Muziek banner deco -|-  (c) Het WWCW 2001

Plaat 9 - Spoken op de Efteling

 
 
Voorkant plaat 9 -|- Copyright hoes: De Efteling B.V. - Foto: Friso Geerlings (c) Het WWCW 2001
 
Plaat 9 is een typisch voorbeeld van een bijzonder geslaagde productie. Hoewel niet gebaseerd op bestaande, traditionele sprookjes, zijn de vertellingen toch van een hoog en vooral consistent niveau. De plaat heeft als hoofdthema het Spookslot (dat hier vreemdgenoeg regelmatig Spookkasteel genoemd wordt). In drie van de vier verhalen speelt het slot dan ook een rol. Het vierde verhaal speelt zich af rond de Stoomcarrousel. Het lijkt alsof men, om dit verhaal toch nog een beetje in te passen binnen het spokenthema van de plaat, heeft gekozen om de hoofdrollen hiervan te laten vertolken door een heks en een vervelende kabouter.

Opvallend is het feit dat het verhaal dat in het Spookslot zelf te horen is - dat van de graaf van Kapelle van Kaatsheuvel, zijn dochter Esmeralda en de heks Visculamia - niet op deze plaat voorkomt. Eerlijk is eerlijk: we missen het ook niet echt. Hoewel dit verhaal namelijk een voortreffelijk ingesproken en verder aardige moodsetter is binnen het slot, is het als op zichzelfstaande vertelling een nogal incoherent prutswerkje. De vertellingen die wel op de plaat terecht zijn gekomen zijn gelukkig een stuk beter doordacht en veel minder gekunstelt.

De liedjes van deze plaat zijn van een ongekend niveau binnen de complete serie Efteling LP's. Het kinderkoor dat ze in heeft gezongen is duidelijk een stuk "moderner" dan van de eerste platen uit de reeks en probeert minder om onze trommelvliezen keer op keer te doen springen. Ook de muziek onder de liedjes is best ok. Samen zorgt dit voor een aantal hoogtepunten uit de collectie sprookjes LP's. We noemen hierbij speciaal "Jannes, vertel es" en "Er gaat een jongen op reis om het griezelen te leren".

Bijzonder intressant is het gebruik van een flink aantal originele Spookslotgeluiden op deze LP. Een aantal van deze geluiden is zelfs inmiddels niet meer te horen in de Efteling zelf! Zo horen we onder andere vrij aan het begin van "Het spookkasteel" enkele katachtige geluiden (kabouter Jannes hoort ze vanuit het kasteel). Deze geluiden waren oorspronkelijk te horen in de ronde zaal (met de kroonluchter) voor deze vervangen werden door de wat goedkope horrorgeluiden van nu. In het verhaal "De jongen die op reis ging om het griezelen te leren" horen we tegen het einde ook het originele geluid van de monniken uit de kloostertuin. Deze klonken vroeger niet zo "gregoriaans" als tegenwoordig, maar meer als vreemde achteruit afgespeelde platen.

Al met al is plaat 9 zeker één van de beste uit de serie. Misschien zelfs wel dé beste. Maar daar is zelfs het WWCW-team nog niet helemaal uit...

 
 

Het spookkasteel

 
Vier oude kaboutervaders waren een hele dag op pad door het donkere bos om een stuk vruchtbare grond te zoeken om vruchtenboompjes in te planten. De Kabouterkinderen waren zo dol op vruchten dat ze aan hun eigen bomen niet genoeg hadden. De Kabouters waren een heel eind van huis geraakt op hun zoektocht en ze waren erg moe van de wandeling. ‘s Avonds besloten ze om te gaan slapen in een konijnenhol, maar kabouter Jannes, Jannes ging de wacht houden. Tijdens deze wacht hoorde hij enkele vreemde geluiden in de verte. Hij besloot op onderzoek uit te gaan en volgde de angstaanjagende geluiden en raakte nog verder in het bos dan dat hij al was. Toen hij steeds dichterbij kwam ontdekte hij een groot wit spookkasteel met een grote toren, een dikke deur en vlak voor de deur een kerkhof. Hij ging snel terug naar de andere kabouters om het grote nieuws te melden en ze gingen met z’n drieën terug naar het spookkasteel. Kabouter Hazenhart bleef achter om de wacht bij het konijnenhol te houden, want hij vond de verhalen té griezelig.

Aangekomen bij het spookkasteel waren de andere kabouters erg onder de indruk van wat ze zagen en ze besloten om naar binnen te gaan door de grote zware deur. Binnen zagen ze de meest angstaanjagende dingen, ogen die hen volgden, een grote kandelaar die dreigend heen en weer
bewoog, maar bang waren de kleine moedige kabouters niet, zelfs niet voor de Oosterse Geest. Het was griezelig wat ze zagen, maar aan de andere kant hadden ze geen reden om bang te zijn, want het had allemaal ook iets vriendelijks. In de grote zaal van het kasteel waren ze zo verbaasd dat ze geen woord meer konden uitbrengen, want daar dansten de schimmen, zwierden de geesten en dartelden de duiveltjes. De oude kaboutervaders hadden nog nooit zoiets spannends gezien maar ze besloten toch om zo onopvallend mogelijk het kasteel weer te verlaten.

Eenmaal buiten liepen ze snel naar kabouter Hazenhart om alles te vertellen wat ze gezien hadden. Hazenhart had intussen ook niet stilgezeten, in het konijnenhol had hij een boek gevonden, een boek van een ridder die vroeger in het kasteel woonde. Daarin schreef hij dat alle spoken en geesten van de wereld in het kasteel woonden en de ridder had ze gedresseerd zodat ze niemand kwaad konden doen. Maar voor de kabouters was het dubbel feest, want in het boek stond dat er vele
n stukken vruchtbare grond rondom het kasteel lagen, dus hadden ze toch nog gevonden wat ze zochten.
 

Instrumentale versie van
"Vier oude kaboutervaders"

 


Vier oude kaboutervaders

Vier oude kaboutervaders,
gingen op zoek
naar een nieuw stuk grond.
Ze zochten zich de mik-mak,
maar niemand die 't vond.
Niemand die ‘n nieuw stukje grond vond

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: -   Zangtips: -
     


Jannes vertel es

Jannes vertel es,
is het echt zo griezelig,
Jannes vertel es,
hoe ziet het daar nou uit.
Jannes vertel es,
zijn daar ook echte spoken,
Jannes vertel es,
wat voeren zij daar uit.
 

 

Gezang van de
"oude" monniken

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: denk aan Uw kindertijd en herinner dat moment dat moeder thuis kwam met een kindersurprise terwijl U meezingt   Zangtips: oefen in het Latijn, neem het op, vertraag en speel achteruit af. Voila!
     

Iedereen mag komen kijken

Iedereen mag komen kijken,
naar het Spookslot, naar het Spookslot.
Iedereen mag komen kijken,
het is spannend echt waar.
Lekker lekker lekker griezelen,
griezelen maar!
 

   
Download de MP3    

Zangtips: zing als een 16-jarig ventje dat thuis een mini-spookslotje heeft.

   
 
 

De jongen die op reis ging om het griezelen te leren

 
Er was eens een oude vader met twee zoons. De oudste was slim en verstandig, maar de jongste was dom en kon helemaal niets leren, maar het raarste van alles… hij kon niet griezelen en dat wilde hij wél graag leren. Zijn vader stuurde hem daarop naar de koster toe, want die kon het hem vast wel leren. De koster vertelde hem dat er boven in de klokkentoren een spook zat, dus als de klok begon te luiden, moest de jongen maar naar boven klimmen om het spook een lesje te leren. De koster ging echter met een wit laken over zijn hoofd naar boven om de jongen te laten schrikken en begon de klok te luiden. De jongen was helemaal niet bang en duwde het ‘spook’ naar beneden waardoor de koster zijn been brak. De jongen werd meteen ontslagen dus had hij nog steeds niet geleerd hoe je moest griezelen.

Na een hele tijd lopen, kwam hij een paard en wagen tegen en de man erin bood hem aan om in te stappen. De jongen vertelde de man dat hij op weg was om het griezelen te leren. De man zei dat hij op het paleis van de koning moest zijn. In het bos van de koning stond namelijk een spookkasteel en als je daar drie dagen en nachten kon blijven, mocht je zijn dochter trouwen. Naast zijn verblijf in het spookkasteel moest hij de tweede regel van een liedje afmaken; "Spoken en geesten en duivels en draken …"
De jongen ging naar het spookslot voor zijn eerste dag en nacht tussen de spoken en geesten. Hij zag vreemde dingen zoals doodshoofden die naar hem knikten. Maar hij schrok er niet van. Ook de grote kaarsenkroon die bijna op zijn hoofd viel was niet te eng voor hem. Hij ging terug naar de koning om verslag te doen van zijn eerste dag en nacht, maar de tweede zin van het liedje wist hij nog niet, dus moest hij weer terug naar het kasteel.

Nu zag hij een grote Oosterse Geest die een zacht licht uitstraalde en een bol in zijn handen hield. In die glazen bol zat het hoofd van een meisje, maar na een tijdje veranderde deze in een doodshoofd. De jongen moest er wederom erg om lachen toen hij zijn belevenissen aan de koning vertelde. Maar de tweede zin van het liedje wist hij nog steeds niet, dus moest hij voor de laatste keer terug naar het kasteel. Nu zag hij het meest spannende… de grote zaal van het kasteel, vol met spoken, geesten, enge geluiden en lichtflitsen. Ook hier moest hij hard om lachen en hij vermaakte zich kostelijk. Toen hij de poort van het paleis door liep schoot hem de tweede zin van het liedje hem te binnen: "Spoken en geesten en duivels en draken..." "Kunnen mij nooit aan het griezelen maken!". Dat was precies de regel die de koning wilde horen en de hele hofhouding zong het liedje uit volle borst mee. De jongen mocht trouwen met de prinses, maar ze vond het maar raar dat hij nog nooit had gegriezeld. Daarom legde ze op een avond drie kikkers in zijn bed. De jongen schrok hiervan zo erg dat hij nu toch nog wist wat écht griezelen was.
 

Instrumentale versie van
"Er gaat een jongen op reis..."

 


Er gaat een jongen op reis...

Er gaat een jongen,
op reis om het griezelen te leren.
Angst en bangigheid kent hij niet.
Als een ander beeft,
en bibbert van ellende,
fluit hij nog vrolijk,
het hoogste lied.
Want griezelen… kan hij niet.

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: -   Zangtips: -
     


Zal hij schrikken...

Zal hij schrikken van de geluiden,
van het gillen van het spook.
Van de draken op de daken,
van het vuur van de rook.
We zullen wel zien,
we zullen wel zien.

 

Geluiden uit de voorshow

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: zing als iemand die een hele slechte grap heeft voorbereid en een beetje angstig is voor de uitvoering ervan.   Zangtips: slechts zorgvuldig sterven met de nodige vervloekingen en vervolgens als ondode terugkeren zal u in staat stellen dit te immiteren.
     


Gezang van de
"oude" monniken

 

 


Spoken en geesten...

Spoken en geesten
en duivels en draken,
kunnen mij nooit
aan het griezelen maken.
 

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: oefen in het Latijn, neem het op, vertraag en speel achteruit af. Voila!   Zangtips: -
     


Eindelijk, eindelijk

Eindelijk, eindelijk
is hij geschrokken,
eindelijk, eindelijk
was hij toch bang.
‘T was heel bijzonder
en ‘n heel stuk gezonder,
en zij leefden nog lang,
griezelig lang.
 

   

Download de MP3

   
Zangtips: zing zoals je zou zingen als dat ellendige steentje uit je schoenen is na een dag lopen.    
 
 

Spoken op de Efteling

 
Jaren geleden werd de Efteling geplaagd door enkele vreemde wezens. Ze hadden grote vleugels en ze leken op enorme vleermuizen. Ze heetten "Vlederikken" en ze waren heuse plaaggeesten voor alle bewoners van het altijd zo vredige sprookjesbos. Ze maakten de sprookjesbosbewoners bang en ze werden brutaler en brutaler.

Op een dag zag Langnek dat het niet meer verder kon op deze manier en hij riep het hele sprookjesbos bij elkaar om te bespreken hoe ze de Vlederikken weg konden jagen. Kabouter Spillebeen kwam met het idee om de Fakir te vragen of hij wilde helpen door met zijn magische fluit de Vlederikken te betoveren en ze weg te jagen uit de Efteling. Doornroosje en Kabouter Spillenbeen gingen naar de Fakir toe om zijn hulp te vragen. De Fakir stemde in, en stelde zijn nederige krachten beschikbaar om de sprookjesfiguren te helpen. Iedereen hoorde de wonderschone muziek van de Fakir en de Vlederikken vlogen betoverd door de magische klanken achter hem aan, tot ver buiten het Sprookjesbos. Maar helaas, de volgende nacht waren ze er weer en ze waren wederom de plaaggeesten van de sprookjesfiguren.

Doornroosje en de Kabouter gingen wederom naar de Fakir, en deze bood weer aan om te helpen. Hij lokte met zijn muziek nogmaals alle Vlederikken achter zich aan en de Fakir vloog nog verder weg op zijn tapijt dan de nacht ervoor. Na enkele dagen waren de gemene Vlederikken wéér terug en zorgden voor een waar schrikbewind over de sprookjesbosbewoners. Voor de derde keer gingen Doornroosje en Kabouter Spillenbeen naar de oude wijze Fakir toe om hem nogmaals om raad te vragen. Hij probeerde voor de derde keer om de boze Vlederikken te verjagen, maar deze keer had hij een heel ander plan met deze kwelgeesten. De Fakir vloog naar het grote spookkasteel van de Efteling. Hij vloog lager en lager met de Vlederikken achter zich aan. De deur van het kasteel ging open,en de Vlederikken vlogen betoverd door de fluit één voor één het kasteel binnen, waarna de deuren met een grote klap dicht sloegen. De Vlederikken waren voorgoed opgesloten in het spookslot en de sprookjesbosbewoners konden weer veilig en vredig verder leven.
 

Instrumentale versie van
"Daar zijn de Vlederikken"

 


Daar zijn de Vlederikken

Daar zijn de vlederikken in de nacht.
Ze vliegen, gieren, graaien, kraaien.
Pas maar op ze willen jagen,
midden in de nacht.

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: -   Zangtips: -
     


Is er dan niemand...

Is er dan niemand die ze verjagen kan,
weg uit het sprookjesbos?
Wie jaagt ze op de vlucht?
Wie jaagt ze op de vlucht?

 


De poort is gesloten

De poort is gesloten,
’t gevaar is voorbij.
Weg zijn de plaaggeesten,
 iedereen is blij.
Overal dansen de elfjes,
met de kabouters,
Tiereldidij.
Overal dansen de elfjes,
 met de kabouters,
Tiereldidij.

Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtips: denk aan Uw nachtelijke irritaties bij een muggenplaag, en zing dan mee.   Zangtips: haak in met de dichtstbijzijnde persoon in Uw omgeving en maak een vreugdedansje terwijl U dit lied meezingt.
 
 

De Stoomcarrousel

 
De Stoomcarrousel in de Efteling draait al jaren en jaren vrolijk in het rond en geeft de kinderen al die jaren ook al ontzettend veel plezier. Als het volle maan is in de Efteling, mogen ’s nachts, als alle mensen weg zijn, ook de sprookjesfiguren een ritje op de carrousel maken. Alleen vriendelijke, plezierige figuren mogen erop… voor het gespuis is de draaimolen verboden. Zo ook voor de Heks van Hans en Grietje en de treiterkabouter Kobold.

Toen ze elkaar op een avond tegenkwamen smeedden ze samen een slinks plan om ook een keertje op de carrousel te kunnen draaien. De Treiterkabouter dacht en dacht en kwam tot de oplossing. Hij zou gaan spieken bij de carrouselbaas om stiekem te kijken hoe die bediend wordt en zo konden ze samen op de carrousel als er niemand anders meer was. Op een donkere avond vlogen ze samen op de bezem van de heks naar de carrousel om te kijken hoe het apparaat werkt. Door een gat konden ze precies zien hoe de baas van de draaimolen het apparaat bestuurde en de kabouter wist na een tijdje precies hoe de carrousel werkt.

De volgende nacht vlogen ze wederom naar de carrousel, maar nu niet om stiekem te spieken, maar om erop te rijden. De Kabouter zette de carrousel aan en de heks trok per ongeluk aan de stoomfluit wat een enorm lawaai maakte. De draaimolen begon te draaien en ze hadden ontzettend veel plezier, want het was immers de eerste keer dat ze op de molen zaten. Maar wat gebeurde er…? De carrousel begon harder en harder te draaien en de Kabouter en de Heks wisten niet meer wat ze moesten doen. Ze maakten zo’n lawaai dat iedereen in het sprookjesbos er wakker van werd. Ze schreeuwden van paniek en vroegen de Fakir om vergiffenis en om het apparaat te laten stoppen, maar de Fakir wilde er niks van weten en liet de draaimolen draaien en draaien. De Heks en de Kabouter vroegen het nog eens en de Fakir zei dat hij alleen zou helpen als Kobold en de Heks nooit meer zouden plagen en treiteren. De Heks en de Kabouter beloofden dat, en de Fakir stopte de carrousel. De Heks en de Kabouter werden weer terug gezet op hun eigen plek in het bos en ze zijn er nooit meer vanaf gekomen.
Want… de carrousel is immers voor de kinderen en niet voor boze, kwade sprookjesfiguren!
 


De stoomcarrousel draait

De stoomcarrousel draait,
en het orgel speelt.
De schommeltjes zwieren en zwaaien.
Tingeling stap maar in,
want we hebben wel zin.
Stoomcarrousel ga maar weer draaien.

 


Wat moet dat daar?

Wat moet dat daar?
Wat moet dat daar?
Zie je dat wel,
bij de stoomcarrousel?
Midden in de nacht,
 is dat niet verdacht?
Wie heeft dat ding nou
op gang gebracht?


Download de MP3

 

Download de MP3

Zangtip: stop een aardappel in Uw keel, en zing uit volle borst mee.   Zangtip: zing als een TD’er die midden in de nacht een stel Eftelingfreaks snapt.
     


De stoomcarrousel draait
(reprise)

De stoomcarrousel draait,
en het orgel speelt.
De schommeltjes zwieren en zwaaien.
Tingeling stap maar in,
want we hebben wel zin.
Stoomcarrousel ga maar weer draaien.

 

 

Download de MP3

 

 

Zangtips: let op uw Leidse errr.    
 
 

Teksten: © het WWCW 2001 - Muziek: © de oorspronkelijke rechthebbenden