
iets
in Nederland is meer winters dan het schaatsen, een sport die al
eeuwenlang wordt beoefend in ons kikkerlandje. De hedendaagse
schaats is
afgeleid van de sneeuwschoen welke oorspronkelijk uit Noorwegen komt.
In het begin gebruikte men daar lange smalle stroken hout met rendierhuid
om over het ijs te glijden (deze leken meer op ski's). Eigenlijk waren deze
‘schaatsen’ ook beter geschikt voor sneeuw dan ijs. Specifiek voor het ijs
gebruikte men op een gegeven moment dan ook niet langer hout maar rendierbeenderen en hier
scheidden de wegen van de ski en de schaats zich. Het schaatsen werd in
de late middeleeuwen het winters volksvermaak numero één en bleef dat nog heel erg lang.
De prenten van Anton Pieck, waarop in de
winterlandschappen altijd wel wat kinderen met gladde ijzers onder
de voeten en met de stoelen in de hand op het ijs zijn te vinden,
bewijzen dit.
Zo’n Pieck-tafereel past natuurlijk ook geweldig in de winterse
versie van het sprookjespark. De schaatsbaan is er daarom ook al
vanaf het begin bij, gesitueerd in een geel-blauwgestreepte tent op
de Speelweide in Reizenrijk (een locatie die anders toch alleen maar
bestaat uit een doodgevroren grasmat). Hier kan al sinds de openingsdag
van de Winter-Efteling in 1999 worden gezwierd en gezwaaid op het
kunstijs.
 |
e
officiële benaming voor de tent luidt volgens het bord bij de ingang
“IJs Pret Paleis” (wat vermoedelijk inhoud dat het een paleis is met
ijs en met pret, maar niet met ijspret... tsja), en volgens de folders is
het gewoon “IJsbaan”. Die laatste simpele naam zou deze fiere
aangelegenheid alleen
maar onrecht aan doen, want behalve een dikke
laag bevroren water, zijn er ook een après-skihut (waar het goed
glühwein drinken is voor hen die dergelijke etablissementen
waarderen en de hele verzameling Après-Skihut-cd’s te
horen is op een volumeniveau dat zelfs de speakertjes van
Villa Volta niet zomaar halen), wat picknickbanken en nog
enkele souvenirs- en koek-en-zopiestands te vinden in het bezeilde
gebouw. Hoofdattractie is uiteraard wel de reeds genoemde schaatsbaan.
Deze had tot nu toe steeds een totale ijsoppervlakte van 1200
vierkante meter. Langs deze ijsbaan stonden
een groot aantal kerstbomen volgespoten met een wit goedje dat door
moet gaan voor sneeuw en ook op het ijs zelf stonden enkele benaalde
woudreuzen. In het midden van de baan was in het ijs een rode
lichtslang te vinden in de vorm van de Efteling-E, terwijl boven de
hoofden van de bezoekers dezelfde grote ijskristallen als van het
Huis van de Vijf Zintuigen waren te vinden. Een heel arsenaal spots
verlichtten het ijs
prachtig. Het betreden van de baan (op schoen of schaats, met of
zonder stoel) is nog altijd gratis, maar
schaatsen moeten dan wel zelf worden meegenomen. Eenieder die
geen schaatsen heeft of ze is vergeten, kan één van de 900 paar
huren bij de garderobe, wat tijdens de eerste Winter-Efteling fl. 5,
- (€ 2,25) kostte en vanaf Winter-Efteling-editie twee fl. 7,50 (€
3,50) moet opbrengen. De tent was bij de eerste winterversie nog best klein, maar
een jaar later was de tent al iets grootser en was de ruimte beter
benut. Hierdoor werd het terras heel wat uitgebreider. Er was vanaf
toen
zelfs een toiletunit aangebracht! Voor de tent loopt vaak entertainment
rond en staan (net als langs de schaatsbaan) borden met Pardoes en
zijn vrienden. Winterse planten, rode lopers en houtsnippers op de grond
maken het plaatje buiten compleet.
 |
 |
e situatie
is tijdens de eerste drie winterversies weinig veranderd, maar bij de
vierde Winter-Efteling oogde de attractie heel wat professioneler.
Het tentdoek was, in tegenstelling tot de oorspronkelijke NS-kleuren, gewoon wit van buiten en donkerblauw van binnen. In
plaats van enorme triplexsneeuwvlokken, waren er nu papieren
kandelaars aan het plafond te vinden en de ruimte waarin alles was
gesitueerd was zo ongelofelijk veel groter geworden (3.600 m²), dat er
eindelijk eens wat meer loopruimte ontstond langs de ijsbaan. Het
ijs zelf leek echter nog wel erg veel op dat van de vorige versies; nog
steeds met de lichtslang, nog steeds met de Pardoesborden, nog
steeds met wat sparren en zelfs nog steeds van bevroren water
gemaakt! De oppervlakte hiervan was met de oorspronkelijke 1200 m²
ook gelijk gebleven.
Kort gezegd: er valt weinig aan te merken op deze plek. Je moet er
van houden en dan ben je er vaak te vinden, of je moet het haten en
dan kom je er gewoon lekker niet. In ieder geval heeft het park hier een troef in
handen die nog jaren kan meedraaien als de topper van het
winterseizoen en er wordt ook nog eens aardig aan verdiend, o.a. door
de bijgeleverde horeca en souvenirs. Het terras beveel ik overigens
niet echt aan, het is weliswaar verwar md en overdekt, maar de niet
te vermoeide decibellen van de al even niet-sfeervolle muziek die
hier lallend en joelend door de boxen weerklinkt aan de westkant van
de tent, zijn een zeer onaangenaam wezen van het geheel. De muziek
en drank hier trekken ook de meest standaard Nederlandse hangjongeren
aan, wat des te zieliger is voor het kleine gezinnetje dat na
aanschaf van oliebollen bij de gebakkraam aan de ingang van het
complex in alle haast zoekt naar een warme, behaaglijke plek om de
winterse kost te verteren en dan uiteindelijk toch kiest voor de
niet aan deze zicht te ontrekken locatie, om dan dus vervolgens
tussen dit gespuis te moeten zitten, met die muziek op de ‘achtergrond’.
De muziek aan de oostkant is dan weer wat beter uitgezocht, de enige
echte Efteling-wintermuziek klinkt hier op een wat zachter volume
over de schaatsers. Pluspunt bij het ijs zijn ook de banken, die het
aantrekken van de ijzers een heel stuk veraangenamen. Alles bij
elkaar komen we op een score van drieëneenhalve ster. Met liefde
zouden we er vier willen geven, maar de sfeer en muziek van après-ski
aan de westkant van de tent zorgen ervoor dat we ons hier nooit
langer ophouden dan vijftien minuten. Vermaande schaatsliefhebbers
mogen er natuurlijk een sterretje bijplakken.
Winter-Efteling 7:
Op persoonlijk verzoek
van parkdirecteur Olaf Vugts (we zijn blij te zien dat de directie
dringende WWCW-adviezen serieus neemt) is de
après-skihut van
kabaalmaker omgevormd tot uitspanning waar de Notenkraker van
Tsjaikovski de boventoon voert. Helemaal onze stijl is het
horecapunt nog steeds niet, maar een aanklacht is niet langer
noodzakelijk.
 |
sinds:
|
1999 (WE1) |
aankleding:
|
voldoende |
muziek:
|
slecht /
matig |
zitjes:
|
gemiddeld |
klimaat:
|
overdekt
en verwarmd |
horeca in
de buurt: |
après-skihut,
koek-en-zopiestands,
oliebollenkraam |
dichtstbijzijnde
toiletten: |
toiletmodule aan westkant van de tent,
Carnaval Festival |
|
|
|