Twinkel banner deco  -|-  (c) Het WWCW 2001

  Ingezonden brieven

 

Ingezonden Brieven Logo -|- Foto: Friso Geerlings - Edits: Het WWCW (c) Het WWCW 2001

Een enveloppe van rijstpapier en een zegel met curieuze karakters deden ons vermoeden dat het geen Germaans sprookjesfiguur was dat ons dit keer aanschreef. Zowaar, inderdaad: de schrijver van deze brief bleek een oorspronkelijke inwoner te zijn van het verre China! En, hoewel klein van stuk, groots van gedachte is de schrijver zeker. Lees het hier op deze pagina.

  ~ De Chinese Nachtegaal  ~

 

   Gevederde vrienden,

Nadat ik in me deze brievenrubriek door al die epistels van die blaaskakige orgels heb heen geworsteld, rees bij mij de vraag met welk recht deze bovenmaatse fluiten denken te kunnen spreken. Ze verwijten elkaar van alles en nog wat en ondertussen zijn het de grootste minkukels die er bestaan.

Het kan dan wel zo zijn dat ze vinden dat zij het mooiste geluid maken, maar uiteraard kunnen ze in de verste verte niet tippen aan mij! Ik, de Chinese Nachtegaal, ben de absolute koning van de zang. Mijn lieflijke geluid betovert iedereen. De keizer van China én de dood zelf vielen niet voor niets als een blok voor mijn klank. Mijn kristalheldere zang inspireerde zelfs de mensen van de Efteling en dus werd eind jaren '90 het meest verstandige besluit genomen wat men maar kon nemen: de Chinese Nachtegaal moest aan het Sprookjesbos toegevoegd worden. Terecht natuurlijk, je kunt argeloze doch sprookjesminnende bezoekers immers niet zoiets fraais als mijn stem onthouden.

Vanwege het unieke karakter van dit sprookje, werd het paleis maar meteen op een zeer prominente plek neergezet: het einde van de sprookjesbosroute. Bezoekers bewaren op die manier onbewust het lekkerste voor het laatst. Als ze langs die veel te hard snurkende reus, dat irritante dansende dwergje en die afschuwelijk vals spelende fakir zijn geglipt, kunnen ze op die manier hun bezoek aan het bos afsluiten met een oorstrelende serenade van mijzelf. Ik moet eerlijk zeggen dat ik al die bezoekers op dat moment ook helemaal zie opfleuren, maar dat is ook niet meer dan logisch; het verhaal van de Chinese Nachtegaal begint immers somber, wordt steeds triester, maar dan!!! Dan komt het moment dat ik mijn kunsten mag vertonen. Wat moeilijk te zien voor de bezoekers zing ik al parelend mijn hoogste, en telkens weer wonderschone lied. Dat ik trouwens niet zo opvallend in het sprookje aanwezig ben is op eigen verzoek, ik heb immers mijn uiterlijk niet nodig om op te vallen. Mijn stemgeluid is al meer dan voldoende, zo vond ook dhr. Van de Ven die het stulpje des keizers en mijn eigen nederige zangtakje in de tamarinde ontwierp.

Nouja ik kan daar natuurlijk uren en uren over vertellen, maar ik laat het liever aan u zelf over. Betreedt het Chinese paleis en geniet met volle teugen van het mooiste dat u ooit hebt gehoord. Vergeet ook niet die zang vast te houden in uw gedachten, want als u na uw bezoek aan mij het bos uitloopt, komt u onherroepelijk uit in de buurt van het Anton Pieckplein, waar u meteen weer geconfronteerd wordt met dat gejammer van die verdraaide, westerse orgels. Wie die dingen ooit heeft uitgevonden moet zwaar gestoord zijn, zeker als je ze vlak in de buurt zet van het mooiste qua geluid op aarde!

    Met de meest parelende groeten,

    De Chinese Nachtegaal
         (De Chinese Nachtegaal)

(Overigens ook het laatste door Meester Ton van de Ven vormgegeven Sprookjesbosdier)

p.s. Dat ik het mooiste zing van allemaal wordt ook nog eens bevestigd door de Nachtegaal uit het sprookjesmuseum (thans woonachtend in het ietwat stoffige depot) en de Gouden Nachtegaal uit het paleis. Beiden beseffen dat ze nooit tegen mij opgekund hebben qua schoon- en helderheid van zang.

Zegel van de Chinese Nachtegaal