonder eclectische wereld van het Diorama.

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web

Dat maakt de Diorama-scene echter niet minder spannend. Er is namelijk genoeg te zien om een heel eigen verhaal omheen te spinnen. Voor het kasteel rijdt een jonkvrouw op een wit paard duidelijk in grote haast naar het huis. Waarom midden in de nacht bij zulk slecht weer en ander ontij? Woont ze er? Brengt ze een bericht? Of zit te gevangen in de magische ketenen van de zich nimmer tonende heer des huize?


Het Dal van de Raven, een samenvatting



Het verhaal
in het boek 'Het Dal van de Raven' gaat over het 19-jarige meisje Sarah. Vroeger woonde ze met haar ouders op het landgoed Farracombe, maar omdat haar vader ruzie kreeg met haar oom, zijn ze weggetrokken. Nu zijn beide ouders overleden en gaat ze terug naar het landgoed.
 

Ze wordt opgehaald door de koetsier, Thomas, die boos op haar is omdat haar zuster Felicity jaren geleden ervandoor is gegaan met zijn zoon Ned en ze de lonen van de mijnwerkers hadden gejat. Ze wordt door de zoon Jerome verwelkomd, in plaats van de verwachte Joshua Lefevre. Deze blijkt thuis te zitten met ernstige jicht en leeft z’n leven door het afsnauwen van alle anderen.
 

Kaft "Het Dal van de Raven" -|- Tekening: Anton Pieck - Scan: Boukje KoopOp het landgoed blijkt een duistere sfeer te hangen. De kleine Ginny is doodsbang voor de raven en lijdt een teruggetrokken angstig leven zonder leeftijdgenoten. Nadine, de vrouw van Jerome, blijkt door een ongeluk met paarden voor haar leven gehandicapt.  Mevrouw Thirza Sellick, de tante van Nadine is altijd dronken en verdrietig. Terwijl haar zoon Oscar de oppervlakkige flierefluiter zelf is.
 

Op het landgoed blijkt dat Felicity ook nog wordt verdacht van diefstal van de duurste sieraden in huis. Sarah, die er niet in gelooft dat haar zuster er met Ned en de sieraden vandoor is gegaan, doet er alles aan haar onschuld te bewijzen. Zo ontrafeld ze langzaam alle geheimen op het landgoed. Ondertussen wordt ze verliefd op Jerome, en hij op haar, wat tot nog meer problemen leidt. Ook komen er allerlei ongure gebeurtenissen aan het licht die plaatsvonden in het jachthuis van het landgoed, gelegen in ‘Het Dal van de Raven’. Dit gebouw werd gebruikt als locatie voor geheime affaires van de eigenaars van het landhuis zelf. Het verhaal bereikt z'n climax als Nadine wordt vermoord door haar tante Thirza. Dan komt alles aan het licht.
 

Oscar blijkt helemaal niet de broer te zijn van Nadine maar haar minnaar. Ze deden alsof zodat zij met de rijke Jerome kon trouwen en hem al zijn geld kon ontnemen. Vijf jaar geleden werd oscar echter verliefd op Felicity en had een verhouding met haar. Nadine (toen nog niet gehandicapt) werd boos en vermoordde Felicity. Ze vermoordde ook Ned, die het hele gebeuren gezien had, en stal de juwelen om het verhaal -dat Felicity en Ned samen waren weggelopen- kloppende te maken. Ginny vond de verstopte juwelen, maar vertelde het stom genoeg aan Nadine, die ze weer opnieuw verstopte en Ginny helemaal bang maakte voor de raven, waardoor ze er niets over zou zeggen. Later ontdekte Jerome Nadine met een andere man in het jachthuis in het dal, maar zag door de mist niet wie de andere man was. Hij werd woest waardoor het paard waarop Nadine net was geklommen op hol was geslagen en zo er voor zorgde dat Nadine haar beide benen verbrijzelden.
 

Toen Sarah terugkwam naar het landhuis wist Nadine dat zij alle geheimen boven tafel zou kunnen krijgen, en probeerde haar eerst weg te krijgen van het landgoed. Dit lukte niet, dus wilde ze haar vermoorden. Daarom vermoordde tante Thirza Nadine.

Aan het einde trouwt Sarah met Jerome, en weten ze het landgoed weer in oude glorie te herstellen.
 

 
Buckingham, N. (1973).
Het dal van de Raven. Den Haag: Omniboek.
Oorsponkelijke titel: 'Valley of the Ravens'

 

   
 Tekst: Boukje Koop, 2003


 
 

  
Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 
  
Jonkvrouw, waar gaat u naar toe?
Ze zijn er in flinke aantallen: jonkvrouw-achtige minidames in het Diorama. Wie goed zoekt vind ze in stadspoorten, op hoge balkonnetjes, op trapjes, of, zoals hier, op een paard. Ze haast zich nogal richting landhuis. Het waarom is zoals altijd gissen. In elk geval gebruikt ze de traditionele dameshouding te paard, iets dat we tegenwoordig niet zo veel meer zien. Die goede, oude tijd...

 


 

Vleerkens Vogel
Grimm-index 42 - tweede deel

Hij gooide haar neer, sleurde haar bij het haar voort, sloeg haar ’t hoofd af en stopte haar bij de anderen in ’t bekken.
”Nu ga ik de tweede halen,” zei de heksenmeester; hij nam weer de gestalte aan van een arme man, kwam bij ’t huis en bedelde daar. Toen bracht de tweede hem een stuk brood; hij kreeg haar, net als de eerste, door haar slechts aan te raken, en droeg haar weg. Haar ging het niet beter dan haar zuster; ook zij liet zich door haar nieuwsgierigheid verleiden; opende de kamer, keek erin, en moest het bij zijn terugkeer met ’t leven boeten. Nu ging hij de derde halen. Maar die was slim. Toen hij haar de sleutels en het ei had gegeven en weg was gegaan, borg ze eerst het ei heel zorgvuldig op, dan ging ze ’t huis bekijken, en tenslotte ging ook zij de verboden kamer binnen. Maar wat zag ze daar! Daar lagen allebei haar lieve zusters in ’t bekken, jammerlijk vermoord en verminkt. Maar ze vermande zich, zocht hun ledematen bij elkaar, legde alles goed; ’t hoofd, de romp de armen en de benen. En toen er niets meer ontbrak, begonnen de leden weer te bewegen, sloten zich aaneen, de twee meisjes openden hun ogen en zie! Ze leefden. Wat waren ze blij, ze omarmden elkaar en kusten elkaar – De man kwam terug, eiste bij zijn aankomst meteen de sleutels en het ei, en toen hij daar geen enkele bloedvlek op vinden kon, sprak hij: “Je hebt de proef doorstaan; met jou ga ik trouwens.” Nu had hij ook geen macht meer over haar; hij moest zelfs alles doen, wat ze wilde. “Goed,” zei ze, “maar dan moet je eerst je draagmand vol goud aan vader en moeder gaan brengen; zelf op je eigen rug; dan maak ik ondertussen het bruiloftsfeest in orde.” Ze liep naar haar zusters, die ze in een apart kamertje had verstopt, en ze zei: “Nu is het ogenblik gekomen, dat ik jullie kan redden: de schurk zal jullie zelf nar huis dragen; maar zodra je thuis bent, moet je me dadelijk hulp zenden.” Ze zette hen samen in de draagmand, dekte ze helemaal af met goud, zodat er niets dan goud te zien was; toen riep ze de heksenmeester en zei: “Draag die mand nu maar weg; maar niet staan blijven onderweg, hoor, en niet gaan uitrusten; ik kijk door ’t zoldervenster en zie àlles!”

De heksenmeester sjorde de mand omhoog, hing hem op z’n rug en ging ermee weg. Maar ’t was zwaar, het zweet liep hem tappelings langs zijn gezicht. Toen ging hij zitten en wilde even uitblazen. Maar tegelijk riep er één uit de mand: “Ik kijk door ’t zoldervenster, ik zie dat je rust, wil je wel eens gauw verder gaan.” En zodra hij stilstond, riep er iemand; hij moest voort. Tot hij eindelijk steunend, buiten adem, het goud, en, ongeweten, de beide meisjes in ’t huis van de ouders had gebracht.
Thuis maakte de bruid de bruiloft in orde, en ze nodigde de vrienden van de heksenmeester uit. Daarop nam ze een doodshoofd met grijnzende tanden, zette hem een muts op en een kransje bloemen, zette hem boven voor ’t zoldervenster en liet hem daar uitkijken. Toen alles klaar was, kroop ze in een vat met honing, sneed een dekbed open en rolde zich daarin; zo zag ze er uit als een vreemde vogel; geen mens kon haar herkennen. Ze ging ’t huis uit, onderweg kwam ze enige bruiloftsgasten tegen, en die vroegen:

“Zeg, Vleerkens Vogel, waar kom jij vandaan?”
“Ik kom van Vleere Vleerkens huisje aan!”
“Wat voert daar uit
zijn jonge bruid?”
“Die heeft geveegd van boven naar onder,
en kijkt nu uit door het raam van de zolder!”

Tenslotte kwam ze haar bruidegom tegen, die heel langzaam terugliep. Hij vroeg, net als de anderen:

“Zeg, Vleerkens Vogel, waar kom jij vandaan?”
“Ik kom van Vleere Vleerkens huisje aan!”
“Wat voert daar uit
zijn jonge bruid?”
“Die heeft geveegd van boven naar onder,
en kijkt nu uit door het raam van de zolder!”

De Bruidegom keek naar boven en zag het versierde doodshoofd. Maar hij dacht dat het de bruid was, en knikte eens en groette vriendelijk. Maar toen hij met z’n gasten ’t huis in was gegaan, kwamen ook de broers en familie van de bruid aan, die tot haar redding aanrukten. Ze sloten alle deuren, zodat niemand eruit kon; staken ’t huis in brand, en de heksenmeester en al z’n trawanten moesten levend verbranden!

 

 

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web


 
Rotsen en muren

Nog een blik op dat leuke kleine kasteeltje, maar nu in een wat ruimere context. De eeuwenoude muren van het bouwwerk lijken een eenheid te vormen met de rotsen die als fundament dienen. Meer op de achtergrond verheft de berg zich tot een eigen kasteelvorm; groots en natuurlijk.

 

    
Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web


 
Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web
 
  
Nu nog een kabouter met spinet erin...
Nee, het is toch niet de oude holle boom van de permanent Bach-spelende kabouter uit het Sprookjesbos. Er is hier immers geen gezellig sfeervol bos om van muziek te voorzien. Alleen maar duisternis en spanning. Maar onheilspellend is deze oude knoest hier wel. De dood loert rond het landhuis, en de natuur lijkt dat te voelen tot in de diepte van haar wortels.


Het huis zelf is klassiek in alle opzichten. Symmetrisch, voorzien van een strakke rij Dorische zuilen, op sokkels geplaatste leeuwen voor de trappen en een rijkelijk gedecoreerde timpaan voor op de gevel. Een reeds jaren drooggevallen vijver diende ooit als spiegelvlak voor het huis. Nu is het niet veel meer dan een dorre vlakte die de sfeer van de omgeving benadrukt.

Rechts van het landhuis, op een bergrug, vinden we die tweede stereotype spookhuisvesting. Een kasteelruïne. Maar wat schept onze verbazing? Zien we dat nu goed? Is dat niet… Ja! Het is net het Spookslot in het klein! De toren is er, de gapende donkere poort, en de arcade rechts van het gebouw. En dat al jaren voor de bouw van het grote slot in Anderrijk van start ging! Het is ene vreemde wereld… dat Diorama.

Het Diorama - Het Landhuis -|- Foto: Friso Geerlings © Wonderlijke WC Web   
 
We verlaten de omgeving van het Landhuis om onder de dekmantel van de nacht verder te trekken naar andere, duistere oorden. Wie met ons meereist in oplopende nummervolgorde komt zodadelijk in de grootste stad van het Diorama: Duisterstee. Wie de andere kant op wil kan gaan genieten van een zachtjes spiegelende maan aan de Boulevard. In het Landhuis gaan de gebeurtenissen door als altijd. Sinister, macaber, omineus of misschien wel alleen maar geheimzinnig.
 

 

© 2001 - 2003 Het Wonderlijke WC Web