Attracties - Sprookjesbos - Vrouw Holle

 
 
Vrouw Holle -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2005  
Een weduwe heeft een eigen dochter, die lelijk is en lui, en een stiefdochter, die mooi en lief is, en heel hulpvaardig. Terwijl haar eigen dochter van een luilekkerlevendje kan genieten, wordt de stiefdochter aan het werk gezet: elke dag moet ze wol tot draad spinnen met een spinnewiel. Op een dag prikt het meisje zich per ongeluk aan de spoel, en wanneer ze zich voorover buigt in de waterput om het bloed dat op de spoel is terechtgekomen af te wassen, valt ze in de put.
 
De put van Vrouw Holle -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005
Embleem 'Vrouw Holle' -|- Tekening: Bram Elstak © het WWCW 2005
Sprookje:
Vrouw Holle

Publicatietitel:
Frau Holle

Opgetekend door:
Gebroeders Grimm

Openingsjaar:
1952, uitbreiding 2006

Ontwerp:
Anton Pieck en Robert-Jaap Jansen

Ingesproken door:
Wieteke van Dort

Type sprookje:
Loerput en openluchttafereel

 

   



Was het u reeds bekend dat...

...in december 2000 de put van Vrouw Holle voorzien werd van een nieuwe projector die niet langer met dia’s werkt, maar via een Powerpoint-presentatie?


...er vroeger voor het synchroniseren van het verhaal (de opname) en de diaprojectie gebruik gemaakt werd van een zogenaamd 'Diachron'?


...onder het dakje van de put een antieke Philips-luidspreker hangt? In de metalen kelk is het oude schildje van het Eindhovense elektronicaconcern goed te zien. Misschien is het wel de oudste speaker van het park.


...even kloppen op de emmer-met-mattenklopper bij het poortje van de tuin net zo goed werkt als heel hard om Vrouw Holle schreeuwen?

Op de bodem van de put is een prachtige tuin, die zich mijlenver uitstrekt en heerlijk ruikt. Door het groene landschap loopt een weg en die volgt het meisje, tot ze bij een bakoven komt. Daar hoort ze hoe de broden in de oven haar smeken om hen uit de oven te halen. Dat doet het meisje met plezier, en daarna vervolgt ze haar weg, tot ze bij een appelboom komt waarvan de takken bijna afbreken onder het gewicht van de appels. De appelboom vraagt haar de appels te plukken, en ook dat doet het meisje. Ze vervolgt haar weg en komt uit bij het huisje van Vrouw Holle.

Vrouw Holle vraagt of ze bij haar in dienst wil treden om het huishouden te doen. Daarbij moet ze vooral de donsdekens goed opschudden, zodat de veren eruit vliegen en het op aarde sneeuwt. Een tijdlang blijft het meisje in dienst van Vrouw Holle, tot ze heimwee krijgt en terug verlangt naar huis. Vrouw Holle stuurt haar naar huis maar als ze weggaat wordt het meisje onder een poortje geheel bedekt met goud. Haar stiefzuster is stikjaloers op al dat goud, springt ook in de put en gaat regelrecht naar Vrouw Holle. De broden in de oven en de appels aan de takken van de appelboom, negeert ze straal. Maar ook haar werk bij Vrouw Holle wordt ze na een dag of wat al beu. Vrouw Holle stuurt het meisje dan ook gauw weg en wanneer ze onder het poortje doorloopt, wordt ze bedekt met een regen van pek, die haar hele leven lang aan haar vast blijft kleven.

Fraaie ornamentiek op het putdeksel -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005

De oorsprong van het sprookje
“Frau Holle" is het veertiende sprookje in de Kinder- und Hausmärchen van Jacob en Wilhelm Grimm. Wilhelm Grimm tekende het sprookje op in 1811 in Kassel uit de mond van Dorothea Wild, die later zijn echtgenote zou worden. Vrouw Holle is in de streek van Kassel een bekende sagenfiguur die in tientallen vertellingen figureert. Er zijn meer dan vijfhonderd varianten van ‘Vrouw Holle’ opgetekend, de meeste in Scandinavië en Rusland, maar ook in Zuid-Europa, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Er zijn twee duidelijke varianten. In de eerste variant wordt het karakter van twee sterk van elkaar verschillende meisjes op de proef gesteld door een reeks ontmoetingen (de oven, de appelboom, de oude vrouw). In de tweede variant komen de ontmoetingen onderweg niet voor. Een meisje komt terecht bij een fee waarvoor ze het huishouden gaat doen. De beloning bestaat vaak uit een gouden ster op het voorhoofd of diamanten die bij het spreken uit haar mond komen. Het slechte meisje krijgt dan een hoorn op het voorhoofd, of er komen padden en slangen uit haar mond als ze spreekt.

Een valse kat als windvaan -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005De oudst bekende versie van dit verhaal vinden we terug in de Sprookjes van Moeder de Gans van Charles Perrault. In Basile's Decamerone komt het sprookje in combinatie met enkele andere sprookjes voor. In het Engels staat het bekend als "The Old Wives Tale" en werd het al in 1595 opgetekend door George Peele.

In zijn “Deutsche Mythologie” schrijft Jocob Grimm dat Vrouw Holle van oorsprong een mythisch figuur is, in staat tot belonen en straffen afhankelijk van de ordelijkheid van iemands huishouden. De mythische Vrouw Holle kan gevonden worden in meren en fonteinen; ze is vooral bekend in mythes uit Hesse en Thuringen. Sommige zien in het sprookje een duidelijke boodschap: wees goed voor ouderen, want je weet nooit wat je beloning wel niet zou kunnen zijn.

In de Efteling heet het vlijtige meisje Rita en de luie stiefdochter Mina. Niet de boom maar de appels roepen in de Efteling-versie om geplukt te worden en een haan die op de rand van de put zit, mag commentaar leveren op de meisjes: "Kierekier, kierekier, ons vlijtig meisje is weer hier" zegt hij over Rita, terwijl hij over haar stiefzus het volgende kraait: "Kierekier, kierekier, de zwarte Mina is weer hier." In het Sprookjesboek van de Efteling heten de stiefzussen overigens niet Rita en Mina maar Hanneke en Hennie.

Het sprookje in de Efteling
Het sprookje van Vrouw Holle werd in twee heel verschillende periodes toegevoegd aan het Sprookjesbos; de put stamt uit de oertijd van het bos en hoorde bij de eerste tien sprookjesuitbeeldingen waarmee de Efteling in 1952 van start ging. De figuur van Vrouw Holle zelf, in het huisje naast de put, is van veel recenter datum.

De put van Vrouw Holle is in ruim vijftig jaar één van die Efteling-iconen geworden waar we allemaal wel herinneringen uit onze jeugdjaren aan hebben. Zittend op de rand van de Pieckeriaanse put, met zijn scheve dak, zijn ruwe dakpannen en zijn ongelijke metselwerk, hebben generaties kinderen geluisterd naar het verhaal van de zusjes Rita en Mina en gekeken naar de tekeningen van Anton Pieck die in de vorm van een diashow op de bodem van de put worden geprojecteerd. De projector bevindt zich in de kast naast de put en wordt door een kleine opening in de rand van de put geprojecteerd op een spiegel die onderaan het deksel van de put is vastgemaakt en die het geprojecteerde beeld naar de bodem van het put spiegelt. Als je goed kijkt, kun je de schuine spiegel duidelijk zien hangen. Gelegen in het midden van een klein pleintje in de schaduw van het voormalige Sprookjesmuseum is ‘Vrouw Holle’ het laatste sprookje van het eigenlijke "bos", vooraleer de sprookjesroute zich verder zet naar de open ruimte van het Herautenplein, het nogal steriele tempelplein van de Indische Waterlelies en de sprookjes die vanaf het eind van de jaren negentig in de oude Siertuin zijn gebouwd.

Dat is ze, de naamgevende dame -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005

Anton Pieck ontwierp voor de put van Vrouw Holle oorspronkelijk een echte put met een grote katrol waaraan een emmer was vastgemaakt die in de put kon worden neergelaten. Op het dak prijkte de trotse haan uit het verhaal, die ook op de laatste dia te zien is. Om onbekende reden is de haan nooit op het dak van de put verschenen; pas veel later, bij de recente uitbreiding van het sprookje, kreeg de haan zijn verdiende plaats, maar ook nu niet op de put. De emmer bevindt zich ook niet, zoals in Piecks ontwerp, aan een katrol, maar staat gewoon op één van de houten kisten naast de put. Voor de rest is Piecks ontwerp in de oorspronkelijke versie van het sprookje vrij goed nagevolgd, inclusief het sfeervolle huisje van Vrouw Holle. Dit oer-Pieckse bouwwerk (eerst ingericht als het Sprookjesmuseum — later op de begane grond als Maxifoto-studio), lijkt als twee druppels water op het huisje van Vrouw Holle uit de diashow. Helemaal hetzelfde is het niet, maar beide bouwsels vertonen al sinds de opening van het Sprookjesbos meer dan alleen oppervlakkige gelijkenissen. In het Sprookjesmuseum was trouwens jarenlang de spoel waaraan Rita zich geprikt heeft, tentoongesteld. Tegenwoordig is deze, samen met de overige sprookjesattributen uit het museumpje, te vinden in het Efteling-Museum aan het Anton-Pieckplein.

Eén van de ontelbare heksen van het bos duikt op op de windvaan van de put -|- Foto: Bram Elstak © het WWCW 2005Vreemd is het, dat Peter Reijnders' oorspronkelijke technisch ontwerp voor de put wel werd uitgevoerd, maar in de loop der jaren veranderd is. Althans, dat zou men kunnen concluderen; oorspronkelijk stond er volgens een aantal oude bronnen water in de put, dat zich terugtrok als de diashow begon en weer kwam opborrelen aan het einde van de show. Het Dagblad Oost-Brabant, dat een enthousiast artikel schreef naar aanleiding van de opening van het Sprookjesbos in 1952, schreef hierover: "Een ander voorbeeld dat bijna niet te geloven is, is de toverput bij het huisje van Vrouw Holle. Water en plaatjes in de put worden hier afgewisseld, wat blijk geeft van een ongelooflijk technisch vernuft." Nogal wat Efteling-watchers twijfelen aan de nauwkeurigheid van deze dagbladtekst. Was er ooit wel echt een dergelijk watereffect in de put te zien? Of betreft het hier een in de herinnering van de reporter nog mooier dan werkelijk gedacht dagje Efteling in die overdonderende eerste dagen van het Sprookjesbos? Zeker is in elk geval dat, mocht het effect bestaan hebben, dit niet lang stand heeft gehouden; decennia lang bood een blik in de put slechts zicht op een droge diashow. Op zich al heel mooi, maar niet echt uniek, want ook de put in het Loerhuys in het Lavenlaar maakt gebruik van hetzelfde principe. Bij de recente uitbreiding van het sprookje werd het (vermeende) effect van Peter Reijnders in digitale vorm deels teruggebracht. De overgang tussen de dia's, tot dan toe een eenvoudige ''fade'', werd vervangen door het visuele effect van waterkringen waardoor de dia's voortaan in elkaar ''overdruppelen''. Eigenlijk moeten we nu ook niet meer spreken van dia's, maar van een multimediapresentatie.

De dia van Rita die de donsdekens opschudt boven een besneeuwd landschap is één van Piecks meest gereproduceerde sprookjestekeningen geworden en de windwijzer van de vliegende heks op het dak van de put is in de Efteling een eigen bestaan gaan leiden, en vind je op talloze borden, wapenschilden en ornamenten terug. Vroeger meer dan nu, maar de heks staat nog steeds afgebeeld op één van de tien Efteling-dukaten van 'Ezeltje-strek-je'.

Een correct werkende Flash-plugin is hier noodzakelijk.

Het nieuwe tafereel van het sprookje in beeld, tijdens de Winter-Efteling 2006-2007.  

(Opname en montage:
Bram Elstak © het WWCW 2006)

Eind 2006, bij de start van de Winter-Efteling, opende een grote uitbreiding op de eenvoudige maar inmiddels klassieke uitbeelding van het sprookje. Onder leiding van Robert-Jaap Jansen, sinds 1992 actief als grafisch ontwerper bij het park, was het sprookje voorzien van een geheel nieuw tafereel, namelijk de figuur van Vrouw Holle zelf, die vanuit een raampje in haar huisje haar beddengoed schudt. Eerder werden in 1999 al de sprookjes Sneeuwwitje en Tafeltje-dek-je (onder leiding van Pardoes-ontwerper Henny Knoet) voorzien van een uitbreiding door een nieuwe ontwerper. Vrouw Holle was —net als het Meisje met de Zwavelstokjes twee jaar eerder— door de winterse link een prima sprookje voor een (her)opening tijdens de Winter-Efteling.

Aan de achtergevel van het huisje van Vrouw Holle werd een raam met openslaande luiken toegevoegd, van waaruit de oude dame haar kussens schudt tot het sneeuwt op aarde. Voor de sneeuw is gebruik gemaakt van rondgeblazen (zeep-)schuimvlokjes, die het effect van dwarrelende poedersneeuw heel aardig weten te benaderen. Het schudden van de kussens is geen continu doorlopende show, maar een interactief element, dat net als bijvoorbeeld de heks van Hans en Grietje, pas in werking wordt gezet als de bezoeker dat wil. In het geval van Vrouw Holle vertelt een bordje aan het hekje rond de kleine achtertuin van het huis, dat de bezoeker haar moet roepen om de sneeuw te zien:

 
Weldra zullen hier vlokken dwarrelen
Als Vrouw Holle haar beddengoed schudt
Roep haar hier voor het venster,
of zit ze nog in de put?

 

Vervolgens openen zich de luiken, kraait de haan op het dak —die het na ruim vijftig jaar dus toch van ontwerp tot realisatie heeft weten te brengen— en loopt de prachtig bewegende animatronic van Vrouw Holle naar het venster. Terwijl ze het kussen over de kozijnrand tilt, vraagt ze met krakende stem: ''zal ik het laten sneeuwen?'', waarna de schuimblazers starten en de vlokjes neerdwarrelen onder het raam. Componist René Merkelbach schreef speciaal voor het sprookje een korte muzikale ondersteuning; het was zijn eerste permanente compositie voor het Sprookjesbos.

Piecks grijnzende gevelstenen werden meegenomen in de update -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009

Bij zijn ontwerp baseerde Robert-Jaap Jansen zich bijna volledig op een bestaand Pieck-ontwerp uit de archieven van de Efteling. Zelfs de kleinste details zoals de kleding, het hoofddeksel en de gezichtsuitdrukking van Vrouw Holle nam hij van Anton Pieck over. Ook de loerende grijnsgezichtjes in de gevelstenen rond de deurtjes in de muur komen van een tekening van Pieck. Robert-Jaap Jansen voegde aan het bestaande ontwerp de geschilderde omlijsting van het venster toe, waarbij hij zich als volleerd aardappelstempelaar uitleefde met symbolen die we eerder terugzagen in parkdrukwerk dat door hem is vormgegeven.

Visueel wist het team van vormgevers en decorateurs van de Efteling het sprookje tot een bijzonder fraai en Sprookjesbos-waardig geheel te smeden. Terechte kritiek is er echter op de showprogrammering van het geheel en dan met name op Vrouw Holle -|- Foto: Ramon Heeren © het WWCW 2009het geluid. Het deuntje van René Merkelbach klinkt wat al te kinderachtig voor een toch vrij serieuze sprookjesfiguur als Vrouw Holle. De meeste moeite hebben Efteling-liefhebbers echter met de door Robert-Jaap Jansen als “een lach en een traan” betitelde variatie in de programmering. Steeds als Vrouw Holle het een keer heeft laten sneeuwen, toont ze zich de keer daarop van haar “duistere kant”, en gaan de luiken van het venster weer dicht zonder dat het tot sneeuwen komt. Dat deze toch al overbodige programmering gepaard moet gaan met grappig bedoelde geluiden alsof er in Vrouw Holle een opwindveer springt terwijl de muziek een treiterend “na-na-na-na-naaa-na” laat horen, is voor menigeen werkelijk een stap te ver. Niet alleen tast dit het karakter van het Sprookjesbos als serieus te nemen medium van waardevolle en langgekoesterde volksvertellingen aan; het lijkt vooral een verkeerd ingeschatte en uitgepakte knieval richting een vorm van de moderne leedvermaakcultuur te zijn, die men beter ver buiten de grenzen van het park —dat zich zo graag profileert als hoeder van het sprookje— had gehouden.

Vanaf de Winter-Efteling van 2008-2009 vervangt het park bij aanvang van het koude seizoen het bekende Sprookjesbos-bord naast de Heksenpoort door een winterse variant. Hierop is Vrouw Holle, in tegenstelling tot op de zomerversie, ook te vinden en wel helemaal bovenaan het tableau. Ze schudt haar kussen tot witte vlokken en laat het zo sneeuwen boven de andere figuren op het reliëf.

Het sprookje van ‘Vrouw Holle’ is opgenomen in het Sprookjesboek van de Efteling en vind je in hoorspelvorm terug op de derde CD met Efteling-sprookjes (CNR 100.390-2). Een opname van het door Wieteke van Dort in de put vertelde verhaal, vind je terug op Efteling-CD 2. Het geluidsspoor van de update uit 2006 is nog niet op CD verschenen. De plaatjes van de diashow zijn, op het titelblad na, opgenomen in het boek "Anton Pieck en de wonderbaarlijke geschiedenis van de Efteling”. De aflevering van dit sprookje in de TV-serie “Sprookjes” is te vinden op de eerste DVD van deze reeks. Het is één van de mooiste sprookjes uit de collectie, waarbij de voormalige EHBO-post in het Lavenlaar dienst doet als het huisje van Vrouw Holle en het Anton-Pieckplein, “de wereld” voorstelt die met een fraai laagje sneeuw word bedekt wanneer Rita de donskussen opschudt.

Ansichtkaart 'Natuurpark de Efteling' - Vrouw Holle -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005

 

 

© 1998 - 2009 Het Wondere Wereld Web / Het Wonderlijke WC Web | teksten: Erwin Taets, Friso Geerlings en Paul Melssen