Twinkel banner deco  -|-  (c) Het WWCW 2001

  Ingezonden brieven

 

Ingezonden Brieven Logo -|- Foto: Friso Geerlings - Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001

Na wat afkloppen en schoonblazen bleek onderstaande brief, gericht aan de stichting Kabouters in Nood, gelukkig toch nog prima leesbaar. Vanwege de onduidelijke consequenties bij afwijzing, hebben wij besloten deze dan ook maar direct te plaatsen.

  ~ De Grote Boze Wolf  ~

 

Brief Wapen -|- Scan: De Versamelaer - Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001

  
   Aan de stichting Kabouters in Nood.

Beste Kabouter Efteling,

Laat ons beginnen met toe te geven dat wij twee nooit goed samen door een deur hebben gekund. Er hebben zich in het verleden incidenten voorgedaan die onze relatie bepaald geen goed hebben gedaan. Zo is er het nog altijd niet opgehelderde mysterie rondom die keer dat jullie in het kabouterdorp dat wilde zwijn aan het roosteren waren, wat toen plotseling van het spit verdwenen was net toen het gaar zou zijn. Dit was natuurlijk het werk van mij en van die andere Boze Wolf, die van Roodkapje. Ziedaar, ik heb het na al die jaren eerlijk opgebiecht.

Hetzelfde geldt voor die streek bij de ingang van die Driejaarlijkse Conventie van Kabouters, Sprookjesfiguren en Andere Mythische Wezens, waarbij ‘iemand’ getracht had de Geitjes en Roodkapje in dat vangnet te ontvoeren. Hoewel we op het moment in kwestie de onschuld zelve speelden, zaten wij ook hier natuurlijk achter. Het was overigens natuurlijk slechts bedoeld als een onschuldig spelletje, dat had u wel gesnapt. En waarschijnlijk dat u allang uw verdenkingen had tegenover ons. Ik wilde echter omwille van mijn geloofwaardigheid en oprechtheid graag open kaart met u spelen.

En er is een goede reden waarom ik zo plotseling mijn kaarten op tafel leg. Want mij en die anderen zit iets behoorlijk dwars. Met ‘die anderen’ bedoel ik natuurlijk die oude club waar iedereen graag met een grote boog omheen loopt, met daarin onder andere de Heksen van Hans en Grietje, Raponsje en de Indische Waterlelies, de Waard van de Herberg, de Onverlaat, de Wolf van Roodkapje, Repelsteeltje, de Chinese Dood, de Dertiende Fee en niet te vergeten ondergetekende.

U en de rest zien ons graag als slecht, boos en kwaadaardig. Dat is uw goed recht, hoewel we zelf vinden dat onze signalen constant incorrect geïnterpreteerd worden en dat wij toch echt verkeerd begrepen zijn. Ikzelf bijvoorbeeld heb in principe niets kwaads in de zin. Doch hoewel ik het liefst mijn zorgvuldig opgebouwde reputatie van een keurige heer hoog placht te houden, kan ik toch tegelijkertijd de aanwezigheid van mijn dierlijke impulsen niet ontkennen. Ik kan enkel proberen ze in toom te houden.

Het is helaas onmogelijk gebleken om mijn primitieve afkomst volledig te onderdrukken. En zo blijf ik mijzelf maar plagen door me daar dag in dag uit voor die deur bij de geitjes in de verleiding te brengen. Iedere dag hopend dat de deur goed op slot is en tegelijkertijd stiekem hopend dat moeder geit de deur per abuis een keer vergeten is te sluiten. Zolang hij gesloten is hoef ik echter niet die onmogelijke keuze te maken daadwerkelijk naar binnen te gaan. Dus probeer ik telkens weer de deur te openen om vooral mijn impulsen te verzadigen en niet omdat ik echt naar binnen wil. Aan de andere kant, als de geitjes die deur eens zouden openen zouden ze kunnen zien hoe innemend ik zijn kan. Heel innemend.

Ach, dat eeuwigdurende innerlijke conflict. Was er maar een manier om er vanaf te komen.
 
Beter misschien om terug te gaan naar het onderwerp van mijn schrijven. Het gaat ons namelijk om het volgende. Want hoe we ook van gedachten mogen verschillen, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Goed of slecht, prinses of heks of kabouter of geit of wolf, we worden als het zo door gaat geen van allen meer serieus genomen. Maar wat, zult u zich misschien afvragen, is er dan toch aan de hand?
Het probleem is op te sommen met slechts drie woorden: “Sprookjesboom de Musical”.

We zijn allemaal bekend met die bespottelijke amateurvoorstelling die daar in het theater achter de Indische Waterlelies wordt opgevoerd. Wat is dat toch een belachelijk slechte vertoning met een hoop kabaal en wat zullen we toch allemaal blij zijn wanneer dat hoofdstuk voorgoed kan worden afgesloten. Ik geloof niet dat iemand in ons bos een traan zou laten wanneer die beschamende mislukking beëindigd zou worden.

Maar nu komt het. Want recentelijk vingen mijn immer gespitste oren op dat deze show niet de enige is. Er is er namelijk nog een. In dat theater aan de rand van het park. Maar daar houdt het niet op, het wordt nog erger. Nog veel erger. Want men heeft de oude voorstelling getransformeerd en opgeblazen naar een nog veel grootser en grotesker zang- en dans spektakel met opnieuw een ergerlijk slap verhaal, met lelijke decors, voorspelbare choreografie en oorverdovend slechte liederen. En die Sprookjesboom. Wat een onsterfelijk belachelijk verzinsel. Hoe fantasieloos. Hoe triest. Maar wel veruit het allerergste aspect is het volgende: in de voorstelling worden weer eens een aantal van ons, goed en slecht, met behulp van die lelijke slappe lappenpoppen te schande gezet.

De ongelukkigen komen er van wat ik hoor nog belabberder vanaf dan ooit tevoren. En opnieuw ben ik tot mijn grote woede weer een van die ongelukkigen. Ze hebben daar een soort van half-kwaadaardige clown van mij gemaakt. Is dit soms hoe men mijn karakter interpreteert? Is dit hoe men omgaat met de reputatie van een heer van mijn status? De beschrijving van de hele idioterie, die mij door een sympathisant van ons in de poten is gedrukt, refereert naar ondergetekende als ‘Wolf’. Ik mag graag bedenken dat men mij toch vooral kent als ‘De Grote Boze’, maar kennelijk is dat hoe men mij liever ziet. Of ik overigens zo groot ben weet ik niet, maar boos ben ik nu zeker. Met dergelijke strapatsen wekt men bij kinderen de indruk dat ze kunnen gaan en staan in het Sprookjesbos waar ze willen en dat er nergens gevaar is, iets wat natuurlijk allerminst het geval is.

Maar luistert u, want het wordt nog erger. Want recentelijk is bekend gemaakt dat dit theaterspel ‘wegens succes’ tot oktober geprolongeerd zal worden. Mocht men ooit inderdaad besluiten mijn maag met veldkeien te vullen en mij in die put of vijver te gooien, dan denk ik niet dat ik veel slechter af zou zijn dan ik nu ben. Nog meer bezoekers krijgen hierdoor de kans te zien hoe wij toch zo ongelukkig te kijk worden gezet. Het is om gek van te worden. De kinderachtige voorstelling is luidruchtig, ongeïnspireerd, onaangenaam en gewoonweg niet acceptabel. De verantwoordelijken lijken zich geenszins te beseffen wie ze eigenlijk voor de voeten en poten en klauwen lopen. Het is daarom dat ik u schrijf, Kabouter Efteling.

Want wij zien “Sprookjesboom de Musical” als een aanfluiting, een intimidatie en een grote belediging aan ons adres. Deze infantiele vertoning kan slechts tot doel hebben zowel ons, ons imago, als ook onze grimmige achtergronden de vernieling in te helpen. Ik verkeerde onder de indruk dat wij ons als sprookjesfiguren in Kaatsheuvel verzameld hadden om na al die jaren van vergetelheid en rondzwerven eindelijk weer eens ergens serieus te worden genomen. Misschien hebben wij ons hierin grondig vergist. Nu blijkt maar weer eens dat we zelfs in een vertrouwde leefomgeving als deze niet veilig zijn voor uitbuiting, commerciële exploitatie en belachelijk makerij. Ja, zo zijn de mensen.
 
Onze vraag is derhalve wat voor stappen Kabouters in Nood van plan is tegen deze schanddaad te gaan ondernemen?

Tot slot dan nog een waarschuwing: Wanneer men levensgevaarlijke draken, sluwe heksen en bloeddorstige roofdieren zo openlijk en absoluut beledigt, moet men rekening houden met mogelijke consequenties. De verantwoordelijken voor deze miskleum doen er verstandig aan voortaan goed op hun stappen te letten in het Sprookjesbos. Zelf weet ik dat ik behoorlijk mijn best zal moeten doen om mij te bedwingen als ik hen zie, want eerlijk gezegd lust ik ze rauw; met huid en haar. En dat is bepaald niet zo kinderachtig.

  De Grote Boze Wolf

P.S. Excuses voor al die witte strepen, maar ik heb vanochtend per ongeluk een grote hoeveelheid bloem over mijn poten geknoeid. Onhandige kluns dat ik ben.
 

Zegel -|- Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001