Attracties - Sprookjesbos - Het Hart van de Efteling

 
 
Het hart van de Efteling -|- edits: Friso Geerlings © het WWCW 2005  
Het hart, de ziel, de wieg van de Efteling ligt nog steeds in het ruim zes hectaren grote, dichtbegroeide stuk boomland in het Marerijk: het Sprookjesbos. De Efteling is in de loop van ruim een halve eeuw veel veranderd: het park is groter, moderner en bekender geworden dan iemand ooit had kunnen vermoeden, maar desondanks is het Sprookjesbos altijd de plek gebleven waar je de hartslag van Anton Pieck kan voelen kloppen en waar de adem van Peter Reijnders door de bomen ruist. Een wandeling door het Sprookjesbos is een verademing, weg van het rumoer van Ruigrijk, weg van de lange wachtrijen bij Droomvlucht of de Piraña, weg van de felle kleuren van Pardoes en het Carnaval Festival.
 
Klein Duimpje voor het monument voor Van der Heijden, Reijnders en Pieck -|- Foto:  John van Hulsen © 2005 bij de fotograaf
 
   


 
Historisch overzicht Sprookjesbos -|- Logo: Friso Geerlings © het WWCW 2005

Het historisch overzicht begint op
deze pagina

Sommige gebeurtenissen en nieuwigheden zijn niet of bijna niet in één specifiek jaar te plaatsen. Deze zijn dan ook per decennium bij elkaar gezet na de betreffende jaartallen.

1984
Traject van de Stoomtrein wordt doorgetrokken. Hierdoor komt vooral de uitgang van het Sprookjesbos in een wat vreemde hoek te liggen
Verplaatsing Ezeltje-strek-je naar Herautenplein
Nieuwe prinsen Magische Klok, nu met bewegende arm


1985
Bord met sprookjesfiguren bij de Heksenpoort
Van 1985 tot 1996 is het rommelen van de nabijgelegen Bob in het Sprookjesbos duidelijk te horen


1987
Nieuwe Fakir, nu met witte baard

1988
Trollenkoning

1982 - 1991
Kabouter die uit deur waterradhuisje komt kijken krijgt gesproken tekst
Vervanging geluidssystemen door geheugenchips. Hierdoor komen de buitenlandse bedankjes van Wagen Gijs te vervallen
Trollenkoning opnieuw ingesproken met enkele verstaanbare Nederlandstalige woorden in de tekst
In plaats van twee nog maar één geluidscyclus bij Draak Lichtgeraakt

1992
Japanse tuin in Siertuin met monument grondleggers Efteling

1993
Nieuwe pop Roodkapje
Treintje in speelkamer Zeven Geitjes krijgt aandrijving onder vloer in plaats van motor in treintje zelf
Marskramer overdekt


1994
Tulp van Fakir in Sprookjesmuseum

1995
Meest recente vervanging van wegwijzers en andere borden. Donkerbruin geschilderde borden vervangen door gelakte variant in lichte eikenhoutkleur. Al eerder verdwenen alle pictogrammen van Sprookjesbos-wegwijzers
Naast dukaten nu ook edelstenen in schatkist Draak Lichtgeraakt
Verhaal van Magische Klok ingekort. Nu twee maal per kwartier verteld

1996
Door ingebruikname 'Huis van de Vijf Zintuigen' lopen veel bezoekers nu via zij-ingang met soldatenpoort het Sprookjesbos binnen
Grote renovatie Indische Waterlelies


1997
Permanente lantaarnverlichting
Snoeiwerkzaamheden en veel struiken verwijderd
'
Het oppoetsen van de parel'-idee geboren
Slapende wachter bij Doornroosje vernieuwd
Vernieuwing Trollenkoning
Verbreding route bij Moeder Geit (nu aan te raken vanaf pad)
Meest recente vernieuwing heks Indische Waterlelies

1998
Klein Duimpje
Repelsteeltje
Nieuw pad met de twee nieuwe sprookjes door achterste deel Siertuin. Nieuwe muzikale paddenstoelen langs dat pad. Pad van Indische Waterlelies naar Fakir veranderd in sluipweggetje. Siertuin door nieuw deel Sprookjesbos minder 'diep'
Pad naar kasteel van Doornroosje versmald. Laantje met bankjes verdwenen in verband met bouw nieuwe sprookjes
Hele Sprookjesbos krijgt nieuwe bestrating. Hoofdroute bestraat met rode klinkers, sluipweggetjes met gele klinkers
Openluchttheater
Groot onderhoud paleis Fakir
Roodkapje gestolen uit het park (15 augustus), een dag later teruggevonden in Tiel

1999
'
Herberg de Ersteling' uit Tafeltje-dek-je op Herautenplein
Kasteel van stiefmoeder van Sneeuwwitje met toverspiegel op Herautenplein
Nieuwe versie 'De Chinese Nachtegaal'
Originele Siertuin compleet weg. Bruggetje en Chinese rotspartijen met watervallen naast paleis Keizer van China
'Groenplan' uitgevoerd. Veel bomen gekapt, nieuwe beplanting gezet en gekapt hout opgestapeld tot houtwallen aan de bosrand. Excuus-borden (voor de werkzaamheden) neergezet bij ingangen Sprookjesbos
Sprookjesboek bij Doornroosje
Tweede vijver bij Roodkapje
Pad achter Zeemeermin naar Draak verdwenen
Nieuw dak put Vrouw Holle.
Sprookjesmuseum: Chinese Nachtegaal uit vitrine (wordt later vervangen door fluit van Rattenvanger van Hameln), toverspiegel ontoegankelijk, knuppel verplaatst naar herberg
Overkapping met vogelornamenten verdwenen bij Grot Sneeuuwwitje
Loodsen links van Fakir afgebroken
Eerste Winter Efteling: Verschillende figuren dragen extra winterse kleding. Kleine Boodschap en kabouter die uit waterradhuisje komt kijken hebben wintersampeltje. In en op verschillende gebouwen kerstversiering. Herberg en kasteeltje op Herautenplein bedekt met sneeuw


2000
Aanleg van Pardoespromenade: Van Langnek tot aan Rode Schoentjes veel opener bos met duidelijk zicht op promenade. Enorm veel bomen gekapt ten behoeve van promenade
Sprookjesboeken bij heel veel sprookjes
Extra effecten door hele bos: Nevel, spiedende oogjes en ritselgeluiden
Geluiden van Bacchanaal in 'In den Noordpool'
Rookeffect Draak Lichtgeraakt
Eekhoorntje op dak van Zeven Geitjes
Huisje heks Hans en Grietje geverfd met witte glitterverf
Sluiting Sprookjesmuseum.
Schilderij in hal kasteel stiefmoeder Sneeuwwitje
Duiven van Genoveva niet langer gedompeld
Winkeltje Herautenplein verbouwd met toevoeging van overdekt terras en nieuwe naam: 'Kleyne Klaroen'
Nieuwe invulling van Marskramer als souvenirshop


2001
Raponsje
Muzikale paddenstoelen vervangen door nieuwe paddenstoelen met opliggende stippen in plaats van verfvlekken
Oude samples van Wagen Gijs, met buitenlandse bedankjes, terug
Onderhoud Trollenkoning met compleet ander (lelijker) masker dan voorheen
Metamorfose Zeemeermin met schelpen en nieuwe rotsen
Overnachting in Sprookjesmuseum te winnen via prijsvraag
Efteling-dukaten Ezeltje voortaan jaartalloos

1992 - 2001
Boom van Krakeeltje gekapt en vogel daarom verplaatst

2002
Wegwijzer 'Route Sprookjesbos' verwisseld met wegwijzers Trollenkoning en Papegaai
Sprookjesmuseum wordt Maxifoto-studio
In- en uitgangbordjes bij Herberg en kasteel stiefmoeder Sneeuwwitje
Kleine renovatie Chinese Nachtegaal: beter zicht op de show door verwijdering takken


2003
Klimop kasteel Doornroosje weggesnoeid
Horecapunt Kogeloog niet meer in gebruik
Deuren in rotsen bij uitgang Indische Waterlelies

2004
Meisje met de Zwavelstokjes
Verplaatsing wegwijzer Doornroosje naar begin pad
Nieuwe Roodkapje, gedraaid naar deur huisje grootmoeder
Vitrine Sprookjesmuseum krijgt vaste plaats in Efteling-museum
Mutsje voor Klein Duimpje
Torentje Indische Waterlelies weg in verband met komst Meisje met de Zwavelstokjes
Nieuw bord ingang Indische Waterlelies

2005
Pad van Doornroosje naar Zeven Geitjes verdwenen
Pad van Roodkapje naar  Zeemeermin breder
Pad van Trollenkoning naar Vrouw Holle verdwenen
Langer muurtje bij Wagen Gijs, inclusief personeelsdeur
Plaquette Andersen-jaar (Lelijke Jonge Eendje) bij Rode Schoentjes
Renovatie Sprekende Papegaai: andere kleuren (minder bont), bewegende snavel

 
2006
Veiligheidshekjes tegen te water gaande kleuters bij Langnek, Kikkerkoning en Fakir
Rijm op fraai bord onder overkapping bij de Zes Dienaren 
Pad van Trollenkoning naar Vrouw Holle terug, maar in smalle kronkelige variant
Uitbreiding Vrouw Holle (in achtergevel voormalig Sprookjes-museum), compleet met sneeuweffect. Open in december

2007
Decoratieve tonnen op pleintje bij Put van Vrouw Holle
Door het hele bos extra vogelhuisjes en vogelvoerplaatsen i.v.m. nadruk op Lente Efteling



2008
Aanleg fundering Assepoester en Sprookjesboom (nabij Meisje met de Zwavelstokjes). Sprookjesboom al snel "on hold" i.v.m. hoge kosten
Uitzetten verschillende eekhoorns

2009
Assepoester
Paul de Leeuw als nieuwe stem bij de Indische Waterlelies

2010
Sprookjesboom

2012
De Nieuwe Kleren van de Keizer

Wie de Heksenpoort door wandelt, stapt een ander tijdperk binnen, een tijdperk dat moeilijk te definiëren valt; omdat trouw is gebleven aan de romantische Pieck-stijl is het bovendien moeilijk om een "geschiedenis" in het bos te zien, om de oudere sprookjes van de jonge te scheiden. De projectiebeelden bij ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’ verraden wel een beetje dat ze van recentere datum is dan, zeg maar, de Kleine-Boodschapkabouter, maar in stijl en ontwerp passen ze perfect in hetzelfde wonderlijke tijdvak.

Wat de bezoeker in het Sprookjesbos te zien krijgt, kan grofweg — en een tikkeltje onromantisch — ingedeeld worden in twee categorieën: uitgebeelde sprookjes en sprookjesachtige figuren. Tot die laatste categorie horen illustere personages als de Trollenkoning en de Draak, waarbij in het park geen verhaal wordt verteld,Het huisje van Vrouw Holle in het Sprookjesbos  -|- Foto:  Friso Geerlings © het WWCW 2005 maar die een voorstelling zijn van bekende sprookjesfiguren en fabeldieren uit de Germaanse volksmythologie. De meest uitvoerige uitbeelding van dit soort figuren, is te vinden in het Kabouterdorp, waar in verschillende paddenstoelenhuisjes het leven van kabouters wordt uitgebeeld. Een verhaal wordt er niet verteld, maar de uitgebeelde scènes spreken voldoende tot de verbeelding voor wel duizend verhalen. Het is overigens opvallend hoe de kabouters, net als de Laven in het Lavenlaar, in het Sprookjesbos voorgesteld worden als een soort mini-mensjes, volledig ontdaan van hun oorspronkelijke mythologie als aardgeesten met bovennatuurlijke krachten die bij voorkeur 's nachts op pad trokken en de mensen hielpen. In dat opzicht leunt Anton Piecks visie op het leven van de kabouters dicht aan bij de "documentaire" visie van Rien Poortvliet.

Sprookjesoorsprongen
De uitgebeelde sprookjes gaan terug op verschillende bronnen, waarvan de belangrijkste de verzamelde sprookjes van de gebroeders Grimm en Charles Perrault zijn. Samen met zijn broer Wilhelm verzamelde de Duitse taalkundige Jacob Grimm in het begin van de negentiende eeuw honderden sprookjes en volksvertellingen die in Duitsland werden verteld. Veel sprookjes stelden zij voor het eerst op schrift. In de Efteling zijn negen sprookjes van de gebroeders Grimm uitgebeeld: ‘De Wolf en de Zeven Geitjes’, ‘Sneeuwwitje’, ‘Hans en Grietje’, ‘Repelsteeltje’, ‘Vrouw Holle’, ‘De Zes Dienaren’, ‘Raponsje’, ‘De Kikkerkoning’ en ‘Tafeltje dek je, Ezeltje strek je’. Charles Perrault was een schrijver en jurist die aan het eind van de achttiende eeuw bekend werd met zijn verzameling "Sprookjes van Moeder de Gans". In het Sprookjesbos zijn uit deze verzameling ‘Klein Duimpje, ‘Roodkapje’ en ‘Doornroosje’ uitgebeeld. Vier sprookjes in de Efteling werden geschreven door de Deense dichter en schrijver Hans Christian Andersen: ‘De Rode Schoentjes’, ‘De Kleine Zeemeermin’, ‘De Chinese Nachtegaal’ en ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’. ‘De Indische Waterlelies’ is dan weer de uitbeelding van één van de "Twaalf wonderlijke sprookjes" die door de Belgische koningin Fabiola in 1955 werden gepubliceerd (vijf jaar voor haar huwelijk met wijlen Koning Boudewijn).

De andere uitgebeelde sprookjes zijn in hoofdzaak gebaseerd op concepten van de briljante Peter Reijnders, ontworpen door Anton Pieck. In het geval van ‘De Magische Klok’ is daar achteraf een sprookje bij verzonnen. Bij andere taferelen, bijvoorbeeld ‘De Vliegende Fakir’ werd besloten om de uitbeelding voor zich te laten spreken. ‘De Vliegende Fakir’ gaat, net zo min als Fata Morgana trouwens, niet terug op een bestaand oosters sprookje. De realisatie van Vogel Rok was de eerste keer dat de Efteling daadwerkelijk putte uit de verhaaltraditie van duizend-en-één-nacht, en dan nog op heel summiere wijze.

De Soldatenpoort  -|- Foto:  Friso Geerlings © het WWCW 2005

Een precieze telling maken van het aantal uitgebeelde sprookjes in het Sprookjesbos is behoorlijk moeilijk. Kan de Kleine-Boodschapkabouter een sprookje genoemd worden? Of: is Holle Bolle Gijs wel een sprookje en zoja, beschouwen we de drie Holle Bolle Gijzen in het Sprookjesbos als behorende tot één en hetzelfde sprookje of zien we ze toch apart? Bovendien is in de Efteling nog een behoorlijk aantal sprookjes buiten het Sprookjesbos te vinden, zoals ‘Het Ganzenhoedstertje’ (van Grimm) op het Anton Pieckplein, of ‘De Gelaarsde Kat’ (van Perrault) op het perron van Station Marerijk. In het persbericht naar aanleiding van de opening van Raponsje vermeldde de Efteling dat dit sprookje officieel het vierentwintigste van het bos was, maar erg precies of traceerbaar was dat niet. Efteling-liefhebbers zullen moeten leren leven met dit ambigue aspect van de parel van het park.

Uitbeelding
Het is wellicht interessanter (dan doelloos tellen althans) om na te gaan op welke manier de verschillende sprookjes in het park worden uitgebeeld; heeft dit enig verband met het type sprookje of de belangrijkste thema’s? Sprookjes hebben geheel eigen structuren, met vaak terugkerende motieven (de boze wolf, de kus van de prins...). Veel sprookjes hadden op honderd en één manieren kunnen worden uitgebeeld. Waarom werden de sprookjes in het Sprookjesbos juist op hun manier uitgebeeld en niet op een andere?

Wapenschildje op de poort bij Doornroosje  -|- Foto:  Friso Geerlings © het WWCW 2005Op die laatste vraag zullen we wellicht het antwoord nooit precies weten. Veel heeft ongetwijfeld te maken met financiële en technische beperkingen. Zo kwam er in het oorspronkelijke ontwerp van Pieck voor het kabouterhuisje rook uit de pijp van één van de kabouters en lag het kasteel van Doornroosje op een enorm hoge berg. De sprookjesfiguren in de Efteling hebben ofwel een eigen woning (dat kan een kasteel zijn, een toren, een holle boom, een paddenstoel of gewoon een stenen huisje — allemaal in een maatvoering die net wat kleiner is dan in de normale wereld) of staan in de open lucht. Die laatste categorie telt ook twee fonteinen: ‘De Kikkerkoning’ en ‘De Zeemeermin’. Het is interessant om op te merken dat behalve bij ‘De Chinese Nachtegaal’ (en afhankelijk van het inlevingsvermogen of de religieuze achtergrond van de bezoeker ook bij ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’) nergens in het Sprookjesbos het happy end van een sprookje wordt uitgebeeld. Het einde van een sprookje wordt überhaupt maar vier keer uitgebeeld, bij ‘De Chinese Nachtegaal’, ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’, ‘De Rode Schoentjes’ en de ‘Magische Klok’, maar bij die laatste twee kun je bezwaarlijk van “happy endings” spreken. Bij de meeste sprookjes wordt een moment van spanning weergegeven aan het eind van de sprookjes: de slapende Doornroosje die wacht op haar prins om haar wakker te kussen, de waard die de kleermakerszoon met de tovertafel bespiedt, Roodkapje die aan wil bellen maar niet weet dat de wolf in grootmoeders bed ligt, de wolf die aanklopt bij de Zeven Geitjes, de dode Sneeuwwitje met de zeven dwergen. Het is alsof de verschillende verhalen steeds nèt voor of nèt na de grote climax werden stilgelegd. Dit geldt ook voor een aantal nieuwere sprookjes, want zodra Klein Duimpje de laars van de slapende reus heeft weten te stelen zijn hij en zijn zes broers gered en kunnen ze naar huis, en wanneer de dienaar van de koningin de naam van Repelsteeltje heeft gehoord, mag de koningin haar dochtertje behouden. Ook bij de toverspiegel stopt het verhaal nadat de stiefmoeder terug getransformeerd is tot heks.

Ansicht uit de jaren '50 van de Heksenpoort en het kasteel van Doornroosje -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005

Dat voor zo'n aanpak werd gekozen, heeft wel gevolgen. Het begeleidende verhaal moet steeds zelf zijn eigen vertrekpunt stellen en naar het uitgebeelde moment toewerken. Op die manier "verraadt" de uitbeelding van het sprookje een spannende cliffhanger in het verhaal, maar moet je blijven luisteren naar het verhaal om te weten hoe het afloopt (of zelf het vervolg lezen bij de sprookjes waar het verhaal niet wordt verteld). Het aantal verhalen dat in de Efteling verteld wordt is trouwens vrij gering: de meeste sprookjes moeten het zonder gesproken vertelling doen. Maar dat maakt het natuurlijk wel afwisselend en leuker: ouders kunnen hun kinderen de verhalen zelf vertellen (of laten vertellen) of kinderen kunnen zelf de verhalen opbouwen aan de hand van de taferelen die worden voorgesteld.

Minder ruimte voor fantasie, maar daardoor niet minder ruimte voor bewondering, laten de twee grooAstrologische wijzer van de Trollenkoning -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005tste recente indoorsprookjes: ‘De Chinese Nachtegaal’ en ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’. Beide tonen ze in tegenstelling tot wat gangbaar is in het bos (vrijwel) het complete sprookje, ondersteund door geavanceerde visuele en anderssoortige effecten. Ze vormen bijna een soort “mini-darkrides” (maar dan zonder transportsysteem), en bouwen hiermee voort op de bejubelde basis die door Reijnders en Pieck met ‘De Indische Waterlelies’ gelegd werd, en die Ton van de Ven tot een ijzingwekkend hoogtepunt werd gebracht in zijn Spookslot. Binnen de collectie sprookjes van het Sprookjesbos zijn deze grote showsprookjes wellicht niet de meest bepalende voor de charme van de eenvoud van het bos; wel geven ze het Sprookjesbos een allure die mijlenver uittorent boven elke vorm van concurrentie, zelfs van een sprookjesgigant als Disney.

Hier en daar wordt ook afgeweken van de oorspronkelijke sprookjes. Het sacharine einde van ‘De Rode Schoentjes’ staat in fel contrast met het intens droevige einde van Andersens oorspronkelijke sprookje. En ook ‘De Indische Waterlelies’ is sterk ingekort en vereenvoudigd. Deze ingrepen zijn echter begrijpelijk als je het kinderpubliek voor ogen houdt en aangezien aan het hart van de verschillende sprookjes niet echt is geraakt, is het iets wat zelfs de grootste sprookjesliefhebber met het grootste gemak door de vingers zal zien.

Het bos
Tegenwoordig is het Sprookjesbos een fraai gelaagd bos met onderbegroeiing, hoge loofbomen (vooral veel beuk), hier en daar een naaldboom en dichte heesters. Het bos is lang niet altijd zo gevarieerd geweest. Bij opening, in 1952, was het nog piepjong. Langnek overzag met gemak het hele bos, en het kasteel van Doornroosje toornde als een werkelijk machtige burcht boven de kruinen uit. De op ruige gronden geplante bomen groeiden echter als kool, wat in de jaren negentig voor een donker maar monotoon bos zorgde: hoge bomen genoeg, maar licht voor begroeiing daaronder was er niet. Enkel de ontelbare rododendrons langs de paden beletten het geheel te benoemen als een zandbak-met-bekruinde-palen. Een drastisch en initieel als draconisch beoordeeld groenontwikkelingsplan bleek juist de actie die het bos nodig had: licht keerde terug op de bosbodem, struiken en bloemen werden geplant en liepen uit, en afwisselende doorkijkjes maken een wandeling tegenwoordig fraaier dan ooit.

Het Kabouterdorp -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005

De paden van het bos werden jarenlang omkaderd door rododendronstruiken en afzettingen van ruw gezaagde planken. In een meerjarige actie onder de noemer “Het oppoetsen van de parel” werd naast de begroeiing ook de infrastructuur aangepakt, waarbij sluiproutes verdwenen en zelfs de muzikale paddenstoelen langs de paden vervangen werden door mooiere exemplaren. Sprookjesachtige effecten werden aan het bos toegevoegd, zoals mysterieuze mistwolken, vreemde geluiden in de struiken en spiedende lichtjes in donkere hoeken. Het Sprookjesbos ging leven op een wijze die vast zelfs aan de immer ingetogen Anton Pieck een goedkeurend knikje had ontlokt.

Muziek
Binnen de Efteling speelt muziek op veel plaatsen een hoofdrol. Hugo’s banvloek zou vast zo treffend niet overgebracht worden zonder de opzwepende violen in zijn huiskamer, en wat was Carnaval Festival zonder die alles verdringende feestmelodie? Het Sprookjesbos doet duidelijk een stevige duit in het zakje vol ijzersterke Efteling-muziek. Een eclectisch geheel van speeldoospingels, menuetten, Inca-zangeressen, koorgezang en Afrikaanse ritmes brengt de bezoeker voor elk sprookje weer in de juiste stemming.

Jan van Oort in 1990. Uit: "Peter Reijnders" door Rob Smit -|- Scan: Friso Geerlings © het WWCW 2005Er is een onderscheid te maken tussen speciaal gecomponeerde muziek, en bestaande muziek die binnen het bos een nieuw leven is gaan leiden. In die laatste categorie is het Menuet in G van Bach een koploper qua bekendheid. Het lijkt bijna onvoorstelbaar dat tijdens de eerste jaren een heel andere melodie uit de paddenstoelen klonk. Toch schrijft Rob Smit in zijn biografie van Peter Reijnders: “Zo komt er uit de kleine paddenstoelen zachte, door een luit en fluit gespeelde muziek. Het zijn composities van Jan van Oort [redactie WWCW: een met Reijnders bevriende Philips-medewerker] die jarenlang ongewijzigd bleven.” Een andere evergreen is de Afrikaan Beat van Bert Kaempfert. Reijnders’ selectie werkt hier nog altijd als bij toverslag: gongslag, een korte introductie, Yma Sumac, en dan, Maestro, muziek! Peter Reijnders beschikte duidelijk over een bijzonder goed ontwikkeld oor voor passende muziek. Want hoe cultuurhistorisch incorrect ook: zijn keuze voor Raga Kaphi bij de Fakir, of voor Eric Coates bij de Magische Klok zal niemand weerleggen op grond van effectiviteit.

De speciaal gecomponeerde muziek in het bos is van recentere datum. Het park lijkt ook het muzikale aspect van moderne sprookjes geheel te willen sturen, en trekt daarvoor dan ook alle registers open. Het mooiste voorbeeld is waarschijnlijk wel de muziek die componist Maarten Hartveldt schreef voor ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’. De gedragen emotie die vloeit als de eerste noten van het Ave Maria uit deze muziek inzetten is altijd voelbaar. Een veel eenvoudiger compositie zoals bijvoorbeeld in Herberg de Ersteling blijkt echter net zo effectief in het overbrengen van context, nostalgie en onbetwiste Pieckeriaanse sprookjessfeer.

Meer nog dan (hoe plezierig ook) onderwerp te zijn van een analyse, moeten het Sprookjesbos en haar inwoners echter worden ondergaan. Een klaterende regenbui op kleurende herfstbladeren, de zon die in de vroege ochtend de eerste lenteblaadjes belicht terwijl Langnek zijn hals rekt: die momenten zijn uniek en maken het Sprookjesbos werkelijk tot het enige prentenboek op de wereld waar je doorheen kunt lopen.

Torens van 'Het Meisje met de Zwavelstokjes'  -|- Foto: Friso Geerlings © het WWCW 2005

 

© 1998 - 2005 Het Wondere Wereld Web / Het Wonderlijke WC Web | teksten: Erwin Taets, Friso Geerlings en Paul Melssen